Vroegboekkorting bij hu openair villages & campings

De heilige berg van Orta

Rik Rensen neemt ons in zijn verhalen mee naar zijn geliefde Piemonte, waar hij een gerestaureerde boerderij bezit die je ook kunt huren en van waaruit hij verhalen schrijft over deze regio. Dit keer neemt hij ons mee naar een pareltje aan het Lago d’Orta.

Rik: ‘Eigenlijk ben je er voorbij voor je er erg in hebt. Veilig verscholen in de oksel van de grote broer, het Lago Maggiore, ligt het Lago d’Orta. Met een lengte van 12,8 kilometer en een breedte van 1,2 kilometer is het een van de kleinere meertjes in de regio Piemonte.

Mensen uit de omgeving noemen het meer liefkozend La Cenerentola, Assepoester, omdat dit goed bewaarde geheim met zijn ingetogen schoonheid bekende toeristentrekkers als het Comomeer en het Lago Maggiore veruit overtreft. Hier geen schetterende disco’s of overvolle boulevards. Aan het Lago d’Orta is niets te doen. Behalve voor mensen die van rust, natuurschoon en van heilige bergen houden.

Deze ochtend gloort het oranje boven het Lago d’Orta. Een streepje zon piept net boven de bergkam uit, die op zijn beurt hoog boven het water uittorent. De laatste resten schemering worden door het opkomende licht verdreven.

Op het water dobberen felgekleurde roeibootjes met daarin de vissers, die naar hun dobbers in het water turen. Ze staan rechtop. Dat is exemplarisch voor vissers die azen op grote vangst. Die willen staan. Als de vis de dobber omlaag trekt, moet je namelijk snel kunnen reageren.

Ik ben naar het meer gekomen om de omgeving van de beroemdste heilige van de streek, de heilige Julius van Novara, te bekijken, maar vooral ook voor de Sacro Monte di Orta (‘de heilige berg van Orta’), die is gebouwd ter ere van de heilige Franciscus van Assisi.

Elk van de twintig kapellen op de Sacro Monte di Orta is gewijd aan één aspect van het leven van Franciscus, waarvan een van de bekendste scènes de kus op de hand én de wang van een melaatse man is.

De Sacro Monte di Orta is een van de negen heilige bergen die in de regio Piemonte zijn gebouwd – en die stuk voor stuk op de Werelderfgoedlijst van Unesco prijken.

Eerst loop ik in alle vroegte naar Orta San Giulio, het stadje aan de oever van het meer dat naar de heilige Julius is vernoemd. Julius ziet het levenslicht op het Griekse eiland Aegina en wordt een gespecialiseerd kerkenbouwer. De kerk op het eiland zou van zijn hand zijn. De grote basiliek van deze heilige, die op dit piepkleine eiland aan het einde van de vierde eeuw na Christus in zijn naam is gebouwd, trekt altijd veel bekijks.

Je kunt er vanaf het haventje met een bootje naartoe varen. Een prachtige tocht die hooguit een kwartiertje duurt. Zo gaat dat nu. Eeuwen geleden werd het eiland angstvallig gemeden omdat het er niet pluis was.

Tot Julius ten tonele verscheen. Vroom al wel en hij moet bovenal een durfal zijn geweest. Toen hij zo’n 1600 jaar geleden bij het meertje arriveerde, werd het eiland nog bewoond door draken. Iedereen was als de dood voor die beesten. Behalve Julius.

Onverschrokken stak hij het meer over, staande op zijn mantel die hij als vlot gebruikte. Of er op het eiland hard gevochten is, vertelt dit epos niet. Sindsdien is er in ieder geval geen draak meer waargenomen. En Julius had voor de eeuwigheid zijn naam gevestigd

Een spannend verhaal, waarmee je de dorpsjeugd in de omgeving op een donkere winteravond nog steeds de stuipen op het lijf kunt jagen.

Ik loop weer terug en zie de Sacro Monte in de verte al liggen. Het belooft warm te worden. De ochtend is nog maar net begonnen en er is geen mens te zien. Zo op het eerste gezicht is er beneden aan deze berg niets bijzonders te zien.

Aan het begin van de toegangsweg naar de twintig kapelletjes is er nog niets te zien van enig bouwwerk, maar wie de moeite neemt om de weg naar boven te volgen, komt er al snel achter: deze Sacro Monte di Orta is wel een heel bijzondere plaats. Veel bezoekers die mij zijn voorgegaan, vertellen dat ze geëmotioneerd zijn geraakt door wat ze op de top van deze heilige heuvel aantreffen.

Zit het ‘m in de plek? Hoog en afgezonderd boven op de heuvel? Komt het door het betoverende uitzicht op het meer? Of komt het door de bijna levensechte beelden in de kapelletjes waarin de heilige Franciscus steeds weer opnieuw voorkomt? Zo levensecht dat het net lijkt of de tijd is stilgezet en de beelden op commando zo weer kunnen gaan bewegen.

Heuvelopwaarts lijkt het wel of ik op gewijde grond loop. Het is doodstil en er is nog steeds geen andere bezoeker te bekennen. Verscholen in het bos en soms opzichtig gepositioneerd, met veel tierelantijnen, staan de twintig kapelletjes te pronken.

De heilige Franciscus was ook tijdens de bouw van deze kapellen al een heilige van formaat, die tijdens zijn leven met toestemming van paus Innocentius III een eigen orde mocht stichten. Die kenmerkte zich door een vroom leven in strikte armoede in dienst van de armoede en melaatsen.

Die kapelletjes staan er niet voor niets. De katholieke kerk had vanaf de zestiende eeuw nieuwe bedevaartsoorden nodig als vervanging voor de heilige plaatsen in Palestina en Jeruzalem. Die waren namelijk door de oprukkende islam zo goed als onbereikbaar geworden voor de honderdduizenden bedevaartgangers uit die tijd.

Bovendien hadden veel mensen toen domweg het geld niet om die lange, gevaarlijk reis naar Jeruzalem te maken. Die moesten het dus dichter bij huis kunnen zoeken.

De kapelletjes stammen uit de zeventiende en achttiende eeuw. Omdat er zo lang aan is gebouwd, zie je verschillende architectonische stijlen dwars door elkaar heen lopen in de verschillende gebouwtjes: van barok tot laat-renaissance tot rococo.

Als een echte bedevaartganger loop ik de nagebootste Kruisweg omhoog. Kapel na kapel. De oudste zijn het eenvoudigst van vorm en minimaal gedecoreerd. Maar de grote kapellen staan vol levensechte beelden en hebben prachtig gekleurde fresco’s op de muren. Ik kijk met open mond en zou willen dat ik even tussen die frescoschilders van toen kon staan. Tussen Morazzone of Stefano Maria Legnai. Al was het maar voor eventjes…’

Meer lezen over Piemonte? Rik Rensen schreef ook het boek Puur Piemonte waarin een aantal van zijn verhalen uit Piemonte is gebundeld.

Download de gratis Ciao tutti app voor nog meer tips

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *