Het heerlijke boek De geheimen van het Italiaanse eiland is het eerste deel van de serie Het Italiaanse eiland, vol liefde, mysterie en de onverbrekelijke band tussen zussen. Namens uitgeverij Oceaan mogen we alvast een voorproefje delen.
Mia is diep bedroefd na het overlijden van haar geliefde oma Annalisa. In haar nagelaten spullen vindt ze een brief uit Italië. Haar oma heeft haar nooit verteld over haar verleden, en al helemaal niet over het prachtige Italiaanse kasteel waar ze ooit een zomer doorbracht die haar leven voorgoed zou veranderen.
Je reist terug naar 1943. Annalisa reist in het geheim met haar twee jongere zussen naar het Italiaanse eiland Parissi, om haar rijke oom om hulp te vragen. Wat ze niet verwacht is dat ze er haar passie zal ontdekken, verliefd zal worden en plotseling alles achter zal moeten laten wat haar lief is.
Lees alvast een voorproefje van De geheimen van het Italiaanse eiland
‘Na het etentje reed Erica Mia naar Lucy’s huis, een kleine splitlevelwoning aan een met bomen omzoomde onverharde straat, waarvan de achtertuin aan de rotskust van de Long Island Sound grensde. Mia stapte uit de auto en pakte haar koffer.
‘Zeker weten dat je niet vannacht bij mij wilt logeren?’ vroeg Erica. ‘Het zal binnen supertriest zijn. Dylan is al naar Stamford voor het vrijgezellenfeest van zijn broer dit weekend, dus we zijn maar met z’n tweeën. Morgen kom je toch al logeren, dus waarom vannacht niet ook?’
‘Nee, het is goed zo,’ zei Mia. ‘Ik moet hier vannacht in mijn eentje zijn. Ik zie je morgen na je werk, oké? Om half vier ben ik bij je huis.’
‘En dan vertrekken we zaterdagochtend vroeg naar de bergen!’ zei Erica met een opgewekte klank in haar stem.
Mia knikte en zwaaide toen Erica wegreed. Ze stak haar hand in haar tas om de sleutelbos met de sleutels van het huis en de auto van haar grootmoeder te pakken, en liep met haar rolkoffer naar de deur. Het was donker in huis en het was lastig om het sleutelgat te vinden bij alleen het flauwe schijnsel van de straatlantaarn, maar ze had zo lang bij haar oma gewoond dat ze dat gewend was.
Ze was blij dat Erica niet tegen haar beslissing geprotesteerd had. Ze moest vanavond alle gaten en hoeken van het huis doorzoeken, dat was duidelijk geworden toen Milt haar vorige week belde omdat er bij de post van haar grootmoeder een verlengingscontract van een opslagruimte had gezeten.
‘Het is heel gek,’ had hij gezegd. ‘Ik regelde alles voor haar: belasting, gas, water, licht, rekeningen, noem maar op. Maar ze heeft het nooit over een opslagruimte gehad… Ik had geen idee dat ze er een huurde tot ik haar doorgestuurde post doornam.
De sleutel van die opslagruimte zal ergens in het huis liggen. Ik wil er zelf wel naar gaan zoeken, maar als jij volgende week toch komt, is het misschien handiger als jij dat doet. Ze zei altijd dat als er iets kwijt was jij wel zou weten waar het was.’
Dat gesprek was de aanleiding dat Mia in haar eentje een nacht in het huis zou doorbrengen. Haar grootmoeder had haar zaken tot in de puntjes geregeld en had alles aan Milt toevertrouwd. Als Milt niet op de hoogte was van een opslagruimte, dan had ze die informatie doelbewust voor hem achtergehouden.
En dat laatste wat Milt zei – dat Mia zou weten waar alles was – had ze opgevat als een teken dat de inhoud van de opslagruimte alleen voor haar ogen bestemd was.
Eenmaal binnen knipte ze de lamp op het gangtafeltje aan. Doordat het huis nog steeds wekelijks werd schoongemaakt, zag het er smetteloos uit en er hing een lichte eucalyptusgeur, de lievelingsgeur van haar grootmoeder. Ze keek van de lamp naar de vier kleine familiefoto’s op het gangtafeltje, de enige tierlantijnen in het hele huis. De nieuwste foto was van Mia’s afstuderen, tien jaar geleden. Daarnaast stond een foto van de diploma-uitreiking van de middelbare school.
Op beide foto’s stond Mia in haar eentje, met hoed en toga, en ze waren door een officiële fotograaf genomen. Lucy moest niets hebben van foto’s nemen of er zelf op staan. De enige foto waar ze wel zelf op stond, was de derde foto, een zwart-wittrouwfoto van ruim zestig jaar geleden.
Lucy droeg een eenvoudige, nauwsluitende, witte jurk en haar korte donkerbruine piekhaar was achter haar oren gestreken. Ze hield één lange roos vast. Ze keek opzij en haar gezicht straalde ongeduld uit, alsof er heel veel dingen waren die ze liever zou doen dan voor de camera poseren. Mia’s grootvader, een knappe oudere man met achterovergekamd haar en een snor, keek zijn bruid geamuseerd aan. Hij wist ongetwijfeld precies wat ze dacht.
Op de vierde foto stond Mia’s moeder. De foto was in de achtertuin genomen toen ze een jaar of zeventien was. Ze was een knappe verschijning met goudblond haar dat tot op haar slanke schouders viel. Zo te zien kon je met haar lachen.
Het was iemand met wie Mia bevriend had kunnen raken als ze elkaar als tiener waren tegengekomen. Maar Mia had haar moeder nooit gekend, haar vader trouwens ook niet. Haar ouders waren bij een auto-ongeluk om het leven gekomen toen ze nog heel jong was.
Mia pakte de trouwfoto van haar grootmoeder en hield die even vast, liet haar vingers over de randen van het rechthoekige zilveren lijstje glijden. Haar grootmoeder zag er beslist niet uit als een gelukkige bruid.
Het was niet de eerste keer dat het Mia opviel dat haar grootmoeder nooit echt blij leek. En toch was Mia toen ze opgroeide die rustige momenten gaan herkennen waarop haar grootmoeder niet ongegeneerd blij maar wel tevreden leek. Dat zag je aan haar houding: een alertheid, een opgewekte helderheid, als een verre ster die glinsterde in een verder donkere lucht.
Mia had altijd uitgekeken naar die uitdrukking op het gezicht van haar grootmoeder en genoot als die verscheen: bij haar diploma-uitreikingen op de middelbare school en op de universiteit; toen ze haar eerste baan kreeg als onderzoeker bij een laboratorium op Long Island; toen ze haar volgende baan kreeg als laboratoriummanager bij Weill Cornell Medical in Manhattan; en telkens als ze thuiskwam toen ze eenmaal in een appartement in Manhattan vlak bij haar werk woonde.
Lucy was het meest in haar element als Mia gelukkig was. Mia voelde zich schuldig dat haar grootmoeder nooit echt gelukkig leek. Ze keek nog eens aandachtig naar haar grootmoeders gezicht op de foto. Erica had gelijk. Ze leek helemaal niet op haar grootmoeder.’
Lees verder in
De geheimen van het Italiaanse eiland | Barbara Josselsohn | vertaald door Nellie Keukelaar – van Rijsbergen | ISBN 9789046832202 | € 18,99 | uitgeverij Oceaan | bestel De geheimen van het Italiaanse eiland bij je lokale boekhandel of via deze link bij bol.com (ook verkrijgbaar als e-book)
Isola di Loreto in het Lago d’Iseo
Nieuwsgierig welk eiland op de cover van het boek prijkt? Dat is Isola di Loreto in het Lago d’Iseo, in het noorden van Italië. Het Isola di Parrisi is voor zover wij weten een niet-bestaand eiland, maar het eilandje in het Iseomeer vormt dankzij het sprookjesachtige kasteel een perfect decor voor dit verhaal.
Ciao Tutti,
Hebben jullie ook info over Le Marche?
Cordiale,
Yolande
Zeker Yolande, zie https://ciaotutti.nl/reizen-door-italie/le-marche/