Ter ere van zijn nieuwe boek, De jonge bruid, vereerde Alessandro Baricco afgelopen weekend Amsterdam met een kort bezoek. De schrijver geeft zeer weinig publieke interviews, dus dit was een uitgelezen kans voor Mariska om, op een zwoele zondagavond, naar Baricco te luisteren.
foto: Silvia Aquilesi
De laatste dag van Beppe Fenoglio
In het Theater van het Woord in de OBA in Amsterdam ontmoeten de Italiaanse schrijver en de Nederlandse schrijver Bas Heijne elkaar. Eind 2014 vroeg De Bezige Bij beide schrijvers om een Italiaanse klassieker uit te kiezen, voor een heruitgave ter ere van het feit dat De Bezige Bij al zeventig jaar lang boeken van Italiaanse schrijvers vertaalt en uitgeeft.
Bas Heijne koos voor De tuin van de familie Finzi-Contini van Giorgio Bassani; Alessandro Baricco liet zijn oog vallen op De laatste dag van Beppe Fenoglio. Een boek dat hij bij toeval ontdekte, terwijl hij dacht dat hij alles van Fenoglio al gelezen had. ‘Een enorme verrassing.’
De groten van de Italiaanse literatuur
Baricco kan op deze avond zijn bewondering voor het werk van Fenoglio amper verwoorden en grijpt om zijn ware gevoelens uit te drukken regelmatig even terug op het Italiaans. ‘Af en toe overkomt het me, als ik in het buitenland ben, dat mensen me vragen wie voor mij de groten van de Italiaanse literatuur zijn.
Ze verwachten dat ik Calvino zal zeggen, want dat zou voor hen geruststellend zijn. Heel doortrapt noem ik dan nooit Calvino, en zeg in plaats daarvan: ‘Nou, Fenoglio natuurlijk.’ Het komt nooit voor dat ze van hem gehoord hebben. Ze hebben geen idee wie hij is.’
Verplichte kost op de middelbare school
Baricco: ‘Fenoglio is nauwelijks bekend, maar iedere Italiaan heeft ooit een boek van hem gelezen. Zijn werk is verplichte kost op de middelbare school. Bijna iedereen kent Een privékwestie (1963), dat beschouwd wordt als een van de grootste Italiaanse klassiekers.’
Maar daarna houdt het ook in Italië op met de faam van de eveneens uit Piemonte afkomstige schrijver. ‘Onder schrijvers is Fenoglio geliefd, maar bij het grote publiek is hij bij lange na niet zo bekend als Calvino of Moravia.’
Grote schrijvers uit Piemonte
Fenoglio doet Baricco erg denken aan hem zelf. Net als Baricco werd Fenoglio geboren in de regio Piemonte, in het noordwesten van Italië. Is het toeval dat er zoveel goede schrijvers uit dit gedeelte van Italië komen?
Baricco heeft daar wel een verklaring voor. ‘Wij mensen uit Piemonte zijn verlegen. Wij kruipen niet graag uit onze schulp. Wij wonen maar een uurtje rijden van de zee en wij wonen net achter de bergen, waar het klimaat extreem is. Koude winters, hete zomers. Over het algemeen hebben wij een verdrietige aard. Het platteland dat je in deze regio ziet, zit in onze karakters besloten. Wij verplaatsen ons in het leven niet veel, wij reizen het liefste in onze dromen.’
Introvert en een stotteraar
Beppe Fenoglio (1922-1963) sloot zich tijdens de Tweede Wereldoorlog aan bij de partizanen. Na de bevrijding keerde hij terug naar zijn geliefde Alba, in de Langhe, waar hij tot aan zijn dood op het kantoor van een wijnhandel werkte en in zijn vrije tijd schreef.
Fenoglio was niet een man die je direct in je hart sloot. Baricco: ‘Hij was verre van sociaal en joviaal en daarnaast stotterde hij ook nog eens. Hij vertoonde zich liever niet in het openbaar. Hij was absoluut ambitieus, maar op een trotse, ingetogen manier, zoals dat mensen in Piemonte tekent.’
Teveel ‘cinema’
De laatste dag, in het Italiaans uitgegeven als La paga del sabato, is een onontdekte parel in de Italiaanse literatuur, die pas na de dood van Fenoglio in 1969 werd uitgegeven. Het manuscript leverde Fenoglio aan bij de beroemde uitgever Einaudi, waar de bekende schrijver Italo Calvino werkte als redacteur.
De reactie die Calvino aan Fenoglio stuurde na het toesturen van het manuscript is bewaard gebleven. Calvino vond het op zich een aardig werk, maar teveel leunend op de ‘cinema’.
‘Twintig jaar later ontdekte men dat boeken en cinema uitstekend samen gaan, maar Fenoglio was zijn tijd ver vooruit, zo blijkt nu,’ verzucht Baricco, met zichtbaar pijn in het hart.
Fenoglio’s roman speelt zich af direct na de Tweede Wereldoorlog. De hoofdpersoon, de jonge Ettore, keert terug naar zijn ouderlijk huis. Als partizaan had hij de leiding over twintig mannen en hij kan zich nu maar moeilijk aanpassen aan het gewone leven. Routinematig werk onder een baas is voor hem ondenkbaar geworden.
Hij sluit zich aan bij twee ex-partizanen, die in hun levensonderhoud voorzien door diefstal en afpersing van voornamelijk oud-fascisten. Als blijkt dat zijn vriendin Vanda zwanger is, moet hij zijn levenswijze radicaal veranderen. Maar de vraag is of hem dat lukt, want onderhuids voel je continu de sfeer van verdriet en mislukking. Even lijkt het lot van Ettore positief te keren, maar uiteindelijk blijkt dat het leven niet vriendelijk is voor illusies…
Vier grammaticafouten per pagina
Typerend voor Fenoglio is dat je geen pagina in zijn boeken kunt lezen, zonder drie of vier grammaticafouten te zien, zo ontdekte Baricco. ‘Hij schreef vanuit zijn hart en voegde ook veel aspecten van het lokale dialect toe, om het verhaal echter te laten lijken.’
Fenoglio schreef bovendien heel direct en bondig, typisch voor de jaren vijftig, maar ook voor de regio Piemonte. Baricco: ‘Als wij iets in vier woorden kunnen zeggen, dan doen wij dat. Kan het in drie woorden, dan zullen we dat niet nalaten. Grote dingen kun je best in een paar woorden zeggen.’
Die compactheid typeert ook Baricco’s eerdere romans en waarschijnlijk ook zijn net verschenen De jonge bruid (dat eind maart in Italië al verscheen onder de naam La sposa giovane), waar we volgende week een blog aan zullen wijden.