Download de gratis Ciao tutti app voor nog meer tips

Het boek der deuren – ontdek een geheime bibliotheek vol magische boeken

In Het boek der deuren maak je kennis met Cassie Andrews, die in een knusse boekhandel in New York werkt. Ze leidt een nietsvermoedend leven totdat een van haar trouwste klanten plotseling in haar boekwinkel overlijdt en haar een boek met een bijzondere boodschap achterlaat.

Dankzij het Boek der deuren stapt ze in een oogwenk door haar slaapkamerdeur naar Venetië en weer terug. Het is het begin van een onbegrensd avontuur. Cassie weet dan alleen nog niet dat er andere magische boeken zijn, die zowel prachtige als monsterlijke dingen kunnen doen.

Samen met haar huisgenootje Izzy wordt Cassie plotseling geconfronteerd met een wereld vol geweld en gevaar. De enige persoon die hen kan helpen, Drummond Fox, de man die in het bezit is van een geheime bibliotheek vol magische boeken, is op de vlucht voor zijn eigen demonen…

Lees alvast een fragment uit Het boek der deuren

‘Meneer Webber was een bekend gezicht in de boekwinkel en een van de klanten met wie Cassie altijd even een praatje maakte. Hij was een beleefde man met een zachte stem, altijd netjes gekleed in kleren die er duur uitzagen. Zijn gerimpelde handen en hals verraadden zijn leeftijd, maar zijn gezicht was glad en hij had een volle bos wit haar. Hij was eenzaam, wist Cassie, maar hij leek er niet onder gebukt te gaan en drong zich nooit aan anderen op.

‘Ik lees De graaf van Monte-Cristo,’ vertrouwde hij haar toe, knikkend naar het boek. De boekenlegger stak als een slangen­tong naar Cassie toe. ‘Ik had het al eens gelezen, maar naarmate ik ouder word, vind ik het prettig om oude favorieten nog eens te lezen. Net alsof je oude vrienden weer ontmoet.’ Hij stootte een lachje vol zelfspot uit om aan te geven dat hij best wist hoe dwaas dat klonk. ‘Heb je het gelezen?’

‘Ja.’ Cassie hees de stapel boeken onder haar arm wat verder omhoog. ‘Toen ik tien was, geloof ik.’ Ze herinnerde zich lange, regenachtige herfstweekenden waarin ze was meegevoerd door De graaf van Monte-Cristo en heel veel andere boeken.

‘Ik herinner me niet meer dat ik tien was,’ mompelde meneer Webber glimlachend. ‘Volgens mij was ik bij mijn geboorte al van middelbare leeftijd en droeg ik een pak. Wat vond je van het boek?’

‘Het is een klassieker, natuurlijk,’ antwoordde Cassie. ‘Maar het middengedeelte, dat hele stuk in Rome, dat vond ik te lang. Ik wilde altijd door naar de wraakscènes aan het eind.’
Meneer Webber knikte. ‘Dumas laat je beslist wachten op de beloning.’
‘Mmm.’
Het moment hield aan, de stilte gevuld door zachte jazzmuziek uit de speakers aan de muren.

‘Ben je weleens in Rome geweest?’ Meneer Webber wreef in zijn handen alsof hij het koud had. Cassie wist dat hij vroeger pianist en componist was geweest, en hij had inderdaad lange, sierlijke pianistenvingers.

‘Ja, daar ben ik geweest. Ik herinner me er alleen niet veel van.’ Cassie had jaren eerder een week in Rome doorgebracht, toen ze door Europa was gereisd. Ze herinnerde zich de stad goed, maar ze wilde meneer Webber laten praten. Hij zat vol verhalen over een goed besteed leven – een man met meer verhalen dan mensen om ze aan te vertellen.

‘Ik was dol op Rome,’ zei hij, achteroverleunend in zijn stoel. ‘Van alle plekken waar ik ben geweest – en ik heb veel gereisd – was Rome een van mijn favorieten. Als je daar rondliep, kon je je echt voorstellen hoe het er vijfhonderd jaar geleden was.’

‘Mmm,’ mompelde Cassie terwijl meneer Webbers aandacht afdwaalde naar zijn herinneringen. Hij leek daar gelukkig.

‘Weet je, ik logeerde in een hotelletje in de buurt van de Trevifontein,’ zei hij toen hem ineens iets te binnen schoot. ‘Ze brachten me elke morgen koffie op bed, of ik het nu wilde of niet. Precies om zeven uur ’s morgens. Een klopje op de deur, en dan beende de oude eigenares naar binnen, zette met een klap een kop koffie op mijn nachtkastje en beende weer naar buiten.

Op mijn eerste ochtend daar stond ik net naakt midden in de kamer om me te gaan aankleden, toen zij naar binnen stormde met die koffie. Ze bekeek me van top tot teen, totaal niet onder de indruk van wat ze zag, en liep de deur weer uit.’ Hij lachte. ‘Ze zag me in mijn… blote niksie.’

‘O god.’ Cassie lachte met hem mee.
Hij bekeek haar onderzoekend terwijl ze lachte en trok een conclusie. ‘Dat had ik je al eens verteld, hè?’
‘Nee,’ loog ze. ‘Ik dacht van niet.’

‘Je laat me te veel mijn gang gaan, Cassie. Ik ben zo’n oude man geworden die jonge mensen verveelt met zijn verhalen.’
‘Een goed verhaal is de tweede keer nog net zo goed,’ zei ze.

Hij schudde zijn hoofd alsof hij zich aan zichzelf ergerde.
‘Reist u nog steeds, meneer Webber?’ vroeg Cassie om hem af te leiden.
‘O nee, nu ga ik nergens meer heen. Te oud en te zwak. Ik denk niet dat ik een lange vlucht nog zou overleven.’ Hij verstrengelde zijn handen over zijn buik en staarde peinzend naar de tafel.
‘Dat is een beetje morbide,’ zei Cassie.

‘Realistisch,’ zei hij glimlachend. Toen keek hij haar serieus aan. ‘Het is belangrijk om realistisch te zijn. Het leven is net een trein die almaar sneller gaat rijden, en hoe eerder je dat beseft, hoe beter het is. Ik snel nu op het laatste station af; dat weet ik. Maar ik heb mijn leven gehad en heb niets te klagen. Maar jonge mensen zoals jij, Cassie… Je moet eropuit trekken en de wereld bekijken zolang je kunt. Er is zoveel te zien buiten deze vier muren. Laat de wereld niet aan je voorbijgaan.’

‘Ik heb al best veel gezien, meneer Webber, maakt u zich daar maar geen zorgen om,’ zei Cassie onbehaaglijk nu het gesprek over haar ging. Ze knikte naar de boeken onder haar arm. ‘Ik zal deze even naar achteren brengen voordat mijn arm eraf valt.’

Ze liep langs de koffiebar – die inmiddels gesloten was – naar de vensterloze achterkamer met dozen en personeelskluisjes. Daar legde ze de stapel boeken op het rommelige bureau, zodat me­vrouw Kellner ze de volgende dag bij het openen van de winkel zou vinden.

‘Cassie, het was niet mijn bedoeling om je voor te schrijven wat je met je leven moet doen,’ zei meneer Webber met een serieus gezicht toen ze weer verscheen. ‘Ik hoop dat ik je niet heb beledigd.’

‘Beledigd?’ Cassie was oprecht verbaasd. ‘Doe niet zo gek. Dat is geen moment in me opgekomen.’
‘Nou, wat ik eigenlijk bedoel te zeggen, laat mevrouw Kellner alsjeblieft niet horen dat ik je misschien heb aangespoord om haar en haar boekwinkel in de steek te laten.’
‘Ze zou u levenslang verbannen,’ zei Cassie grijnzend. ‘Maar maakt u zich geen zorgen. Ik hou mijn mond. En ik ga voorlopig nergens naartoe.’

Terwijl Cassie bekers en bordjes van de tafeltjes afruimde, keek ze om zich heen in de winkel die ze al kende sinds ze zes jaar geleden naar New York City was gekomen. Het was alles wat een boekwinkel hoorde te zijn, met schappen en tafels vol boeken, altijd zachte achtergrondmuziek en een hoog plafond met hanglampjes die voor lichte vlekken en gezellige schemerplekken zorgden. In verschillende hoekjes en tussen de kasten stonden comfortabele stoelen en aan de muren hing een ratjetoe aan kunst. Er was al tien jaar niet meer geschilderd en de boekenkasten stamden waarschijnlijk uit de jaren zestig, maar de sfeer was gepast sjofel in plaats van verwaarloosd.

Het was een behaaglijke plek, het soort winkel dat vertrouwd aanvoelde, zelfs al kwam je er voor het eerst.
Ze knikte naar meneer Webbers koffiekopje. ‘Wilt u nog een laatste voordat ik ga afsluiten?’

‘Ik heb meer dan genoeg gehad,’ zei hij hoofdschuddend. ‘An­ders moet ik de hele nacht als een lift op en neer om te piesen.’

Cassie trok een gezicht, half geamuseerd, half walgend.
‘Ik bied je een inkijkje in het leven van een oud mens,’ zei meneer Webber zonder enige verontschuldiging. ‘Een constant genoegen. Geef me nog een paar minuutjes om mijn krachten te verzamelen, dan zal ik mijn hielen lichten.’

‘Neem alle tijd. Het is fijn om gezelschap te hebben aan het einde van de dag.’
‘Ja,’ beaamde meneer Webber, kijkend naar de tafel met zijn hand op de kaft van zijn boek. ‘Ja, dat is zo.’ Hij keek op en glim­lachte een beetje verlegen naar haar. Ze gaf hem in het voorbijgaan een klopje op zijn schouder.

Door de grote etalageruit aan de voorkant van de winkel scheen zacht licht de avond in, als een open haard in de donkere kamer van de stad, en terwijl Cassie op haar kruk ging zitten, zag ze dat het begon te sneeuwen: lichte vlokjes die door het heiige licht dwarrelden.
‘Prachtig,’ mompelde ze verrukt.

Ze keek een poosje toe terwijl de sneeuw heviger werd. De gebouwen aan de overkant vormden een kruiswoordpuzzel van verlichte en onverlichte ramen. Voorbijgangers zetten hun capu­chon op en bogen hun hoofd tegen de sneeuw, en gasten in de kleine sushibar tegenover Kellner Books tuurden naar buiten met eetstokjes in de hand en bezorgde gezichten.

‘De beste plek om te genieten van een stormachtige avond is in een warme kamer met een boek op schoot,’ zei Cassie tegen zichzelf. Ze glimlachte droevig, want iemand die ze miste had die woorden ooit tegen haar gezegd.

Ze keek op de wandklok en zag dat het tijd was om af te slui­ten. Aan zijn tafeltje zat meneer Webber met zijn hoofd in een vreemde hoek gedraaid, alsof hij dacht dat hij iemand zijn naam had horen roepen. Cassie fronste, en diep vanbinnen voelde ze een tinteling van onbehagen.

‘Meneer Webber?’ vroeg ze terwijl ze van haar kruk opstond. Ze haastte zich door de winkel naar hem toe. De easy-listening jazz vormde een dissonant met haar plotselinge onbehagen. Toen ze een hand op meneer Webbers schouder legde, reageerde hij niet. Zijn gezicht was strak, zijn ogen open en levenloos, zijn mond een stukje open.

‘Meneer Webber?’ probeerde ze nog eens, ook al had het geen zin.

Cassie wist hoe de dood eruitzag. De eerste keer dat ze met de dood was geconfronteerd, vele jaren eerder, had ze de man verloren die haar had grootgebracht, de enige familie die ze ooit had gekend.

Nu was ze weer met de dood geconfronteerd, en deze keer had ze een aardige man verloren die ze amper had gekend, terwijl zij afgeleid was door de sneeuw.’

Lees verder in

Het boek der deuren | Gareth Brown | vertaald door Lia Belt | ISBN 9789021039541 | € 24,99 | Uitgeverij Luitingh-Sijthoff | koop Het boek der deuren bij je lokale boekhandel of via deze link bij bol.com (ook beschikbaar als e-book)

Ontdek onze digitale reisgidsen voor nóg meer tips

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *