Ciao tutti’s Marloes loopt in etappes langs de Romeinse limes, zoals je via deze linkDeze link opent in een nieuw tabblad kunt volgen. Per etappe deelt ze de mooiste plekken met een Romeinse of Italiaanse touch die ze onderweg tegenkomt.
Als je – als voorbereiding op deze langeafstandswandeling of vanuit interesse in het verhaal van de Romeinen in Nederland – meer wil weten over deze limes, dan is het boek De Romeinse limes – de Neder-Germaanse grens in NederlandDeze link opent in een nieuw tabblad van Luit van der Tuuk een aanrader.
De Rijn als Romeinse grens
De limes is de circa vijfduizend kilometer lange Romeinse rijksgrens die door het huidige Engeland, Nederland, Duitsland, Hongarije, Roemenië, Syrië en Noord-Afrika liep. De Neder-Germaanse limes volgde de Rijn en is een van de grootste infrastructurele werken die ooit in de Lage Landen gerealiseerd zijn.
Recente opgravingen hebben veel ervan blootgelegd, waardoor de belangstelling voor de limes is aangewakkerd. De Neder-Germaanse limes is in 2021 zelfs opgenomen op de Werelderfgoedlijst van UnescoDeze link opent in een nieuw tabblad.
foto: Henk Braam via Romeinen.nlDeze link opent in een nieuw tabblad
De Romeinse limes is een korte geschiedenis van het Romeinse keizerrijk in het algemeen en de aanwezigheid van de Romeinen in de Lage Landen in het bijzonder. Aan bod komen bijvoorbeeld het optreden van Ambiorix en de Bataafse Opstand.
Verritus en Malorix
We delen alvast een voorproefje uit De Romeinse limes, het verhaal over Verritus en Malorix:
‘Hoewel de Romeinen zich achter de Rijn hadden teruggetrokken, hielden zij wel een forse bufferzone aan de overzijde van de rivier vrij om ongewenste vijandelijke bewegingen tijdig te kunnen opmerken.
Daardoor waren zij in staat om dreigende machtsconcentraties op voorhand het hoofd te bieden. Het ontvolkte gebied werd slechts ten behoeve van de militaire bezetting gebruikt, bijvoorbeeld als weidegrond voor het vee.
Nadat de Romeinse bevelhebber Paulinus Pompeius in 58 naar Rome werd teruggeroepen en er in onze streken even geen legerleiding was, waagde een groep Friezen op aanstichting van hun leiders Verritus en Maloriz zich in zuidelijke richting binnen de Romeinse bufferzone.
Tacitus noemde hen aanvoerders, maar haastte zich erbij te vermelden dat het maar de vraag was of Germanen zich wel lieten gebieden. Het zijn in ieder geval de eerste Friese voormannen die we bij naam kennen.
Weerbare mannen gingen te voet door de wouden en de moerassen, de rest van de bevolking voer per schip met heel hun hebben en houden naar het buffergebied om zich daar te vestigen. Waarschijnlijk waren deze mensen uit hun eigen woongebied verdreven, want niemand verlaat zomaar zonder reden zijn geboortegrond.
Ze begonnen de bodem te bewerken en gewassen in te zaaien, ‘alsof het hun vaderlijk erfgoed was’. Volgens Tacitus was het gebied nooit Fries geweest en hadden er achtereenvolgens Chamaven, Tubanten en Usipeten in het gebied gewoond.
Toen de nieuwe bevelhebber Dubius Avitus in onze streken aankwam, waarschuwde hij de bevolking de militaire zone te ontruimen. Ze moesten naar hun vroegere woongebied terugkeren of anders bij keizer Nero een verzoek voor een andere vestigingsplaats indienen.
De Friezen kozen voor de laatste mogelijkheid. Blijkbaar werden er naast militaire ook diplomatieke middelen ingezet, ook al beschreven de Romeinse geschiedschrijvers bij voorkeur meer tot de verbeelding sprekende militaire veldtochten.
Verritus en Malorix kregen toestemming om naar Rome te reizen om daar hun zaak te bepleiten. Daar werden zij gastvrij ontvangen en door de stad rondgeleid ‘langs al datgene dat men aan vreemdelingen toont om de grootsheid van het volk te demonstreren’.
Daarmee werden Verritus en Malorix de eerste bij naam genoemde toeristen uit onze streken die Rome bezochten. In het Theater van Pompeius woonden ze een voorstelling bij.
‘Terwijl ze daar rondkeken – van de uitvoering begrepen ze niet veel – vroegen ze wat voor publiek er zat. Toen ze naar het onderscheid tussen de standen informeerden en vroegen waar edelen en senatoren zaten, ontdekten ze dat er mannen met vreemde kleding op de plaatsen van de senatoren zaten.
Ze vroegen wie dat waren en kregen te horen dat die eer te beurt viel aan gezanten van volken die zich door moed en vriendschap met de Romeinen onderscheiden hadden. Daarop riepen zij uit dat de Germanen niet in dapperheid en trouw te overtreffen waren en gingen ze beneden tussen de senatoren zitten. De toeschouwers konden deze spontane opwelling wel waarderen.’ (naar: Tacitus, Annalen)
De Romeinen namen het vooral goedmoedig op. De keizer schonk Verritus en Malorix zelfs het Romeinse burgerrecht, maar hun mensen moesten het buffergebied bij de Rijn wel ontruimen.
Toen ze dat weigerden, stuurde Avitus een ruitereenheid op de bevolking af die een deel van hen neersloeg en een ander deel in gevangenschap afvoerde.’
Lees verder in
De Romeinse limes – de Neder-Germaanse grens in Nederland | Luit van der Tuuk | ISBN 9789401919494 | € 19,99 | uitgeverij Omniboek | bestel De Romeinse limes bij je lokale boekhandel of via deze link bij bol.comDeze link opent in een nieuw tabblad