Vroegboekkorting bij hu openair villages & campings

Van hier honderd jaar

Vandaag is er alle tijd om bij te komen van Kerstmis, alle stukken panettone, glazen wijn en spumante, kerstkransjes en ander lekkers. Niks moet alles mag, een ideale dag om je heerlijk terug te trekken met een goed boek, zoals het intrigerende Van hier honderd jaar.

Van hier honderd jaar vertelt het verhaal van de boerenfamilie Mele, een familie die in het binnenland van Sardinië woont, in het ondoordringbare berggebied Barbagia. Als Ninnìu geboren wordt, spreekt zijn oudere broer Graziano een wens uit: zelf verwacht hij niet oud te worden, maar Ninnìu wenst hij een leven toe van honderd jaar. Ninnìu is negen jaar jonger dan Graziano. Graziano is eigenlijk alles wat Ninnìu niet is. Ninnìu kijkt enorm op tegen zijn grote broer, een herder, een man van de bergen, een uitstekend paardrijder, mooi, bruut en niet bang voor de dood, en vooral geliefd bij de vrouwen. Ninnìu is een buitenbeentje, hij volgt een schoolopleiding, en hij lijkt aan de traditionele levensloop van het eenvoudige boerenbestaan te kunnen ontsnappen.

Met Van hier honderd jaar schreef Anna Melis een prachtige roman in een ongepolijste, magisch klinkende taal, waarin het landschap, de zon en het noodlot een hoofdrol spelen, net als de oude Sardijnse tradities als eerwraak. Een fragment:

‘Ik kwam ter wereld in het dorp als een grote zak aardappelen, op woensdagmiddag aan de deur afgeleverd door Ines Todde, die met haar koopwaar langskwam en aan wie mama vergeten was te melden dat ze niets meer nodig had.

We woonden midden in de bergen, in een dorpje dat inmiddels verdwenen is. Mama was van oorsprong geen eilandbewoner, de familie van papa kwam uit Nuoro. Ik werd geboren terwijl Graziano weg was. Toen hij thuiskwam en mij zag, sabbelend aan mama’s borst als een geit die zout oplikt, keek hij naar mij zoals hij naar me kon kijken nadat hij meer dan een jaar bij zijn kudde in de Supramonte had doorgebracht. Zonder enige verwondering en zonder enige emotie, het zoveelste lammetje geboren in de wei. En van meet af aan maakte hij duidelijk dat hij van ons tweeën de herdershond was.

Papa was blij met mijn geboorte. Twee zonen in huis was praktisch. Ook Graziano was in het dorp geboren, negen jaar eerder dan ik. Maar papa begreep nooit helemaal uit wat voor hout Graziano gesneden was, en daardoor raakte mijn broer van streek.

‘Hou eens op, Graziano, hou ermee op, het lijkt wel of je van de duivel bezeten bent.’ Dat zei hij bij alles wat Graziano deed, maar die was niet bang voor papa en antwoordde: ‘Ik ben niet van de duivel bezeten, de duivel is van mij bezeten.’ Papa sloeg er meteen op los, ook al geloofde hij die woorden maar half, want ze kwamen uit de mond van een tienjarige, een tienjarige over wie in onze buurt het meest werd gekletst, iets waar mama stiekem best trots op was. Onze mama was mooi, een distelbloem die paars blijft ook wanneer de distel al morsdood is en waarvan de puntige blaadjes schijnen te prikken.

Op de dag van mijn geboorte streek mamaatje met haar vinger over mijn ogen en zei: ‘Moge God ze wijd openen, als valkenogen, zodat je ook de dingen in de verte kunt zien. Of liever nog, juist die dingen.’ Ze streek over mijn neus: ‘Moge God hem zo goed maken dat hij niet besmeurd raakt door de stank van mest en de alles doordringende geur van varkensstallen en schaapskooien.’ Ten slotte legde ze haar vinger op mijn mond, waar geen gehuil uit kwam ondanks de tikken van Maria Moi, mijn grote nicht die de rol van vroedvrouw vervulde, en de mannelijke vasthoudendheid van papa die aan zijn baard krabde en bromde: ‘Vooruit, Graziano, spreek eens een wens uit voor dit broertje dat God jou heeft gezonden, want jij bent al groot, dus jij bent ook een beetje zijn vader.’ Graziano keek recht in mijn hart, want dat hart was het enige waarop onze Heer moest passen, en uiterst plechtig legde hij voor even zijn duivelskleed af, richtte zich tot mijn glimlachende moeder en tot mij, die geen kik gaf, en met zijn rug naar papa gekeerd zei hij: ‘Dat je maar honderd moge worden, jochie, niet zoals ik, die maar kort wil leven, en dat je tijdens die honderd jaar maar altijd aan jouw broer de vrijbuiter zult blijven denken.’

Papa gaf hem een enorme dreun, mama schokte zo hevig dat het leek alsof ze nog moest bevallen en Maria Moi begon te blèren als een geit op de slachtbank. ‘Duivelskind! Zoiets zeg je toch niet?’ Maar mama geloofde niet dat Graziano een duivelskind was, integendeel, zij geloofde dat hij door de Eeuwige Vader zelf was geschapen. En dus jammerde mijn moeder bij mijn geboorte en bij de gelukwens van mijn broer de vrijbuiter, alsof haar zoon het bij het rechte eind had en zij ook al voorvoelde dat hij haar veel te vroeg zou ontvallen.

Toen Graziano ter wereld kwam waren zijn tranen in één golf naar buiten gevloeid, net als de bron van Su Gologone aan de voet van de bergen van Oliena. Koude tranen bovendien, vanwege zijn temperament. En met zo’n kracht dat hij toen hij ouder werd, als kind en vooral als puber – op die ongelukzalige leeftijd waarop ze je, als ze je al niet vermoorden, toch in elk geval bloed laten spugen – haast geen tranen overhad; alleen bij heel heftige gebeurtenissen kon het leven hem nog een paar tranen ontlokken. Mijn broer was meer god dan mens, een dier dat op geen enkele manier te temmen viel, als een paard uit de Sarcidano. En toen we later vanuit ons dorp naar het zuiden verhuisden, toen we uit de bergen naar Lunamatrona afdaalden, leerde hij galopperen over de vlakte van de Campidano alsof het een lapje aarde was dat toevallig uit een van zijn zakken was gevallen.

In mijn ogen was dat lapje reusachtig, vlak en zo hoog gelegen dat het bijna de hemel raakte. En zonder duidelijke grenzen waarachter je de zon zag opkomen.
Ik voelde angst voor de Campidano, ontzag, een sensatie van opperste aanbidding.’

 

Van hier honderd jaar | Anna Melis | vertaald door Marjo Stam | ISBN 9789460680847 | uitgeverij Marmer | bestel Van hier honderd jaar via deze link bij bol.com

Download de gratis Ciao tutti app voor nog meer tips

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *