Naar hoofdinhoud Naar navigatie
27 september 2025

Het huis op de heuvel – prachtige klassieker van Cesare Pavese

Nadat vorige zomer De maan en het vuur van Cesare Pavese in een nieuw jasje verscheen, brengt uitgeverij Cossee nu een van Paveses andere prachtige romans opnieuw uit.

In zijn weergaloos sobere en afgewogen stijl laat Cesare Pavese in Het huis op de heuvel zien voor welke keuzes een mens staat als de wereld in puin ligt. Wat betekent het goede doen in tijden van oorlog? Wat is beter, actie of lijdzaam lijfsbehoud, verbinding of isolement?

In de eerste jaren van de Tweede Wereldoorlog zwelt iedere avond het geluid van het luchtalarm aan boven Turijn. Het is er niet meer veilig, Corrado woont al enige tijd in de heuvels rond de stad.

Tijdens een wandeling met zijn hond Belbo, zijn laatste vertrouweling, hoort hij stemmen opstijgen uit een huis aan de andere kant van de heuvel. In het verduisterde huis treft hij een groep mensen die net als hij een schuilplaats zoeken voor de oorlogsdreiging. Tot deze groep vrijbuiters voelt hij een sterke aantrekkingskracht. Onder hen is ook Cate, zijn jeugdliefde, met een zoontje dat zijn naam draagt.

Een fragment uit Het huis op de heuvel

‘Toen ik op de weg kwam en het duister in turend stond te luisteren, klonk aan de andere kant van de heuvel, bijna verdronken in de stemmen van de krekels. het luchtalarm. Ik voelde, alsof ik er zelf was, de stad die verstarde, het geschuifel, dichtslaande deuren, de verbijsterde en verlaten straten.

Hier regenden de sterren licht. Nu was het zingen in de vallei verstomd. Belbo blafte vlakbij. Ik rende naar hem toe. Hij was een hof binnengelopen en sprong rond tussen mensen die uit een huis waren gekomen. Door de halfopen deur sijpelde licht. lemand schreeuwde: ‘Doe de voordeur dicht, stommeling,’ en ze lachten luidruchtig. Het licht achter de deur doofde.

Ze kenden Belbo, iemand noemde vrolijk de twee oude vrouwen, en ze ontvingen me zonder te vragen wie ik was. Ze liepen heen en weer in het duister, er was ook een kind en we keken allemaal omhoog. ‘Komen ze? Komen ze niet?’ zeiden ze. Ze praatten over Turijn, over schade, over verwoeste huizen. Een vrouw die wat achteraf zat, mompelde voor zich uit.

‘Ik dacht dat er hier werd gedanst,’ zei ik achteloos.
‘Was het maar zo,’ zei de schaduw van de jongen die als eerste met Belbo had gepraat. ‘Maar niemand denkt eraan zijn trompet mee te nemen.’
“Zou je het durven?’ zei een meisjesstem.
‘Die daar zou nog dansen als zijn huis in brand stond.’
‘Ja, ja,’ zei een andere vrouw.

‘Het kan niet, we zijn in oorlog. Italianen,’ hier veranderde de stem van toon, ‘deze oorlog heb ik voor jullie gevoerd. Ik schenk hem jullie, jullie hebben hem verdiend. Er wordt niet meer gedanst of geslapen. Jullie moeten alleen nog oorlog voeren, net als ik.’
‘Houd je mond, Fonso, straks horen ze je nog.’
‘Wat dan nog? We zingen.’

En de stem zette het lied van daarvoor weer in, maar zacht, gesmoord, bijna of hij bang was de krekels op te schrikken. De meisjes vielen in; twee jongetjes zaten el- kaar achterna op het weiland. Belbo begon als een razende te blaffen. ‘Koest,’ zei ik tegen hem.

Onder de bomen stond een tafel met een mandfles en glazen. De baas, een oude man, schonk ook mij in. Het was een soort taverne, maar ze waren allemaal min of meer familie van elkaar en waren samen uit Turijn gekomen.

‘Zolang het zo blijft gaat het nog,’ zei een oude vrouw, ‘maar in de modder en de regen?’
‘Wees maar niet bang oma, hier is altijd een plekje voor je.’
‘Nu is het geen probleem, maar straks in de winter.’
‘Tegen de winter is de oorlog voorbij,’ zei een jochie en hij schoot weg.

Fonso en de meisjes zongen, nog steeds met gedempte stem, voortdurend bedacht op het geluid van ver geruis of gedreun. Ik spitste ook elke minuut mijn oren naar het koor van de krekels, en toen de oude vrouw plotseling het deurluik weer opende, riep ook ik dat ze het licht uit moest doen.

Er was in die mensen, in die jongeren, in hun grapjes, zelfs in de gemakkelijke hartelijkheid van het gezelschap en de wijn, iets wat ik kende, wat me deed denken aan de stad in andere tijden, aan andere avonden, tochtjes over de Po, verschillende restaurants en buurtcafés, voorbije vriendschappen.

En in de frisse lucht van de heuvel, in die leegte, in die angst die je scherp hield, hervond ik een ouder gevoel uit een boers verleden. Instinctief volgde ik de stemmen van de meisjes en de vrouwen, en bleef zwijgen.’

Lees verder in

Het huis op de heuvel | Cesare Pavese | vertaald door Martine Vosmaer (oorspronkelijke titel: La casa in collina) | ISBN 9789464522433 | € 22,99 | uitgeverij Cossee | koop Het huis op de heuvel bij je lokale boekhandel of bij bol.com (ook beschikbaar als e-book)

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Ciao tutti is hét startpunt voor je vakantie naar Italië, bomvol persoonlijke tips. Buon viaggio!

autohuur italië
Bol AlgemeenBol Algemeen