Het werk van Sandro Botticelli, een van de meest gevierde Florentijnse schilders van het Quattrocento, bevindt zich over de hele wereld. Van de Galleria degli UffiziDeze link opent in een nieuw tabblad in zijn thuisstad Florence tot aan het Metropolitan Museum of Art in New York: overal ter wereld vind je het schitterende werk van Botticelli.
Botticelli’s De Geboorte van Venus in de Galleria degli Uffizi in Florence
Maar wist je dat in het depot van het Rijksmuseum in Lelystad ook een Botticelli hangt? Julian (de man van Mariska) ontdekte dit en ging samen met Mariska, Saskia en Willemijn een kijkje nemen. Alle vier stonden ze oog in oog met de Bijbelse heldin Judith en een lugubere onthoofding.
Schatkamer
Mariska: ‘Depots zijn ware schatkamers. Bijna ieder museum in Nederland heeft een eigen depot: een plek waar kunstwerken worden bewaard die niet tentoongesteld kunnen worden in het museum, meestal vanwege ruimtegebrek. Maar liefst vijfenzestig miljoen (!) kunstobjecten zijn in Nederland niet te zien voor de reguliere bezoeker van een museum. Gelukkig kun je via de websites van veel musea wel digitaal een kijkje nemen in de depots.
Zo ontdekte Julian, fervent geschiedenis- en kunstliefhebber, een paar maanden geleden het schilderij Judith met het hoofd van Holofernes van Sandro Botticelli in het digitale archief van het Rijksmuseum. Je kunt je natuurlijk wel voorstellen hoe blij we reageerden: een Botticelli in Nederland! Maar al snel kwamen we er achter dat dit Florentijnse werk niet in Amsterdam te zien is…
Kunst in het depot
Het Rijksmuseum bezit meerdere depots in Nederland. Enkele bevinden zich in Amsterdam, maar sinds enkele jaren heeft het museum ook een groot depot in Lelystad. In een enorme loods op een industrieterrein staat ongeveer elf procent van de collectie van het Rijksmuseum opgeslagen.
Normaal kun je dit depot niet bezoeken, tenzij je bijvoorbeeld familie bent van een kunstenaar wiens werk staat opgeslagen in het depot. Of je bent een onderzoeker die research doet naar een bepaald kunstwerk. Voor zulke zaken kun je terecht bij het depot van het Rijksmuseum, dat ook een officiële depotbeheerder heeft: Dennis Kemper.
Dagobert Duck
Dennis neemt ons mee door de wandelgangen van het enorme complex, dat wordt gedeeld met de Koninklijke Munt. Om in het depot van het Rijksmuseum te komen, loop je eerst door hoge betonnen hallen van de Koninklijke Munt waar een veelheid aan houten kisten gevuld met munten staat opgesteld. De neiging om de kistjes open te breken en als Dagobert Duck een duik te nemen in de muntjes, is amper te weerstaan.
Renaissance
Maar dan komen we aan in het mekka van de depotkunst. We passeren stellages gevuld met meubelstukken en decoratie-elementen. Foto-opstellingen komen we tegen, waar de depotwerken worden gefotografeerd voor catalogi, voor bruiklenen en voor het digitale vrij toegankelijke RijksstudioDeze link opent in een nieuw tabblad. Ook zien we röntgenfoto’s hangen van Rembrandts Staalmeesters (1662).
Maar dan komen we dichter bij het werk waar alles om draait deze ochtend. Rolrekken vol schilderijen passeren we, totdat zij daar op ons staat te wachten: Judith met het hoofd van Holofernes, rond 1495 geschilderd door de Florentijnse meester, in de herfst van zijn carrière.
Zomaar hier, in een betonnen depot in Lelystad, dat eind vijftiende eeuw nog diep in het water lag terwijl Florence amper was bijgekomen van de aanloop naar de hoog-renaissance, die zich op dat moment razendsnel naar steden als Rome en Venetië verspreidde.
Kennismaking met Judith
Een uur lang hadden we de tijd om het kunstwerk te bewonderen. We raakten vooral betoverd door de prachtige hoofdbedekking van Judith en haar lange haren die eruit golfden, zoals we van Botticelli zijn gewend. Ook de kleuren zijn spectaculair te noemen. Het rood overstemde onze gevoelens bijna.
We konden het schilderij van heel dichtbij bekijken, konden het bijna aanraken, zonder onder de voet gelopen te worden door fotograferende toeristen. Ook de setting was bijzonder. Een museum heeft vaak iets heiligs, een tempel van de kunst, terwijl hier de ruimte de eigenlijke betekenis van het kunstwerk, als decoratiestuk, weer laat spreken.
Het schitterende werk roept ook een heleboel vragen op. Waarom maakt deze Botticelli geen deel uit van de permanente collectie van het Rijksmuseum? Waarom is aan de rechterzijde van het schilderij een lelijke, onuitgewerkte vlek te zien, die we met enige inspanning nog kunnen identificeren als een vrouwenfiguur?
Voor wie maakte Botticelli dit werk? Hing het aan de muur bij een van zijn patronen, onder wie Lorenzo de’ Medici, of had het een andere functie? Een uur lang pijnigden we onze hersens met deze vragen, terwijl Judith geen woord losliet, immer verkerend in een contemplatieve stilte die al ruim vijfhonderd jaar duurt.
Judiths achterkant
Ook mocht het schilderij even van de wand af en toonde Dennis ons de achterkant. Kunsthistorici zijn hier vaak erg in geïnteresseerd, omdat oude stickers, stempels en graveringen meer kunnen vertellen over de herkomst van het schilderij.
Van wie was het schilderij? Werd het op een veiling gekocht en zo ja, door wie en wanneer? Wat voor type drager is er gebruikt? Vaak ontstaat een ware speurtocht naar de herkomst van een schilderij naar aanleiding van de gegevens op de achterkant.’
Met pijn in het hart lieten we Botticelli’s Judith weer achter. Mariska dook in de geschiedenis van dit bijzondere werk en vertelt daar uitgebreid over in deze blogDeze link opent in een nieuw tabblad.
Tja, een vreemde kwestie; persoonlijk vind ik dat de kunstwerken uit de opslag beter boven de bank van het volk kan hangen (de `eigenaar`); misschien op de `echt` waardevolle en historisch belangrijke stukken na.
Natuurlijk zal er oppositie zijn (kunstkringen, betweters, belanghebbenden, noem maar op), maar al dat moois weg laten kwijnen……………???
Kortom: een pleidooi voor openbaar kunstbezit! En nadrukkelijk niet alleen voor het hogere belastingbetalers-segment. En de verdeling kan met moderne middelen echt wel goed geregeld worden. Kom op mensen: democratie. Heers en verdeel.
Ik zou er geen bezwaar tegen hebben om deze Botticelli boven mijn bank te hangen. Maar liever nog gewoon voor iedereen zichtbaar in het Rijksmuseum.