Het is een van de bekendste Italiaanse portretten: Piero della Francesca’s portret van de hertog van Urbino, Federico da Montefeltro, hier in een unieke street art-versie in Napels:
We zagen het eerder dit jaar in Middelburg, nu prijkt het op ons bureau, op de cover van het boek Een kleine cultuurgeschiedenis van de (grote) neus, waarin Caro Verbeek je mee op reis neemt langs opvallende neuzen in de westerse kunst en cultuur.
Caro Verbeek: ‘Als student kwam ik in aanraking met een enorme variëteit aan prachtige neuzen; groot en klein, recht en gebogen, grotesk en bescheiden, geschilderd en gebeeldhouwd. In veel portretten bleken markante exemplaren nog eens extra aangezet door de kunstenaar.
Ik begon me af te vragen hoe en wanneer het schoonheidsideaal voor de neus was veranderd, vooral na het zien van het en profil weergegeven gelaat van de legeraanvoerder Federico da Montefeltro (1422-1482).
Een gedeelte van zijn neusbrug was door een klap op het slagveld verloren gegaan, net als zijn rechteroog dat zelden is afgebeeld. Kunstenaars hadden zijn profiel kunnen wijzigen met enkele penseelstreken. Zo werd een enkele keer ook zijn oog gereconstrueerd met verf. Maar de vorm van zijn neusbrug werd prominent getoond.
De ‘condottiere’ was er trots op en zorgde ervoor dat de hele wereld het kon zien. De vorm van zijn neus toonde namelijk zijn moed. En het verleende hem het meest unieke gezicht uit de kunstgeschiedenis.
Het profiel van zijn vrouw mocht er overigens ook wezen. Als helft van een tweeluik toont Battista Sforza (1446-1472) – ook al afkomstig van een Italiaanse welvarende familie uit die tijd – een vrij lange elegante neus met iets naar beneden wijzende top. Het paar staart elkaar voor de eeuwigheid aan, al wordt hun blik onderbroken door een gouden lijst.
Een grote neus werd – in ieder geval in de westerse wereld – gezien als een teken van karakter en status, legde een professor me destijds uit. Maar ‘groot’ deed (en doet) geen recht aan alle bestaande nuances en verschillen binnen deze algemene categorie.
Was het uiteinde van de neus puntig of plat? Wees die naar boven of beneden? Zat er wel of geen hoek in de brug? Hoe waren de neusgaten en ‑vleugels gevormd? Al deze kenmerken duidden op karaktereigenschappen die in het meest gunstige geval voor je pleitten, of in het slechtste geval je teleurstellende persoonlijkheid verraadden.
De ideeën over de correlatie tussen de vorm van de neus en het karakter hielden wetenschappers en kunstenaars duizenden jarenlang bezig – van de oudheid tot niet heel lang geleden –, maar zijn later in vergetelheid geraakt. Daardoor ziet de moderne mens iets heel anders dan onze voorouders wanneer die naar de afbeeldingen kijkt die de (westerse) kunstgeschiedenis ons heeft nagelaten.’
Een kleine cultuurgeschiedenis van de (grote) neus probeert antwoorden te vinden op de vraag waarom de (grote) neus uit de gratie is gevallen, maar ook te achterhalen wat de westerse mens collectief bezielde om de neus als graadmeter voor karaktereigenschappen te gebruiken.
Allerlei beroemde mensen komen aan bod, van Cleopatra tot Lady Gaga en van Michelangelo en Leonardo da Vinci tot Rembrandt. Ook de thema’s zijn uiteenlopend en omvatten liefde, literatuur, politiek, plastische chirurgie en kunst.
Wist je bijvoorbeeld dat het dodenmasker van Dante gemanipuleerd werd om hem een echte ‘dichtersneus’ te geven? Of dat de beeltenis van Cleopatra’s adelaarsneus een politieke strategie was en dat renaissancedichter Annibale Caro zelfs een lofdicht schreef over een zeer aanzienlijke neus, dat wordt bewaard in het Vaticaan?
Lees over alle bijzondere neuzen in
Een kleine cultuurgeschiedenis van de (grote) neus | Caro Verbeek | ISBN 9789045044996 | € 21,99 | uitgeverij Atlas Contact | bestel Een kleine cultuurgeschiedenis van de (grote) neus bij je lokale boekhandel of via deze link bij bol.com (ook beschikbaar als e-book)