Oprichting van de Fasci di combattimento (de Zwarthemden)
Milaan, Piazza San Sepolcro, 23 maart 1919
We kijken uit op het Piazza San Sepolcro. Krap honderd mensen. Allemaal mannen die niet meetellen. We zijn met weinigen en we zijn dood.
Ze wachten tot ik ga spreken, maar ik heb niets te zeggen.
Het toneel is leeg, overstroomd door elf miljoen lijken, een vloedgolf van lichamen – verworden tot pap, brij – uit de loopgraven van het Karstgebergte, de Monte Ortigara, de Isonzo. Onze helden zijn al gedood of zullen dat worden. We hebben hen lief tot de laatste snik, zonder aanzien des persoons. We zetten ons op de gewijde dodenstapel.
Zo begint M. De zoon van de eeuw, het boek van Antonio Scurati dat Italië in de ban houdt. M. is het vuistdikke eerste deel van een trilogie over dictator Benito Mussolini. Het boek bestrijkt de periode 1919-1924.
Scurati won er eerder dit jaar met grote overmacht de Premio Strega mee, de belangrijkste literaire prijs van Italië, en de roman werd een enorme bestseller. Hoewel M. De zoon van de eeuw maar liefst een slordige 850 pagina’s telt (en dan moeten deel twee en drie dus nog volgen), vliegen de exemplaren de boekwinkels uit. Een internationale televisieserie is in de maak en het boek wordt in veel landen vertaald.
foto: Premio Strega
Het monnikenwerk van schrijver en hoogleraar Antonio Scurati (Napels, 1969) is dus niet voor niets geweest. Om deze roman te kunnen schrijven, worstelde Scurati zich door zo’n beetje alle documenten die er maar over Mussolini en het fascisme in Italië te vinden zijn.
foto: Mondadori Portfolio / Opale
Want hoewel het boek een roman heet, is niets ervan verzonnen. Alles wat Scurati in het boek beschrijft, is gebaseerd op verslagen, documenten en ander historisch materiaal. De schrijver moest zich begeven in het hol van de leeuw: de gedachtewereld van deze ongekend eerzuchtige en gewelddadige leider. Een ervaring die hem bijna zijn geestelijke welzijn kostte.
Vivian sprak met Scurati tijdens zijn recente bezoek aan Amsterdam en legde hem een aantal vragen voor.
Wat bezielt iemand om zo’n lange tijd in de huid en de geest van iemand als Benito Mussolini te willen kruipen?
‘Ik was eigenlijk niet gefascineerd door Mussolini, maar door het antifascisme. Ik wilde een boek schrijven over het verzet, de strijd van de partizanen. Maar toen ik bezig was met mijn onderzoek daarvoor, realiseerde ik me dat er over Mussolini en het fascisme nog nooit een roman geschreven was.
Juist literatuur heeft de capaciteit om een hele indringende blik te werpen ín de mens. Daarom voelde ik een grote noodzaak dat alsnog te doen. Ik ben vijf jaar met Mussolini bezig geweest en heb in de diepe afgrond van zijn gedachten gekeken.
Dat heeft psychisch een flinke weerslag op me gehad. Toen ik met dit boek klaar was, was ik mentaal van mezelf gedissocieerd.’
Wat voegt een roman toe aan alle non-fictieboeken die er al zijn verschenen?
‘Er bestaan tientallen studies over het fascisme, maar de vorm van een roman biedt mogelijkheden die een historische studie niet heeft. Zo heeft een roman geen ideologische (voor)oordelen.
Bovendien is een roman toegankelijk voor iedereen – jong of oud, laag- of hoogopgeleid – en dus een zeer democratisch medium. Daarmee is de roman in zichzelf als het ware een antwoord op het fascisme, dat democratie afwees en pleitte voor een totalitaire staat.’
Scurati strijkt even over zijn snorretje en vervolgt: ‘Een tijd geleden ontmoette ik een oudere vrouw. Ze vertelde me dat ze niet had kunnen leren toen ze jong was. Wetenschappelijke non-fictie kon ze daardoor niet goed volgen, maar door mijn boek, had ze eindelijk kunnen lezen en begrijpen wat er vroeger is gebeurd.
Ik ontmoet ook jongeren die zeggen dat ze mijn roman veel toegankelijker en boeiender vinden dan de geschiedenislessen op school. Als lezer word je bij het verhaal betrokken en volg je de gebeurtenissen alsof die zich live afspelen.
Omdat het verhaal van binnenuit wordt verteld, komt het veel dichterbij en dat biedt een rijkere vorm van kennis van de werkelijkheid.’
Benito Mussolini | foto: colaimages – Alamy
Zoals?
‘Neem bijvoorbeeld het einde van de Mars op Rome. Mussolini zit in een kamer met zijn officiers en terwijl hij zichzelf de hemel in prijst, trekt hij zijn laarzen uit en legt hij zijn stinkende voeten op tafel.
Voor een historicus is zo’n detail niet relevant, maar het maakt dat belangrijke moment veel concreter. Als lezer ontdek je zo een nieuwe, menselijke kant van Mussolini die in het gangbare plaatje vaak ontbreekt.’
Er hangt een voetenluchtje.
Hij heeft de slobkousen uitgedaan, zijn schoenen uitgetrokken, de riem van zijn broek losgemaakt en is in hemdsmouwen in de leunstoel geploft. De sigaret bungelt halverwege zijn lippen, op zijn Frans, hij legt zijn benen op de stoel ertegenover, ‘op zijn Amerikaans’, zegt hij.
beelden tijdens de Mars op Rome, 1922 | NIOD
Waarom had deze man zo’n enorme aantrekkingskracht?
‘Aan het begin van het boek laat ik een Mussolini zien die verloren heeft. Bij de eerste vergadering van de fascistische partij waren minder dan honderd mensen aanwezig en de eerste verkiezingen werden een fiasco; de partij kreeg maar vierduizend stemmen in heel Italië.
Slechts drie jaar later kwam hij aan de macht. Hoe is hem dat gelukt? Feitelijk had hij twee wapens. Het eerste was het geweld van zijn fascistische bendes, de knokploegen. Het andere wapen was zijn krant, waarmee hij een nieuwe journalistieke stijl ontwikkelde en brutale en agressieve propaganda maakte.
Zo wakkerde hij de basale emoties van de middenklasse aan, met name de angst voor het socialisme. Socialisten waren volgens Mussolini geen Italianen; het waren indringers die Italië alleen maar wilden overheersen.
Angst is passief, maar door een vijand te creëren waartegen men wilde vechten, veranderde hij dat in haat, en haat is actief. Het doel was om alles wat de socialisten hadden opgebouwd, te vernietigen: de arbeidersverenigingen, de liga’s van de boeren, alle verbonden die de socialisten tot stand hadden gebracht.
De fascisten gingen niet zo ver dat ze vrouwen en kinderen vermoordden, maar wat ze wel deden was ‘s nachts naar de huizen van socialisten gaan en hen vermoorden terwijl vrouw en kinderen aanwezig waren.’
Was het vooral honger naar macht of werd Mussolini gedreven door politieke bewogenheid?
‘Mussolini is het archetype van de populistische leider die je ook vandaag de dag overal in Europa ziet. Hij had geen hoge politieke doelstellingen waartoe hij zijn volk wilde inspireren, welnee.
In het begin was hij pacifist, was hij tegen de bourgeoisie, tegen de monarchie, tegen de kerk. Later hielde hij er heel andere ideeën op na, en ging hij voor oorlog, sloot hij allianties met de industrie, kreeg hij macht van de koning en liet hij zich trouwen in de kerk.
Mijn boek schetst een portret van een lege man, een man zonder positieve politieke inhoud, die deze leegte zeer capabel wist te vullen met de tijdgeest.
Mussolini volgde als het ware de massa: hij rook de geuren, de ideeën, de heersende meningen van het volk. ‘Ik ben de man van de dag hierna,’ zei hij over zichzelf. Hij voelde waar de wind vandaan kwam en hij dreef erop mee.’
Wat kunnen we van dit verhaal leren?
‘Wat ik heb ontdekt, is dat eigenlijk een heel netwerk van groeperingen medeplichtig was en fouten heeft gemaakt. De liberalen hebben Mussolini gedoogd omdat hij het socialisme wilde uitbannen, terwijl ze dachten dat ze het fascisme later wel zouden kunnen temmen.
De middenklasse hoopte op een eenvoudige oplossing voor hun problemen en dacht dat een klein beetje geweld hun politieke situatie zou verbeteren. De gevoelens van de middenklasse van toen – angst, gevoel van verlies en teleurstelling, de afwijzing van bepaalde idealen – zijn dezelfde als die van de middenklasse van vandaag.’
En het fascisme rukt weer op.
‘Ja, en niet alleen in Italië, ook in Nederland en elders in Europa zijn er bewegingen die rechtstreeks afstammen van fascisme en nazisme. Wat ik gevaarlijk vind, is dat grote massa’s mensen, die op zichzelf misschien niet gewelddadig zijn, zich verleid voelen en bereid zijn hun politieke vrijheid in te ruilen voor de populistische belofte van bescherming en zekerheid.’
Wat kunnen – of moeten – we anders doen dan toen?
‘Ik denk dat we moeten streven naar een verbond van alle democratische partijen in Europa, tegenover de populistische, rechtse partijen. In Italië heb je een term, het sovranismo, voor nationalistische groeperingen die tegen de Europese Unie zijn. Die groeperingen vormen een netwerk binnen Europa.
Dat moet er ook komen van democratische partijen. Een eenheid die de idealen beschermt van de Europese beschaving en de ontmoeting met ‘de ander’ niet ziet als een probleem maar als een verrijking.’
Is het vervelend dat M. ook wordt gelezen door aanhangers op rechts?
‘Van mijn lezers beschouwt 99% het boek als antifascistisch. Die andere één procent was al fascistisch en herkent zich erin. Mussolini zei ooit: ‘De massa is als een wijf, die wil alleen maar gedomineerd worden.’
Jij zou bij zo’n uitspraak denken: wat een klootzak. Een fascist denkt: wauw, wat goed. Ik weet dat M. in boekhandels van extreemrechts in de etalage staat. Dat verbaast me niet. Ik beschouw het maar als een erkenning van de literaire kwaliteit, van het feit dat het een echt portret is geworden, zonder oordeel.’
M. De zoon van de eeuw | Antonio Scurati | vertaald door Jan van der Haar | ISBN 9789057599972 | € 35,- | uitgeverij Podium | bestel M. De zoon van de eeuw via deze link bij bol.com (ook verkrijgbaar als e-book)
Lees je liever het originele boek in het Italiaans? Bestel dan het e-book M. Il figlio del secolo via deze link bij bol.com.