Vijfentwintig jaar geleden kwam Hans Manders voor het eerst in Rome. Het was liefde op het eerste gezicht. Deze liefde voor de eeuwige stad heeft hij ter plekke in een aantal sonnetten gegoten.
We mogen vandaag twee sonnetten delen, het titelgedicht en het tweede gedicht van een cyclus van drie gedichten over Bernini’s Apollo en Daphne in de Galleria Borghese. Een dubbele poëtische ode aan die prachtige stad!
De eeuwige stad
Ik zie, als ik mijn ogen sluit, een plein
en laat mij graag in mijn gedachten drijven
naar een terras met wijn en wat olijven
en uitzicht op een stromende fontein.
Waarom kan Rome toch zo troostrijk zijn,
wil ik er ieder jaar een tijd verblijven?
Waarom moet ik er steeds weer over schrijven?
Hoe komt het dat zij rondzingt in mijn brein?
Het antwoord is: in Rome is de tijd
niet bezig met alleen maar voort te schrijden
en niets ongrijpbaars waar je onder lijdt.
Dat ook mijn wegen steeds naar Rome leiden
komt aangezien een zweem van eeuwigheid
me in haar straten steeds weet te verblijden.
Het beeld
Een handeling gestold in harde steen,
dat was, zo kan men zien, Bernini’s streven.
Dit marmer, het kwam door zijn hand tot leven.
Hij voerde uit wat schier onmooglijk scheen.
Zijn beeld komt met de mythe overeen:
je ziet de nimf, echt in het nauw gedreven,
Apollo achterhaalde haar zo-even,
dan wordt ze boom bij armen, hoofd en teen.
Een foto was nog nooit zo levensecht,
op film kon nimmer worden vastgelegd
wat met dit werk Bernini heeft geklaard.
Hij die in het museum hen ziet staan
kan maar met één gevoel naar buiten gaan:
dit beeld is werk’lijk ongeëvenaard.
Alle sfeervolle sonnetten lees je in
De eeuwige stad – Rome in sonnetten | Hans Manders | ISBN 9789402148367 | Brave New Books | bestel De eeuwige stad – Rome in sonnetten via deze link bij bol.com