Umberto Eco, een van de bekendste Italiaanse schrijvers, zowel binnen als buiten Italië, is afkomstig uit Piemonte, uit Alessandria om precies te zijn. Dertig jaar geleden werd hij wereldberoemd met zijn historische roman De naam van de roos, die miljoenen lezers zou betoveren, en die werd verfilmd met Sean Connery in de hoofdrol.
Van zijn nieuwste meesterwerk, De begraafplaats van Praag, werden in Italië binnen enkele weken al meer dan een half miljoen exemplaren verkocht.
Wij kochten het in november in Rome, maar laze het afgelopen weekend pas uit – het is een boeiend maar complex verhaal, dat zeker in het Italiaans niet in al te hoog tempo gelezen kan worden. Gelukkig is sinds kort ook de Nederlandse vertaling (die verzorgd is door Yond Boeke en Patty Krone) verkrijgbaar:
Op grootse wijze neemt Umberto Eco in zijn nieuwe roman De begraafplaats van Praag de misschien wel meest megalomane eeuw aller tijden onder handen: de negentiende eeuw. Plaatsen van handeling: Turijn, Palermo en Parijs.
De geschriftvervalser Simone Simonini is een nauwkeurig observator van zijn eigen tijd. En hij ziet veel: een hysterische sataniste, een abt die twee keer sterft, lijken in een Parijs riool, jezuïeten die samenspannen tegen vrijmetselaars, vrijmetselaars en Mazzinianen die priesters wurgen met hun eigen darmen, de krombenige, aan artrose lijdende Italiaanse held Garibaldi, de bloedbaden tijdens de Parijse Commune van 1871 waar zelfs pasgeboren ratjes worden gegeten, onwelriekende kotten waar tussen de absintdampen bomexplosies en volksopstanden worden voorbereid, nepbaarden, zogenaamde notarissen, valse testamenten, diabolische broederschappen en zwarte missen.
Simonini ziet veel, maar hij maakt nog veel meer mee, en bijna als vanzelf wordt hij steeds dieper betrokken in het complot dat zal leiden tot de lasterlijke Protocollen van de Wijzen van Zion, die de gehele twintigste eeuw het antisemitisme zullen aanwakkeren. Maar de vraag is of Simonini er alleen maar zijdelings bij betrokken is. Is zijn invloed niet veel groter? De Protocollen zijn een vervalsing, maar van wie precies?
Een fragment uit De begraafplaats van Praag
‘Ik ben Fransman geworden omdat ik het niet kon verdragen Italiaan te zijn. In mijn hoedanigheid als Piemontees (hetgeen ik van geboorte ben) had ik het gevoel niet meer dan de karikatuur van een haan te zijn, maar dan met bekrompener ideeën. Piemontezen…
Al het nieuwe doet ze verstijven, al het onverwachte jaagt ze angst aan, dat ze het Koninkrijk der Beide Siciliën hebben bereikt (er zaten overigens maar heel weinig Piemontezen tussen de Roodhemden) is te danken aan twee Liguriërs, een dweper als Garibaldi en een onheilsstichter als Mazzini.
En laten we het maar niet hebben over hetgeen ik ontdekt heb toen ik naar Palermo ben gestuurd (wanneer was dat? Ik moet het eens reconstrueren). Alleen die ijdele Dumas hield van de bevolking daar, wellicht omdat ze hem meer vleiden dan de Fransen, die hem altijd als een halfbloed zijn blijven beschouwen.
Hij viel in de smaak bij Napolitanen én Sicilianen, die zelf immers ook mulatten zijn, niet zozeer omdat hun hoerige moeder het niet zo nauw nam, maar doordat ze in vroegere generaties geboren zijn uit kruisingen tussen malafide Levantijnen, zweterige Arabieren en gedegenereerde Oostgoten die op hun beurt weer het slechtste van elk van hun bastaardvoorvaderen hadden overgenomen, van de Saracenen hun indolentie, van de Zwaben hun bloeddorstigheid en van de Grieken hun weifelachtigheid en de lust om zich te verliezen in oeverloze, pedante haarkloverij. […]
Italianen zijn trouweloos, leugenachtig, laaghartig en achterbaks; ze voelen zich beter op hun gemak met een dolk dan met een zwaard, verkiezen vergif boven geneesmiddelen; het zijn aalgladde onderhandelaars en ze zijn uitsluitend consequent als het erom gaat met alle winden mee te waaien – en ik heb gezien wat er met de Bourbonse generaals gebeurde toen de avonturiers van Garibaldi en de Piemontese generaals ten tonele verschenen.
Het komt allemaal omdat de Italianen zich gemodelleerd hebben naar hun priesters, de enige echte leiders die ze ooit hebben gehad sinds de laatste gedegenereerde Romeinse keizer werd genaaid door de barbaren, toen het christendom eenmaal de standvastigheid van het oude ras had verzwakt. […]
Ik heb altijd het gevoel dat een soort wolk in mijn hoofd me verhindert terug te blikken. Waarom moet ik opeens denken aan mijn uitstapjes naar Caffè Bicerin, in het habijt van pater Bergamaschi? Ik was pater Bergamaschi volkomen vergeten. Wie was hij? Ik vind het fijn om mijn pen te laten leiden door mijn instinct. Volgens die arts uit Oostenrijk zou er uiteindelijk een voor mij pijnlijke herinnering naar boven moeten komen, die zou verklaren waarom ik me plotseling niets meer kan herinneren.’
Of dat inderdaad gaat gebeuren, lees je in
De begraafplaats van Praag | Umberto Eco | vertaald door Yond Boeke & Patty Krone | ISBN 9789044617320 | uitgeverij Prometheus | bestel De begraafplaats van Praag via deze link bij bol.com