Le Vie del Cinema – wandel langs kleurrijke muurschilderingen van filmsterren in Narni

Het is de bekendste villa van Umbrië: de Villa del Colle del Cardinale, de villa op de heuvel van de kardinaal, iets ten noorden van Perugia.
Deze renaissancevilla is na een lange restauratie weer open voor het publiek, in de weekenden en meestal op feestdagen. Marc neemt je mee naar zalen waar je ademloos naar de muren en plafonds zult kijken.
Marc: ‘De entree past wel bij zo’n statige villa. Je moet eerst een ietwat scheefstaande poort door die wordt bewaakt door twee leeuwen. Dan loop je over een kaarsrecht onverhard pad van meer dan tweehonderd meter langs jonge laurierstruiken.
Aan het einde van deze oprijlaan wachten een wat verweerd bordes op twee niveaus en een vijver waaruit een reiger lijkt op te stijgen, twee toevoegingen uit de achttiende eeuw. De majestueuze villa zelf dateert uit 1575. Draai je om en je hebt een groots uitzicht over de heuvels van Umbrië.
De villa is gebouwd als zomerverblijf voor kardinaal Fulvio Giulio della Corgna, die een hele reeks bestuurlijke functies heeft vervuld in de regio, maar in de meeste geschiedenisboeken wordt overgeslagen.
Zijn invloed en macht waren vooral gebaseerd op familiebanden, aangezien zijn oom, Giovanni Maria Ciocchi del Monte, in 1550 tot paus Julius III werd gekozen.
Na de dood van de kardinaal in 1583 bleven de villa en de omringende landerijen nog een paar decennia in de familie, maar in 1644 werd alles verkocht. Dertig jaar geleden werd de villa eigendom van de Italiaanse staat.
De strakke façade, met centraal in het midden een monumentale entree en daarboven een balkon, is een mooi voorbeeld van renaissance-architectuur.
Als je daarna de hal binnenloopt, word je meteen geconfronteerd met een ander fenomeen dat populair is geworden in de renaissance: dat van de grottesche, fantasiefiguren die zijn gebaseerd op mensen, dieren en planten, of een combinatie daarvan. Overal in de villa zijn muren en plafonds beschilderd met de vreemdste afbeeldingen.
Dat die grottesche in de zestiende eeuw in de mode waren gekomen, was te danken aan de herontdekking van de Domus Aurea van keizer Nero in Rome. Het enorme gouden paleis was na zijn dood deels ontmanteld, afgebroken of in de vergetelheid geraakt omdat er nieuwe gebouwen naast of overheen werden gezet.
Vandaar de enorme opwinding toen eind vijftiende eeuw een jonge man ineens in een gat viel en in een beschilderde grot terechtkwam, die onderdeel bleek te zijn van het vroegere paleis van Nero.
De grootste sensatie betrof de schilderingen uit de Romeinse tijd: allerlei fantasiefiguren die zo uit een lyrische droom leken te zijn gestapt, vaak geïnspireerd op gedichten zoals de Metamorfoses van Ovidius.
Bezoekers wilden deze afbeeldingen met eigen ogen zien en daalden met touwen af in wat aanvankelijk een grot leek. Vandaar, zo zeggen taalkundigen, het woord grottesche.
Kunstenaars als Rafaël lieten zich erdoor inspireren. Daarom was het ook voor de schilders die de villa van de kardinaal moesten versieren, logisch om daar een deel van hun inspiratie te zoeken.
Opvallend voor het onderkomen van een geestelijke is dat in veel van die speelse fantasieën half ontklede vrouwen een rol spelen. Kunsthistorici verklaren dit aan de hand van het hoofdthema van de fresco’s: deugden en kunsten, die worden nu eenmaal gesymboliseerd door vrouwen.
De vertrekken zijn leeg. Je komt hier voor de schilderingen, niet voor de inrichting van vroeger. De strakke lijsten rondom de doorgangen naar de verschillende kamers vormen een mooi contrast met de fantasierijke grottesche, die ook de muren en het plafond van de monumentale trap naar de eerste verdieping verlevendigen.
In de hal op de begane grond is op het gewelfde plafond het wapen van de kardinaal te zien, omgeven door twee putti. De belangrijkste zalen vind je echter op de eerste verdieping.
De fresco’s op deze verdieping zijn van de hand van de schilder Salvio Savini, die het werk in 1581 voltooide. De kardinaal stond bekend als een man met veel interesse in beeldende kunst en literatuur. Dat moest ook in de schilderingen tot uiting komen.
Boven de ingang van de salone d’onore, de belangrijkste representatieve zaal van de villa, is de kardinaal afgebeeld. Hij heeft een document in zijn hand dat waarschijnlijk de plannen voor de inrichting van de tuin bevatte.
Naast hem zijn vrouwenfiguren geschilderd die de kardinale deugden verbeelden: moed, matigheid, verstandigheid, rechtvaardigheid, geloof, hoop en liefde.
Op het fries dat hoog op de zijmuren is afgebeeld (vroeger hingen hier wandkleden onder, maar die zijn er niet meer), staat de retoriek centraal. In het midden van het rijkelijk beschilderde cassetteplafond is opnieuw het wapen van de kardinaal afgebeeld.
Op het fries zijn ook de kunsten afgebeeld: het drietal grammatica, retorica en dialectiek en het viertal mathematica, geometrie, muziek en astrologie. Om hen heen mythologische figuren, landschappen en grottesche.
Ook in de andere kamers merk je dat dit de meest luxueuze verdieping was. In één kamer zijn bijvoorbeeld, tussen de grottesche door, scènes afgebeeld die verwijzen naar de bijbel.
Links langs de toegangsweg naar de villa lag het agrarische gedeelte, terwijl rechts naast de villa nog stukken van het park te zien zijn dat erbij hoorde.
De villa was het hart van een veel groter complex dat ook een wintertuin, een onderkomen voor de hoveniers en andere bijgebouwen omvatte. Het parkgedeelte had vroeger een strakke Italiaanse tuin, maar daar is nu helaas weinig meer van over.’
De villa is vooral in het weekend te bezoeken. Alle details over de exacte openingstijden en toegangsprijzen zijn te vinden op de website van Villa del Colle del Cardinale. Er worden ook regelmatig rondleidingen georganiseerd.