Download de gratis Ciao tutti app voor nog meer tips

Giuliano – een van de vele gezichten van Umbrië uit Van Klaartje naar Chiara

Bijna vijftien jaar geleden vertrok Klaartje Heerze-te Winkel, samen met haar man en vijf maanden oude dochtertje, van de Randstad naar Umbrië. Daar zette ze het vakantieverblijf Casa San Carlo op, begon ze een handel in wijn en olijfolie en kreeg ze een tweede dochter.

Een aantal jaar geleden ontmoetten we elkaar in Città della Pieve, voor een gezellige aperitivo in de voorjaarszon. Dankzij Klaartjes Facebookberichten bleven we ook als we niet in Umbrië waren op de hoogte en volgden we haar belevenissen. Met name de laatste jaren schreef ze schitterende stukjes over haar leven in Umbrië en de mensen die ze er ontmoette.

Met enige regelmaat verzuchtten we dat ze deze ‘kattenbelletjes’ moest optekenen om er een boek van te maken, als eerbetoon aan die mensen en hun verhalen, maar ook en vooral als prachtig tijdsbeeld van dit stukje Italië.

Van Klaartje naar Chiara

De afgelopen maanden bewerkte Klaartje haar eerder geschreven ‘stukjes’ en schreef ze een heleboel nieuwe verhalen. Met de nodige zelfspot beschrijft ze in Van Klaartje naar Chiara – de vele gezichten van Umbrië hoe het is om als Nederlandse vrouw, gewend aan de reuring van de stad, te wonen en te werken op een stille berg in Umbrië.

Hoe het is om te emigreren naar een plek waar je niemand kent, een bedrijf op te zetten in een land dat geliefd is vanwege de goddelijke keuken maar als ‘onwerkbaar’ wordt bestempeld vanwege de verstikkende bureaucratie. Is het een ‘Italiaanse droom’ om ieder jaar honderden, zeer verschillende gasten te ontvangen in je huis?

Met haar nieuwe landgenoten voert ze soms grappige, soms ontroerende en altijd verrassende gesprekken, over het snoeien van olijfbomen en het telen van saffraan, maar ook over jeugdwerkeloosheid, emancipatie en immigratie.

Ze vertelt openhartig hoe ze zich als zelfstandig vrouwelijk ondernemer staande probeert te houden in een van oudsher hiërarchische, door mannen gedomineerde maatschappij. Hoe is het om twee kinderen op te voeden in een katholiek land als je zelf niet gelovig bent? Waarin verschillen Italianen nu precies van Nederlanders? Om zo voorzichtig een antwoord te geven op de vraag die haar gasten haar keer op keer stellen: waar voel je je ‘thuis’?

Giuliano en zijn Vespa

Klaartje verzamelde bijna vijftig verhalen – en tweehonderd eigen foto’s – van spontane ontmoetingen en gesprekken met haar nieuwe landgenoten. We mogen namens Klaartje alvast een kort verhaal uit haar boek delen, over Giuliano en zijn Vespa.

‘Maar natuurlijk mag je een foto van me maken!’ zegt Giuliano enigszins verbaasd, als ik hem vlak onder Monteleone tegenkom en staande houd op straat.

Ik ben op weg naar de supermarkt als ik plotseling bij de splitsing van de weg een tegenligger in het vizier krijg. En niet zomaar één… Mij rijdt een wat oudere Italiaanse man tegemoet met grijzend haar en een korte, witte baard. Gekleed in een lichtblauw katoenen overhemd (met opgerolde mouwen uiteraard), een donkerblauwe broek en met een stralende lach onder zijn zonnebril.

Ik ben even perplex, niet omdat deze Casanova mijn hart sneller doet kloppen (als ik zo ontvlambaar was geweest, had ik hier met al die charmeurs geen leven meer), maar vanwege zijn algehele verschijning.

De vrolijkerd zit namelijk niet gewoon in een auto, maar heeft zijn billen op het glimmende zadel van een prachtig Vespaatje gevleid. Een heuse oldtimer, in onschuldig gebroken wit. Zo een die je direct zelf wilt hebben, ook al heb je je eigen billen nog nooit op het zadel van een brommertje gevleid en weet je niet eens hoe zo’n ding werkt.

Instant begeerte. Ik heb er vaak last van, hier in Italië. Het is een begeerlijk land. Zeker in de zomermaanden, dan wekt zowat alles verlangen bij me op. Bijvoorbeeld die sprankelende Spritz op het bomvolle terras (hoe laat mag je eigenlijk beginnen met drinken?), of de twintigers die ’s ochtends schijnbaar achteloos een gerafeld T-shirtje en afgeknipte spijkerbroek hebben aangetrokken en er toch woest aantrekkelijk uitzien (was ik maar weer zo jong!).

Maar ook de glinsterende zon op het wateroppervlak van het prachtige Lago di Bolsena, waar de Italiaanse tieners tot ’s avonds laat op het strand staan te volleyballen in hun zwemshorts. De zomermaanden in Italië zijn heet, letterlijk en figuurlijk.

Che bella,’ zeg ik vol bewondering. Hij begrijpt direct dat het me niet om hemzelf te doen is (dan had ik wel ‘Che bello’ gezegd) maar dat ik op zijn Vespa doel. Hij begint te stralen.

‘Ze is uit 1963! Ik heb haar zelf opgeknapt en luister… hoor je dat, hoe ze in één keer aanslaat? Dat is nog eens pure klasse, nietwaar? Betrouwbaar en verfijnd, molto chic… Zo vind je ze tegenwoordig niet meer. Aiaiai, die jonkies van tegenwoordig: ze hebben geen stijl, ze zijn niet charmant, weten een man niet meer te verleiden.’ Even vraag ik me af of hij het nog steeds over brommertjes heeft of over de Italiaanse vrouw in het algemeen.

‘Deze zomer gaan mijn vrouw en ik toeren, op Elba, mét haar natuurlijk! Mijn vrouw heeft gelukkig alle begrip voor mijn amante… We hebben wat je noemt, heel modern, een driehoeksverhouding, haha!’ Hij is duidelijk in zijn nopjes met zijn licht schunnige grapje.

‘We nemen haar mee op de boot en we zien wel hoelang onze reis duurt.’ Liefkozend geeft hij een klopje op het stuur van zijn grote liefde: ‘Su questa, non devi avere fretta, op deze dame moet je geen haast hebben!’

‘Nee,’ antwoord ik op mijn beurt al even schunnig, ‘geen enkele vrouw vindt het volgens mij prettig als een man te gehaast is terwijl hij haar berijdt, nietwaar?’

Met stomheid geslagen kijkt hij me aan, begint dan hard te lachen en zegt: ‘Mamma mia, jij bent zéker geen Italiaanse! Laat me raden, svedese, danese? Nee wacht, zo direct en vrij van geest: je moet Nederlandse zijn!’

Ik bevestig zijn vermoeden, maar schakel snel over op een neutraler onderwerp. Je moet de Italiaanse man niet ál te veel het idee geven dat je hem aardig vindt. Voor je het weet verwart hij de ironische ondertoon in je grapjes met oprecht geflirt en denkt hij dat hij zich enkele vrijheden kan permitteren.

Italiaanse mannen staan niet voor niets bekend om hun killer qualities with the ladies en – hoe senior ook – die kwaliteiten tonen ze graag. Dus stel ik Giuliano nu ook maar snel een onschuldige vraag over zijn favoriete stuk van Elba. Heeft hij misschien nog goede tips voor mij, is er iets wat ik absoluut niet mag missen als ik zelf het eiland zou aandoen?

Al even enthousiast als over zijn geliefde Vespa begint hij mij te overladen met consigli. Voor de beste ijstent moet ik naar Portoferraio, het mooiste strand vind ik aan de Punta Capo Bianco en natuurlijk weet hij ook waar ik een goddelijke spaghetti alle vongole kan eten, ’s avonds in de haven.

Dan excuseert hij zich, hij moet er nu echt vandoor. ‘Wellicht komen we elkaar nog eens tegen, wie weet! Het was een waar genoegen je te ontmoeten, ciao olandese!’ roept hij, met een gulle zwaai, zijn Vespa soepel wegdraaiend van de kruising. En eventjes, heel eventjes, zie ik mezelf toch achterop springen en wegrijden naar Elba.

Geniet van al Klaartjes verhalen in

Van Klaartje naar Chiara – de vele gezichten van Umbrië | Klaartje Heerze-te Winkel | ISBN 9789081589062 | € 29,99 | bestel jouw exemplaar direct bij Klaartje via de website van Casa San Carlo

Ontdek onze digitale reisgidsen voor nóg meer tips

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *