Een nieuwe boekentip: Het leek schoonheid van Teresa Ciabatti, een beklemmende roman over de destructieve kracht van schoonheid.
Het boek werd vorig jaar genomineerd voor de Premio Strega, de meest prestigieuze literaire prijs voor Italiaanse literatuur, net als Mijn zusje en de zee.
Het leek schoonheid
Altijd was daar Livia. Begeerd door al haar leeftijdsgenoten, geliefd door iedereen. Zij was – tot ongenoegen van de vertelster, het buitenbeentje, de falende moeder, de wanhopige schrijfster – de belichaming van schoonheid. Tot dat ene tragische moment.
Jaren later treedt Livia opnieuw het leven van de vertelster binnen. Ze is slechts een schim van haar jongere zelf, nog altijd gevangen in de geest van een kind. De vertelster wordt gedwongen haar verleden onder ogen te zien en vreest te moeten boeten voor haar jeugdzonden.
Vanuit een benauwend perspectief ontvouwt zich een verhaal waarin ze terugkeert naar dat noodlottige moment en ze de waarheid over Livia’s ‘verdwijning’ eindelijk aan het licht brengt.
Met Het leek schoonheid neemt Teresa Ciabatti ons mee in een verhaal over het verstrijken van de tijd, boetedoening en de destructieve kracht van schoonheid.
Een kort fragment
‘Als mensen vragen wat je voelt als je beroemd bent, en ik antwoord ‘niets’, lieg ik alsof het gedrukt staat. Jullie kunnen je de verdoving, de roes van het applaus niet voorstellen. Op een podium, achter een lessenaar of een tafel met een microfoon voor me, zoals vanavond.
Ik denk niet dat ik de allerbeste ben, zeg ik. Gewoon een normaal mens, een vrouw zoals vele andere. Ik glimlach, buig mijn hoofd. Ik heb een groot vertrouwen in de mensheid, zeker, zeg ik dan, alles hangt van ons af, wie goed doet, goed ontmoet – en hier ben ik echt aan het toneelspelen, terwijl de lampen achter de camera me doen stralen en van mij een ongrijpbare figuur maken. Ik kijk jullie recht aan, jullie die mij vanuit huis zullen zien, jullie allemaal aan de andere kant van het scherm.
Laten we bij dit moment even stoppen, december 2018. Wie ben ik, in het gemeentehuis tegenover een publiek en de camera van de lokale televisie waarvan de opnamen online worden gezet?
Door de tv heb ik ontdekt dat ik mooi ben geworden. Dat was ik nooit, zoals de roman vertelt waaraan ik mijn bekendheid te danken heb, waarin ik me afvraag wat het doet met een zieke geest die zich fantastisch voelt, zeer geliefd – ikzelf als puber, ikzelf als klein meisje.
Op het scherm kijk ik naar een ander ik, dat haar tekortkomingen heeft overwonnen. Slanker; door de kapper uitgekozen donkerblond haar dat mijn gezicht beter laat uitkomen. Hoewel ik witte tanden heb, overweeg ik ze te laten bleken. Witter. En dan? Wat moet ik doen om dit perfecte ogenblik vast te houden? Botuline. Kijk, dit ben ik vooral: een succesvolle vrouw.
Ik ga naar de kapper. Koop kleren, schoenen. Vraag of ik korting kan krijgen: wanneer een bekend iemand (een persoonlijkheid die naar openbare bijeenkomsten gaat en gefotografeerd wordt, misschien niet alleen, misschien wel in een groep), als die zich door een uniek merk laat kleden, dan heeft ze toch recht op vijftig procent, of zelfs op sponsoring?
Ik reis. Ik spreek in Italiaanse steden, zoals vanavond in dit gemeentehuis, waar iemand uit het publiek schreeuwt: je bent geweldig. Voor een camera, achter een lessenaar, dwalen mijn gedachten soms af naar mensen die me niet hebben begrepen.
De gezichten van vijfentwintig pubers komen weer tevoorschijn, blauwe ogen, beugels, perfecte tanden, sproeten, holle wangen, door de zon verbleekt haar, rokken tot op de knie, slanke benen, het Goffredo Mameli-gymnasium, Parioli, Rome.
Onder het basketbalnet op het schoolplein de klassenfoto met de vijfentwintig schepsels die we zijn en die elk jaar – laten we opnieuw foto’s nemen en die in chronologische volgorde leggen – veranderen, een volwassen gestalte krijgen.
Er gaan dertig jaar voorbij en het laatste meisje linksboven op de foto verandert van plaats. Een middelpuntzoekende kracht drijft haar naar het midden, het licht valt op haar, jullie staan in de schaduw.
Hoe word je schrijver? vraagt het publiek. Opoffering, toewijding, antwoord ik – de camera blijft maar draaien. Ik voeg eraan toe: gecombineerd met een beetje egoïsme waar dit beroep vaak toe dwingt, het gezin bijvoorbeeld, ik had beslist meer tijd met mijn dochter kunnen doorbrengen – en daarover, alleen daarover, ben ik eerlijk.
Dan ga ik opnieuw liegen. Wat een verrassende stad, ik wil hier terugkomen, ik kom zeker terug, loze beloften.
Allemaal gespeeld, ik kijk ernaar uit om mijn biezen te pakken. Kijk mij, uitgedost in mijn te lichte winterjas het verlaten plein oversteken in de vriesnacht, en mijn sjaal omdoen die steeds los gaat zitten door de wind.
Kijk mij, op mijn hotelkamer, blik op het raam, op het dal met lichtschijnsel in de verte, misschien een sportveld waar geschreeuw van jongens vandaan komt. Er zal wel een training aan de gang zijn. Als jullie me zouden zien, lezers, als jullie me in mijn fleecepyjama zagen, hielden jullie dan nog steeds van me?
Door het succes heb ik me ook mensen van het lijf moeten houden. Familieleden en vrienden die zich plotseling opdrongen. Mensen die ik nooit had gezien en beweerden een achterneef te zijn, of een oom. Onbekenden die me gelukwensen, het ontroerende verhaal waarmee ze zich hebben vereenzelvigd en concluderen: ik wil je persoonlijk over mijn jeugd vertellen.
Klasgenoten van vroeger. Jawel, de jongeren van het Goffredo Mameli-gymnasium, afdeling C, zijn teruggekomen. In allerlei bedden, liggend onder opgewonden mannen, zie ik alle jongens die niet van me hielden en zo een stempel drukten op mij, breekbaar individu.
Dus: ligt de schuld van mijn ontrouw, ik die mijn man heb bedrogen, niet bij die jongeren, bij de oud-klasgenoten? Wordt de volwassene die je bent niet bepaald door je puberteit?
Berichtje op mijn telefoon: ‘Ik heb gehoord dat het sneeuwt’. Opgekruld onder de dekens, het geschreeuw van de jongens in de verte is opgehouden, antwoord ik: ‘Op dit moment geen sneeuw.’
En ik wil eraan toevoegen: kom me halen. Los van de afzender, pratend tegen een willekeurig iemand die bezorgd is over mij, man, vrouw, dochter, minnaar: we zijn nog jong, zo jong. Al die verspilde tederheid, hoeveel tederheid raakt er niet zoek onder de dekens. Neem me mee (en hier fantaseer ik over een man).
Denken jullie maar dat dit verhaal is begonnen op de dag waarop de getrouwde man in bed vroeg: zou je je echtgenoot voor mij verlaten? Denken jullie dat maar, jullie hebben het mis.’
Lees verder in
Het leek schoonheid | Teresa Ciabatti | vertaald door Anne Tilleman en Wilfred Ploeg | ISBN 9789000379804 | € 21,99 | uitgeverij Spectrum | bestel Het leek schoonheid bij je lokale boekhandel of via deze link bij bol.com (ook verkrijgbaar als e-book en als luisterboek)
Lees je liever in het Italiaans? Bestel dan het e-book Sembrava bellezza.