Wat de Sixtijnse Kapel is voor Michelangelo, is het Laatste Avondmaal in de refter van de Santa Maria delle Grazie in Milaan voor Leonardo da Vinci. In zijn nieuwe boek Leonardo en het Laatste Avondmaal buigt Ross King zich over dit wereldberoemde werk, dat dagelijks door honderden mensen wordt bewonderd.
King vertelt het verhaal van de ontstaansgeschiedenis van dit schilderij, waaraan Da Vinci vijf jaar werkte. Maar niet alleen het werk en de kunstenaar zelf komen tot leven, Leonardo en het Laatste Avondmaal schetst ook een prachtig portret van de woelige situatie in Milaan in het Italië van eind vijftiende eeuw.
Een fragment uit Leonardo en het Laatste Avondmaal
‘Het is niet bekend wanneer Leonardo precies opdracht kreeg om een Laatste Avondmaal te schilderen in de refter van Santa Maria delle Grazie. Omdat de archieven van het klooster zijn vernietigd, zijn cruciale details over de opdracht verloren gegaan. Het meest voor de hand liggende scenario is dat de opdracht hem eind 1494 of begin 1495 werd gegund, kort nadat de kans om het bronzen paard te gieten verkeken was.
Het is niet zeker of Ludovico Sforza dan wel de dominicanen zelf Leonardo in de arm hebben genomen. Maar door zijn persoonlijke betrokkenheid bij het klooster – waar hij met een theatraal vertoon van vroomheid en nederigheid iedere dinsdag en zaterdag at – lijkt Ludovico de meest waarschijnlijke kandidaat. Toen hij een paar jaar later over de opdracht schreef, verwees hij expliciet naar overeenkomsten die door Leonardo waren ondertekend.
Die overeenkomsten waren ongetwijfeld het verloren contract. Een opdrachtgever liet een kunstenaar nooit aan een werk beginnen zonder eerst een geldig contract op te maken waarin afspraken werden opgenomen over zaken als het onderwerp, de prijs, de materialen en de deadline.
Ludovico zou Leonardo – een trage en zelfs onbetrouwbare werker met een geschiedenis van opgegeven projecten – nooit hebben aangesteld zonder een contract dat hem zekerheid bood en Leonardo dwong zich op zijn taak te concentreren.
Maar, zoals de mannen van de Broederschap van de Onbevlekte Ontvangenis tot hun schade hadden ondervonden, zelfs een in beton gegoten contract kon niet verhinderen dat een schilder als Leonardo improviseerde en treuzelde.
Een opdracht om een muur te beschilderen was geen erg voor de hand liggende taak voor Leonardo. Het was eigenlijk vreemd dat hij werd uitverkoren. In zijn introductiebrief voor Ludovico was hij tot in detail op zijn zogenaamde ervaring met militaire techniek ingegaan.
Hij had besloten met de vage en bijna terloopse opmerking dat hij in staat was ‘als schilder […] iedere opdracht uit te voeren, en even goed als ieder ander’. Maar afgezien van alle bluf en grootspraak, was Leonardo ook in 1482 al een schilder die, als hij goed gemotiveerd en geïnspireerd was, voor niemand onderdeed als het ging om portretten of altaarstukken. Zijn Maagd op de rotsen, geschilderd in de jaren nadat hij zijn brief schreef, sprak boekdelen over zijn verbijsterende talenten.
[…]
Het beschilderen van de muur van de refter was een belangrijke opdracht, zeker als deze (zoals het geval lijkt te zijn geweest) afkomstig was van de hertog. Toch lijkt het mogelijk dat Leonardo terugschrok voor de taak.
De verscheurde brief waarin hij zijn frustratie uitte tegenover Ludovico – en waarin staccato frasen opduiken als ‘opgedragen zaken’, ‘niet mijn kunst’ en ‘als een andere opdracht’ – kan goed over zijn nieuwe opdracht in Santa Maria delle Grazie zijn gegaan.
Hoewel hij in de brief klaagde over zijn onkosten en het uitblijven van een beloning, betroffen zijn grieven niet zozeer het ruiterbeeld (‘Over het paard zal ik niets zeggen’), maar een andere kwestie waarover hij zich opwond.
In een andere fragmentarisch overgeleverde brief, die hij korte tijd later aan Ludovico schreef, beklaagde Leonardo zich erover dat hij gedwongen was mindere taken voor de hertog uit te voeren in plaats van een nieuwe opdracht die duidelijk belangrijker was, vermoedelijk het ruiterstandbeeld.
‘Het zit me danig dwars,’ schreef hij, ‘dat de noodzaak om in mijn bestaan te voorzien me heeft gedwongen mijn werk te onderbreken en me met beuzelarijen bezig te houden, in plaats van door te werken aan het werk dat Uwe Edelheid mij heeft opgedragen.’
Lees Kings hele verhaal over Leonardo en zijn meesterwerk in
Leonardo en het Laatste Avondmaal | Ross King | vertaal door Arthur de Smet | ISBN 9789023475880 | € 34,99 | De Bezige Bij | bestel Leonardo en het Laatste Avondmaal via deze link bij bol.com
Ontdek álle unieke Werelderfgoed-plekken in Italië
Ter ere van Ciao tutti’s Werelderfgoed Weken hebben we drie digitale reisgidsen gemaakt met alle Werelderfgoed-plekken in Italië. Vanwege de omvang (in totaal beslaan de drie Specials ruim 1100 pagina’s) hebben we de Specials onderverdeeld in Noord-Italië, Midden-Italië en Zuid-Italië.
In het noorden geniet je onder meer van de Dolomieten, een unieke spoorweg, Da Vinci’s Laatste Avondmaal, kleurrijke fresco’s in Padova, de dorpjes van de Cinque Terre en het sprookjesachtige Portovenere.
Midden-Italië heeft erfgoedpareltjes als de portici in Bologna, de mozaïeken in Ravenna, het landschap in de Val d’Orcia, de villa’s en de tuinen van de familie De’ Medici, Assisi, Urbino, de keizerlijke tuinen in Tivoli, Siena, San Gimignano en Longobardische pareltjes in Umbrië op de Werelderfgoedlijst.
In het zuiden geniet je tot slot van de schatten in Pompeï, Herculaneum en Oplontis, het gigantische paleis in Caserta, de adembenemend mooie Amalfikust, de ongerepte Cilento, de Sassi in Matera, de trulli in Alberobello, Griekse tempels op Sicilië, letterlijk schitterende mozaïeken, barokke balkonnetjes en de kleurenpracht van de Eolische Eilanden.
Bestel de Special Werelderfgoed in Noord-Italië via deze link of bestel hier het pakket met de drie Werelderfgoed Specials (Noord-, Midden- en Zuid-Italië).