Vroegboekkorting bij hu openair villages & campings

Conclaaf – de nieuwe historische thriller van Robert Harris

Robert Harris, een van onze favoriete auteurs, houdt ons deze dagen in de greep met zijn nieuwste boek: Conclaaf. De setting is, zoals de titel al doet vermoeden, een conclaaf in de Sixtijnse Kapel. Zoals we van Harris gewend zijn, bevat het boek een flinke dosis spanning, waardoor je bijna letterlijk van pagina naar pagina wordt meegesleurd en ademloos naar de ontknoping bladert.

Conclaaf-Robert-Harris

We zullen niet te veel verklappen, maar zonder de plot te verraden, kunnen we je vertellen dat je zelf zo goed als in de Sixtijnse Kapel zit. De deuren zijn dicht en honderdzeventien kardinalen moeten hun stem uitbrengen in de geheimzinnigste verkiezing ter wereld.

De kardinalen zijn allen zeer vrome mannen. Maar ze zijn ook ambitieus en elkaars rivalen. In de volgende tweeënzeventig uur zal een van hen de machtigste spirituele leider op aarde worden. Al snel wordt duidelijk dat een van de gedoodverfde kanshebbers een groot geheim verbergt. Een geheim dat het voortbestaan van het Vaticaan op het spel kan zetten.

Een fragment:

‘Even voor tweeën in de ochtend verliet kardinaal Lomeli zijn appartement in het Paleis van het Heilig Officie en liep haastig door de donkere kloostergangen van het Vaticaan naar het slaapvertrek van de paus. Onderweg bad hij: O Heer, hij heeft nog zoveel te doen, terwijl al mijn nuttige werk in dienst van U voltooid is. Hij is geliefd, terwijl ik vergeten ben. Spaar hem, Heer. Spaar hem. Neem mij in zijn plaats.

Moeizaam liep hij over de kasseien omhoog naar Piazza Santa Marta. De Romeinse lucht was zacht en heiig, maar hij bespeurde de eerste vage kilte van de herfst erin. Het regende licht. Aan de telefoon had de prefect van het Pauselijk huis zo panisch geklonken dat Lomeli verwachtte op een infernaal tafereel te zullen stuiten. Maar het bleek ongewoon stil op het piazza, afgezien van een eenzame ambulance, die op een discrete afstand stond geparkeerd en waarvan het silhouet zich aftekende tegen de met schijnwerpers verlichte zuidkant van de Sint-Pieter. In de ambulance brandde licht, de ruitenwissers zwiepten heen en weer, en van dichtbij kon hij de gezichten van de chauffeur en zijn bijrijder onderscheiden.

De chauffeur zat te telefoneren met een mobieltje en er ging een schok door Lomeli heen toen hij besefte: ze zijn niet gekomen om een zieke naar het ziekenhuis te transporteren, ze zijn gekomen om een lijk te halen.

Bij de ingang van Casa Santa Marta salueerde de Zwitserse wacht door een witgehandschoende hand naar een helm met rode veren te brengen. ‘Eminentie.’ Knikkend naar de auto zei Lomeli: ‘Wilt u er alstublieft voor zorgen dat die man niet met de media belt?’

In het gastenverblijf hing een sobere, antiseptische sfeer, als in een privékliniek. Meer dan tien priesters stonden verspreid in de witmarmeren hal, van wie er drie in kamerjas waren. Ze hadden een verbijsterde blik in de ogen, alsof er brandalarm had geklonken en ze niet precies wisten wat de regels waren om daarop te reageren. Lomeli aarzelde toen hij op de drempel stond, voelde iets in zijn linkerhand en zag dat hij zijn rode kalotje omklemde. Hij kon zich niet herinneren dat te hebben meegepakt. Hij vouwde het open en legde het op zijn hoofd. Zijn haar voelde enigszins vochtig.

Een Afrikaanse bisschop probeerde hem op weg naar de lift staande te houden, maar Lomeli knikte hem enkel toe en liep door. Het duurde eindeloos voordat de lift verscheen. Hij had de trap moeten nemen. Maar hij was te veel buiten adem. Hij voelde de blikken van de anderen in zijn rug. Hij zou iets moeten zeggen. Daar was de lift. De deuren schoven open. Hij keerde zich om en stak een zegenende hand omhoog. ‘Bidden,’ zei hij.

Hij drukte op de knop voor de tweede verdieping; de deuren gingen dicht en hij begon omhoog te gaan. Als het Uw wil is om hem bij U te roepen en mij achter te laten, geef me dan ten minste de kracht om een toeverlaat voor anderen te zijn.

In de spiegel zag zijn ingevallen gezicht onder het gele licht er grauw en vlekkerig uit. Hij snakte naar een teken, naar een ingeving die kracht gaf. De lift kwam met een ruk tot stilstand, maar zijn maag leek te blijven stijgen; hij moest de metalen leuning vastgrijpen om zijn evenwicht te hervinden. Hij herinnerde zich hoe hij in de begintijd van het pausdom van de Heilige Vader precies in diezelfde lift had gestaan en dat er twee al wat oudere monseigneurs instapten. Overweldigd door de lijfelijke aanwezigheid van Christus’ vertegenwoordiger op aarde vielen ze meteen op hun knieën, waarop de paus in de lach schoot en zei: ‘Maakt u zich geen zorgen, sta op, ik ben gewoon een oude zondaar, niet beter dan u beiden…’

De kardinaal stak zijn kin in de lucht: zijn masker als hij onder de mensen was. De deuren gingen open. Een dik gordijn van donkere pakken spleet in tweeën om een doorgang voor hem te maken.’

Lees verder in

Conclaaf-Robert-Harris

Conclaaf | Robert Harris | vertaald door Reintje Ghoos & Jan Pieter van der Sterre | ISBN 9789023426547 | € 21,99 | uitgeverij Cargo | bestel Conclaaf via deze link bij bol.com | ook verkrijgbaar als e-book

Download de gratis Ciao tutti app voor nog meer tips

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *