Mauro Corona is in Italië een fenomeen. Paolo Cognetti is bijvoorbeeld verzot op zijn boeken, maar ook onze Italiaanse vrienden vertellen altijd enthousiast over een nieuw verhaal van Corona’s hand.
Hij woont in hetzelfde dorpje in de Dolomieten als waar hij in 1950 werd geboren. Daar schrijft hij en werkt hij als beeldend kunstenaar. Daarnaast is Corona een getraind bergbeklimmer.
© ritratto | Wereldbibliotheek
Eerder genoten we van Als een steen in de stroomDeze link opent in een nieuw tabblad, afgelopen week verscheen zijn nieuwe roman Het leven van CelioDeze link opent in een nieuw tabblad, waar we graag een voorproefje van delen.
Het leven van Celio
Wie is Celio? ‘Niemand en niets,’ zegt hij over zichzelf. Op het eerste gezicht is Celio een eenvoudige, onbeduidende man uit een dorp in de Dolomieten. Hij verdient de kost als houthakker, steenhouwer, mijnwerker, imker en stroper. Celio is een eenzaat, een mensenhater, onaangenaam in de omgang en intolerant tegenover anderen.
Maar Celio is ook de man bij wie Mauro Corona, veertig jaar jonger, beschutting vond tegen het geweld van zijn vader. De man die hem inwijdde in de mysteries en wijsheid van de natuur, die hem de schoonheid van de bergen toonde, die hem de waarde van vriendschap liet proeven, die hem liet zien waar het werkelijk om gaat in de jaren die ons op aarde gegund zijn.
Hoe is Celio verworden tot wie hij is, waar ontspoorde zijn leven zodanig dat hij zijn toevlucht zocht in de alcohol, tot een delirium en de dood aan toen? Over deze zonderlinge man, dit vat vol eigenaardigheden en tegenstrijdigheden en wijsheid, schreef Mauro Corona deze indrukwekkende roman.
Lees alvast een fragment uit Het leven van Celio
‘Celio werd geboren onder de luchten van Palazza en Carmelìa, gebaard in het gras, zoals geiten. De weiden van Palazza en Carmelìa bloeien op achttienhonderd meter, in het hoge Val Zemola.
Daar hooiden mannen en vrouwen, ze bleven vijfenveertig dagen daarboven. Celio’s moeder maakte deel uit van die horde, haar taak was harkster. Ze harkte het hooi bijeen aan het eind van de twee kilometer lange velden. Vanaf de rand van het hooiveld keek je uit op het ravijn. Meerdere mensen waren naar beneden gevallen en daar gebleven. Een enkeling was geduwd.
Het was rond het middaguur toen zijn moeder hem in het gras spuugde, als de braakbal van een roofvogel. Nadat hij de luchten van Carmelìa en Palazza had gezien, brandde het kind zich aan de vuurpot van juli. Toen begreep de vrouw dat ze iets heel doms had gedaan. Omdat de bevalling nabij was, had ze thuis moeten blijven.
Maar nu was het gebeurd en moest ze haar fout herstellen. Ze hief het kind hoog in de lucht en besloot het Celio te noemen, geboren onder de cieli, de luchten, van Palazza en Carmelìa, op een bos hooi, zoals Christus.
Een arend, met één enkele vlek onder de vleugels, dook naar beneden om dat wat er van de navelstreng en de placenta over was op te pikken. Enkele vrouwen wasten de kraamvrouw en de maaiers hielpen haar op de slee, een armvol hooi als matras.
Op de dag van zijn geboorte kreeg Celio de eerste klappen. Een lot voor altijd getekend, daarboven, aan de voet van de Monte Palazzo, recht tegenover de Ludinia. De slee met zijn onstabiele lading, door Pilo dal Crist over de hellingen geleid, sloeg om. De man had haast, hij maakte zich zorgen om de vrouw.
Moeder en boreling rolden naar beneden over het door de zeisen kaalgeschoren veld. Geen gras meer, maar korte, scherpe stelen. Niets ernstigs, krassen en schaafwonden, maar gevaarlijk voor een kind van nog maar een paar uur oud. Zo kreeg Celio zijn hooidoop.
—
Het was 21 juli 1910. Die dag kwam een onfortuinlijk kind met een groot hart ter wereld. Eenmaal volwassen zou hij bij mensen die oppervlakkig met hem in aanraking kwamen een indruk nalaten van menselijkheid, intelligentie en zachtheid.
In het dorp is hij nog steeds legendarisch en zijn vernietigende opmerkingen worden ook nu nog vaak geciteerd. Voor ze haar op de slee legden, kwam een vrouw naderbij die zei: ‘Efa, podéit ste dho.’ (‘Genovefa, je had beneden kunnen blijven.’)
‘L’era ‘fegn da fi,’ antwoordde ze (‘Er moest gehooid worden.’). En ze herinnerde haar eraan dat Rosa Dalpinco haar derde kind ook in de bergen had gebaard, onderaan de hellingen van de Buscada. En dat alles goed was afgelopen. Dat aan de voet van de rotsen geboren kind werd een voortreffelijke alpinist.
Vele jaren later vertelde Rosina, niet zonder een zekere trots, dat haar zoon meteen nadat hij geboren was al naar boven keek. En de eerste top die hij beklom was die van de Buscada, dertien jaar later. Dat vertelde Efa aan de vrouw.
Celio verging het ook zo, hij werd bergbeklimmer. Iemand die in de openlucht wordt geboren moet kunnen ademen, diep ademen, de longen vullen en naar grote hoogte klimmen.
Nadat ze haar naar de voet van de weiden hadden gesleept,improviseerden ze met stokken van dennenhout een brancard om haar daarop naar de Passo Scalét te vervoeren. Een hele onderneming om daar te komen!
Een vier kilometer lang pad maakte dat mogelijk, het was smal en kronkelig, slingerde tussen honderdjarige bergdennen en door bliksem getroffen lariksen door. Op de Passo Scalét nam de vrouw plaats op een andere slee, ook weer met hooi als matras en opnieuw getrokken door Pilo dal Crist.
Na vier uur kwamen moeder en zoon van de weiden van Palazza en Carmelìa aan in het dorp. Ze roken allebei naar hooi, een geur waarvan Celio zijn hele leven zal houden. Als we op jacht waren, ik jong en baardloos, hij volwassen, en hij rook dat er in de buurt een veld was gemaaid, bleef hij ineens staan, alsof hij tegen een muur was gelopen.
‘Laat me het hooi ruiken,’ zei hij. Dan richtte hij zijn gezicht naar waar de wind vandaan kwam en snoof de geur van het droge gras op, zijn neus krullend als een bronstige gems in november.
Zijn moeder heeft hem vast wel verteld over zijn geboorte. Maar ik vermoed dat zijn verlangen naar hooi hem werd geschonken op die dag in juli, tijdens de epische tocht op de slee, languit op het geurige gras. Dat vind ik een mooie gedachte.’
Lees verder in
Het leven van Celio | Mauro Corona | vertaald door Marieke van Laake (oorspronkelijke titel: L’ultimo sorso – vita di CelioDeze link opent in een nieuw tabblad) | ISBN 9789028450776 | € 22,99 | uitgeverij Wereldbibliotheek | bestel Het leven van Celio bij je lokale boekhandel of via deze link bij bol.comDeze link opent in een nieuw tabblad (ook verkrijgbaar als e-book)