Adje Middelbeek woont in Umbrië, op haar Podere del BuongustaioDeze link opent in een nieuw tabblad, ‘de hoeve van de lekkerbek’. Ze brengt veel tijd door in de keuken, met dank aan haar vrienden die haar regelmatig voorzien van verse kruiden, truffel, paddenstoelen…
Al die recepten tekent Adje nu op in een nieuw kookboek, met vooral ook veel plek voor alle verhalen van haar vrienden, buren en dorpsgenoten. Ze geeft vandaag een voorproefje.
Adje: ‘Een Italiaanse peuter kan voordat hij zijn eerste woordje spreekt allang het gebaar che buono maken. Na zijn eerste hapjes prikt hij met zijn linker wijsvinger naast zijn mond, draait die dan twee keer heen en weer en zegt daarmee che buono, wat heerlijk!
Later als ze groot zijn praten Italianen ook iedere dag over eten: in de rij bij het postkantoor, als je bij de bar een caffè al banco achterover slaat of in de supermarkt als je een moot vis wil kopen en aan de verkoopster vraagt hoe je hem zal klaarmaken.
Iedereen om je heen weet dan wel een lekker recept en dan nemen we allemaal de tijd om het daar uitgebreid over te hebben. Als je in Italië met iemand op straat una chiacchierata maakt, een babbeltje, gaat dat al snel over eten. En dat verbindt mij met de Italianen.
Ik was tien jaar oud toen ik voor het eerst alleen kookte. Daarvoor hielp ik mijn vader wel eens als hij in het weekend aan het koken was. Misschien zal het je niet verbazen dat het eerste gerecht dat ik heb gekookt Italiaans was. Spaghetti met tomatensaus, gehaktballetjes en oeps…….ananas. Oké, het was 1960, dus dat is me vast allang vergeven.
Nu ben ik begonnen aan een nieuw kookboek, Italiaans natuurlijk. Met veel recepten van mij, maar ook met verhalen van en over mijn Italiaanse vrienden, hun lievelingsrecepten en bijvoorbeeld hun kennis van de natuur en hoe ze die gebruiken in de keuken, in hun werk en bij hun hobby’s zoals jagen en het verzamelen van kruiden, groente, truffels en paddenstoelen. En natuurlijk over hun passies en de liefde die ze hebben voor eten en voor hun eigen producten.
Zo neem ik je mee op reis door mijn Umbrië en stel ik je voor aan Eva, 98 jaar, barista van beroep en nog steeds te vinden in haar bar in Montegabbione.
Of aan Fabrizio, aannemer en gepassioneerd jager, ik hoef het maar te zeggen en er ligt een mooie reebout of een paar kilo wild zwijn op mijn stoep.
Ik neem je mee naar Davide, de slager. De eerste keer dat ik bij hem op bezoek kwam rook ik hoe echt varkensvlees ruikt, heel fris en citroenig. Hij maakt de heerlijkste worsten en andere vleeswaren. Er hangen zo’n tienduizend prosciutto’s in het laboratorio van Davide en op jaarbasis verwerkt hij meer dan dertienduizend kilo zout voor de productie van al zijn worsten en hammen.
Doriana heeft een winkel in eigengemaakte streekproducten, zoals truffels, porcini, kastanjes op siroop en mispeljam. Zij verwerkt soms zo’n twaalf kilo truffels op een dag en de eerste keer dat ik bij haar was om het een en ander te proeven stond, ze truffel boven mijn bruschetta te schaven of het hagelslag was. Mamma mia, dat vergeet ik echt nooit meer!’
Ben je geïnteresseerd in Adjes kookboek, schrijf je dan in voor de nieuwsbrief via deze linkDeze link opent in een nieuw tabblad, dan blijf je op de hoogte!