De Maand van het Spannende Boek opent op Ciao tutti met Het Medici MysterieDeze link opent in een nieuw tabblad, waarin de geheimen in en om de kunstwerken van de kunstenaars die door de familie De’ MediciDeze link opent in een nieuw tabblad werden begunstigd worden ontrafeld.
Na de controversiële publicatie van haar zoektocht naar het evangelie van Jezus Christus, Het Boek der Liefde, duikt journaliste Maureen Paschal opnieuw de geschiedenis in, omdat haar geliefde Berenger Sinclair een link blijkt te hebben met Lorenzo De’ Medici. In hun zoektocht ontrafelt Maureen de kunstwerken van de grote meesters en vrienden van de De’ Medici: Donatello, Botticelli en Michelangelo.
Ze vindt aanwijzingen die verwijzen naar de legende van Longinus Gaius, de Romeinse soldaat die Jezus met zijn speer stak. Zou deze Romein, gedoemd om eeuwig te leven, iemand kunnen zijn die ze kent? Zou zijn beruchte Speer van het Lot, zelfs door Hitler gezocht, de sleutel kunnen zijn voor Berengers lot? Terwijl Maureen en Berenger haastig op zoek gaan naar antwoorden, worden ze achtervolgd door iemand die de eeuwenoude bloedvete voor altijd wil beëindigen.
Een fragment uit Het Medici Mysterie
‘Antoninus Pius, keizer van het Romeinse Rijk, was geen slager. Hij was filosoof, een man van de wetenschap, en hij wilde niet de geschiedenis ingaan als een wrede, onverdraagzame tiran. Maar daar stond hij, letterlijk tot zijn enkels in het bloed van christelijke martelaren. Tijdens hun leven waren de vier broers prachtige jongemannen geweest. Maar hun gruwelijke dood, door zweepslagen en andere vormen van marteling, had hen veranderd in onherkenbare massa’s bloederig vlees.
Hun aanblik bezorgde Pius braakneigingen, maar hij mocht zich niet zwak tonen in het bijzijn van zijn onderdanen. Doorgaans was zijn houding tolerant tegenover de ergerlijke minderheid die zich christelijk noemde. Hij vond het zelfs stimulerend om in debat te gaan met diegenen onder hen die geschoold waren en zich redelijk opstelden.
Hoe merkwaardig hij hun overtuigingen ook vond – hun geloof in slechts één enkele Messias die was opgestaan uit de dood en die op enig moment naar de wereld zou terugkeren – het had er alle schijn van dat hun ideeën zich met ontmoedigende gestaagheid door heel Rome verspreidden. Een aantal Romeinse edelen had zich openlijk achter het christendom geschaard, en hun deelname aan christelijke rituelen werd door Pius en zijn regering getolereerd.
De groeiende sekte mocht zich ook verheugen in een grote populariteit onder de vrouwen in de hoogste kringen. Ongetwijfeld omdat vrouwen bij alle rituelen en ceremoniën werden betrokken en door de mannen als gelijken werden behandeld. Ze konden zelfs het ambt van priester bekleden in deze vreemde nieuwe wereld van het christelijke geloof.
De Romeinse priesters in hun tempels gewijd aan Jupiter en Saturnus, waren hevig verontwaardigd dat het de christenen werd toegestaan de goden te beledigen met hun belachelijke idee van één enkele godheid. Keizer Pius sloeg echter meestal geen acht op hun geweeklaag, met als gevolg dat het leven in Rome zich onder zijn bewind doorgaans in betrekkelijke vrede afspeelde. Alleen wanneer zich ontwikkelingen voordeden die zo afweken van de norm dat er levens in gevaar werden gebracht, of bij natuurrampen of soortgelijke tragedies, zagen de christenen zich geconfronteerd met dodelijke bedreigingen.
De Romeinse priesters, en met hen hun volgelingen, waren maar al te graag bereid om de christenen verantwoordelijk te stellen voor elk onheil waar Rome door werd getroffen. Want ze twijfelden er niet aan of de monotheïstische overtuiging van de christenen was dermate beledigend voor de ware goden van het rijk, dat onschuldige en oppassende burgers het slachtoffer werden van goddelijke vergelding.
In de debatten die hij had gevoerd, had keizer Pius ontdekt dat er twee soorten christenen waren: de fanatici met een verwilderde blik in hun ogen, die niet zelden maar al te gretig leken om te sterven en op die manier hun vroomheid te bewijzen; en de oprecht redelijke, barmhartige volgelingen, die zich inzetten voor de armen en de zieken, in plaats van zich te wijden aan prediking en het winnen van zieltjes. Pius gaf royaal de voorkeur aan die laatsten; ze waren waardevolle burgers die een positieve bijdrage leverden aan de gemeenschap waarbinnen ze functioneerden.
Deze christenen, die door Pius de Barmhartigen werden genoemd, vertelden met bezieling over hun Messias, over diens krachtige helende vermogens, en ze citeerden zijn wijze woorden over de noodzaak tot barmhartigheid. Maar ze spraken vooral hartstochtelijk over de macht van de liefde in al haar gedaanten.
Er waren in Rome zelfs christenen die beweerden rechtstreeks van hun Messias af te stammen, via de bloedlijn van zijn kinderen die zich in Europa hadden gevestigd. Degenen die zich daarop beriepen, waren dezelfde Barmhartigen die zich onvermoeibaar inzetten om het leed van de armen en de lijdenden te verzachten. Hun onbetwiste leider was Vrouwe Petronella, een beeldschone, charismatische edelvrouwe.
Ondanks het feit dat ze openlijk het christelijke geloof aanhing, was Petronella met haar rode haren, als dochter en erfgename van een van de oudste geslachten in de stad, geliefd bij het volk van Rome. Niet in de laatste plaats omdat ze het familiekapitaal genereus aanwendde voor het hoogste goed van het keizerrijk en omdat ze slechts naastenliefde en verdraagzaamheid predikte. Als Petronella en haar Barmhartigen de enige soort christenen in Rome waren geweest, zou het waarschijnlijk nooit tot de huidige, gruwelijke slachting zijn gekomen.
Met de groep christenen waar Pius naar verwees als de Fanatici, was het heel anders gesteld. In tegenstelling tot de Barmhartigen, die vol warmte en toewijding over hun Messias spraken en die hem zagen als hun grote leermeester op een spiritueel pad dat ze de Weg van de Liefde noemden, beleden de Fanatici met luide stem hun geloof in de enige ware God, die alle andere goden zou uitbannen en die op de Dag van het Laatste Oordeel een gruwelijk vonnis zou vellen over de ongelovigen.
Het was een vooruitzicht dat de Romeinen als diep kwetsend ervoeren. Tot overmaat van ramp maakten de Fanatici het allemaal nog kwetsender door hartstochtelijk te verkondigen dat het leven op aarde er niet toe deed; dat het slechts ging om het leven na dit leven. Een dergelijke filosofie, die stoelde op een abjecte minachting voor het geschenk van het leven waarvoor de goden de stervelingen hadden uitverkoren, was in de ogen van de Romeinse priesters en hun volgelingen de ultieme heiligschennis.
Behalve heiligschennis was een dergelijke overtuiging ook volstrekt onbegrijpelijk voor een cultuur die de zintuiglijke beleving vierde en omhelsde in talloze spirituele en seculiere feesten en rituelen. Voor de meeste Romeinen waren de Fanatici een raadsel, geboren uit waanzin; een groep die diende te worden gemeden, zelfs gevreesd.’
Het Medici Mysterie ontrafelen? Lees dan
Het Medici Mysterie | Kathleen McGowan | vertaald door Erica Feberwee | ISBN 9789022992975 | € 22,99 | A.W. Bruna Uitgevers | bestel Het Medici Mysterie via deze link bij bol.comDeze link opent in een nieuw tabblad