Marion Pauw, Elle van Rijn, Roos Schlikker en Femmetje de Wind schreven samen Vier wandelaars en een Siciliaan. We delen alvast een fragment uit dit heerlijke vakantieboek!
Wandelvakantie op Sicilië
Vier vrouwen schrijven zich in voor een wandelvakantie in Italië. Onder begeleiding van gids Vincenzo lopen ze door het ruige binnenland van Sicilië.
De vrouwen hebben alle vier zo hun eigen redenen om deel te nemen aan de wandeltocht, allemaal ontvluchten ze het leven thuis. Lukt het ze om zich te ontdoen van de ballast uit het verleden en hun verwachtingen voor de toekomst bij te stellen?
Avontuur, botsende karakters, geheimen, ontluikende vriendschappen, diepe gesprekken en vele kilometers wandelen – het wordt hoe dan ook een tocht die ze niet snel zullen vergeten…
Lees alvast een fragment
‘Terwijl we het eiland naderen, zie ik schimmen van bergen. Ze zijn hoger dan ik had verwacht. Ik weet verder niets van Sicilië, behalve dan dat het de bal is waar de laars van Italië tegenaan trapt.
Normaal gesproken verdiep ik me meer in mijn reisbestemmingen, maar ik heb deze reis pas gisteravond geboekt. Het was de eerste de beste wandelvakantie die voorhanden was. In het vliegtuig las ik pas de reisinformatie. Ik ga de Magna Via Francigena lopen, een duizend jaar oude handelsroute waar ooit Normandische ridders en middeleeuwse pelgrims overheen trokken, onderweg naar Jeruzalem.
Zodra ik in Palermo uit het vliegtuig stap, slaat de warmte me in het gezicht. Tegelijkertijd is het heiig, zeemist. Op de vliegtuigtrap voel ik dat ik heel even mijn evenwicht verlies. Snel klamp ik me vast aan de leuning. De mens is niet gemaakt om te vliegen, kijk maar wat er met een waterflesje gebeurt bij het landen.
Onderweg naar de uitgang van het kleine vliegveld word ik links en rechts ingehaald. Waarom al die haast? Bij de bagageband zie ik ze weer staan. Ik herken een zorgvuldig geklede oude dame die in de rij voor me in het vliegtuig zat.
Twee jongens die hun broekspijpen hoog hebben opgerold en naar aftershave ruiken. Ze houden hun blik onafgebroken op het poortje van de bagageband, alsof ze denken dat de tijd daarmee sneller zal gaan.
Zelf heb ik geen bagage ingecheckt, simpelweg omdat ik niets had van de paklijst. Geen bergschoenen, geen wandelsokken, geen veldfles. Ik zal het moeten doen met een handtas met mijn paspoort, telefoon, portemonnee en een paar lichte kledingstukken.
Vlak voor de uitgang staat een man met een bord waar SNP Reizen op staat. Naast hem staat een vrouw die in de korte tijd waarin ik op haar afloop al drie keer op haar horloge heeft gekeken. Ze zou knap kunnen zijn met haar symmetrische gezicht en steile, bruine haar, maar de prominente fronsrimpel en samengeperste lippen zitten in de weg.
Ik stel me voor aan de man die onze gids blijkt te zijn. Vincenzo is de naam. Zijn handen zijn ruw van het eelt en hij heeft een prettig soort energie van iemand die volkomen geaard is, die weet wie hij is.
De vrouw met het horloge blijkt Hannah te heten. En hoewel ze een stuk ouder is dan ik, doet ze me aan mezelf denken, maar dan acht jaar geleden. Een vrouw die haar lichaam allang heeft verlaten en met opengesperde ogen op zolder woont.
Misschien kan ik haar helpen, maar misschien ook niet. Ieder mens heeft immers zijn eigen proces te doorlopen. Hooguit reiken we iets aan en zeggen we vriendelijk: ‘Kijk, dit kan ook.’ Maar uiteindelijk wordt er pas gedronken als er dorst is.
Bij het hotel, een oud gebouw in het midden van het centrum, blijken er nog twee medereizigers te zijn: Joy en Lot. Ze zijn met een vlucht eerder aangekomen en hebben al een wandeling door de stad gemaakt.
Het voelt als een opluchting dat zij er ook zijn. Lot lijkt me een toegankelijke, sociale vrouw die het beste met iedereen voorheeft. Joy komt me vaag bekend voor, al kan ik niet plaatsen waarvan. Met haar in de buurt hoef je je nooit te vervelen, zoveel is al duidelijk. Met luide, opgewekte stem vertelt ze dat ze alvast sandaaltjes zijn gaan kopen voor Lot, die kennelijk alleen teenslippers bij zich had.
‘Een echte Italiaanse draagt haar teenslippers uitsluitend naar het strand en zou het niet in haar hoofd halen om ze in de stad te dragen,’ beweert Joy. Aan de voeten van Lot zitten nu zilveren sandaaltjes met opzichtige kristallen. Ze lijken me nogal frivool voor iemand die zo praktisch overkomt als zij. Maar uit haar gezichtsuitdrukking kan ik niet opmaken of ze er blij mee is of niet.
Ik kijk naar mijn eigen voeten. Ze zijn vuil en hebben veel eelt, doordat ik meestal op blote voeten loop. De Birkenstocks die ik vanochtend haastig heb aangeschoten zijn zeker twee jaar oud.
Joy kijkt nu ook naar mijn voeten en barst in lachen uit: ‘Maar op Ibiza gelden kennelijk weer heel andere regels.’ Ze heeft een meisjesachtige lach die aanstekelijk is. ‘Als je wil, heb ik een nagelborsteltje bij me,’ zegt Lot. ‘En een clipper, want als je nagels te lang zijn, kun je echt problemen krijgen met lopen.’
‘Dank je wel,’ zeg ik. ‘Ik klop later bij je aan.’
Ondertussen heeft Hannah haar sleutel van de receptioniste gekregen en is het mijn beurt om in te checken. ‘The other lady already has the key,’ zegt de receptioniste wanneer ze mijn gegevens heeft opgezocht. Ze knikt naar Hannah, die fanatiek op het knopje van de lift staat te rammen.
‘Hoe bedoelt u?’
‘U hebt een gedeelde tweepersoonskamer geboekt.’
‘Dat lijkt me niet,’ zeg ik, al heb ik geen idee wat ik nou eigenlijk geboekt heb.
‘Hier staat het: gedeelde tweepersoonskamer.’ De receptioniste wil het computerscherm naar me toe draaien om te bewijzen dat ze gelijk heeft, maar ik gebaar dat dat niet nodig is.
‘Wij hebben ook samen een kamer,’ zegt Joy.
‘Maar wij zijn al twintig jaar vriendinnen,’ zegt Lot. ‘Dus dat is anders.’
‘Oké… Kan ik alsnog een eenpersoonskamer boeken?’
De vrouw kijkt op haar computer en schudt haar hoofd. ‘Sorry, we zitten helemaal vol.’ Hannah heeft de conversatie opgevangen en is er inmiddels ook bij komen staan. ‘Dit kunnen jullie niet menen,’ zegt ze op zo’n verontwaardigde toon dat ik heel even een sprankje belediging voel. ‘We kennen elkaar niet eens.’
‘Tja,’ zegt de vrouw. ‘Ik vrees dat u daarvoor bij uw reisagent moet zijn.’ Hannah en ik kijken elkaar een moment aan, de afschuw in haar blik is onmiskenbaar. Daarna draait ze haar hoofd weg alsof ze mijn aanblik niet meer kan verdragen.
Alles heeft een reden, zeg ik tegen mezelf. Het Universum is een onverklaarbare multidimensionale puzzel waarvan je bij lange na niet alle stukken kent. Geef je over en laat het gebeuren. Adem liefde in. Adem liefde uit.
‘Zullen we maar naar de kamer gaan?’ zeg ik. Hannah geeft mij de sleutel. ‘Neem jij hem maar. Er is vast nog wel iets anders te regelen.’
De kamer blijkt op de tweede verdieping aan de voorkant van het gebouw te liggen. Het is er sober ingericht: er staan twee bedden die uit elkaar geschoven kunnen worden en het ruikt er sterk naar kamfer. Ik zet de bedden zo ver mogelijk uit elkaar en ga op het bed bij het raam liggen.
Een elektrisch schokje in mijn hoofd. Ik voel opeens dat ik heel erg moe ben en doe mijn ogen dicht. Buiten hoor ik luid getoeter van auto’s en in de kamer naast me voert een man een verhit telefoongesprek.
Gisteren leek het nog zo logisch. Alsof ik het niet eens meer hoefde te beslissen, het voelde of de beslissing al was genomen. Een weten. Maar nu begin ik te twijfelen. Wat doe ik hier? En wie denk ik voor de gek te kunnen houden? Ik moet stoppen met denken, want ik heb zonder het kippenhok in mijn hoofd al genoeg hoofdpijn.’
Lees verder in
Vier wandelaars en een Siciliaan | Marion Pauw, Elle van Rijn, Roos Schlikker & Femmetje de Wind | ISBN 9789044363340 | € 22,99 | uitgeverij The House of Books | bestel Vier wandelaars en een Siciliaan bij je lokale boekhandel of via deze link bij bol.com (ook beschikbaar als e-book)