Download de gratis Ciao tutti app voor nog meer tips

Chemische affiniteiten – debuutroman van Gaia Coltorti

Na onze Wine Quest in Zuid-Tirol reizen we vanavond door naar Verona. Om alvast in de stemming te komen lazen we de afgelopen dagen het net verschenen Chemische affiniteiten, de debuutroman van de jonge Italiaanse auteur Gaia Coltorti, over de vraag hoe ver twee mensen, een broer en een zus, mogen gaan voor hun liefde.

Coltorti is pas eenentwintig en schreefChemische affiniteiten al op haar zeventiende. Ze studeert Italiaans, spreekt vloeiend Engels en is gek op Shakespeare. Geen wonder dus dat Verona een rol speelt in haar boek…

Chemische-affiniteiten

De tweeling Giovanni en Selvaggia groeit gescheiden van elkaar op. Giovanni woont met zijn vader in Verona, Selvaggia leeft bijna driehonderd kilometer verderop in Genua, samen met haar moeder. Ze weten niet van elkaars bestaan af. Daar komt verandering in wanneer de moeder besluit naar Verona te verhuizen – en de oude liefde tussen de ouders opnieuw opbloeit.

Giovanni en Selvaggia komen bij elkaar in huis te wonen en voelen bij hun eerste ontmoeting direct een ongekend sterke, ondefinieerbare band. Zijn ze verliefd? De aanvankelijke terughoudendheid kunnen ze na verloop van tijd niet langer bedwingen: hun verboden liefde explodeert. En dan gebeurt het ergst denkbare: Selvaggia wordt zwanger. Verstrikt in leugens besluit de tweeling het geheim aan hun ouders op te biechten, die woedend worden. Giovanni en Selvaggia zien vanaf dat moment nog maar één uitweg.

Met haar verhaal over een tweelingbroer en -zus die verliefd op elkaar worden raakt Gaia Coltorti niet alleen aan het thema van de literaire klassieker Lolita – verboden liefde – maar heeft ze ook een moderne tragedie geschreven die sterk doet denken aan Shakespeares Romeo & Julia. Een must read voor de liefhebbers van klassieke literatuur, maar ook voor de fans van hedendaagse, Italiaanse schrijvers. Een fragment:

‘Weet je nog? Jullie waren niet meer dan twee middelbare scholieren die de liefde hadden bedreven, en nu sliep ze. Ze ademde in je hals en maakte je gelukkig met haar zoete aanwezigheid.

De plooien van de gordijnen. Het zonlicht van Verona scheen door de gordijnen, verlichtte de kamer, en jij, gehuld in die geur van etherische wellust, raakte bijna jezelf kwijt. Het was stil in het appartement aan de Via Anfiteatro, gestold in het aureool van gevonden vrede die de rust van de namiddag soms, op wonderlijke wijze, uitstraalt. Je nam het koor van de stemmen van de mensen waar, van het leven buiten, als een kalme achtergrondmuziek, net als het klaterende water van een rivier en, overmand door tederheid, had je graag de haren van je liefste willen strelen, die als ze sliep veel beminnelijker was maar de overige tijd daarentegen transformeerde in een soort verwend achttienjarig nest dat alles op haar manier wilde doen.

Arrogant, ja, maar ze had je hart gestolen.

Wekenlang – weet je nog? – bestond jullie wanhopige en onmogelijke liefde nu al. Af en toe gebeurde het dat je naar jullie keek door de ogen van een buitenstaander en dan schrok je als je vermoedde hoe verschrikkelijk die liefde van jullie er van buitenaf uit moest zien – het woord dat in je opkwam was ‘stuitend’. Maar zodra je dat aan je laars lapte zette alles zich, gehoorzamend aan een geheimzinnig lot, weer in beweging.

In werkelijkheid was zij degene die alles weer in beweging zette, soms met ondernemingszin en hoogmoed; ook al beschermde degene van wie jij hield zich met een schild van agressie, meende jij, en meer niet. Je was eraan gewend haar bedrieglijke uiterlijke kwetsbaarheid waar te nemen, dat wat het meest in het oog sprong: haar magere lichaam, resultaat van haar passie voor ritmische gymnastiek, leek op het punt te staan om te breken als jouw handen, jouw armen, overmand door begeerte, haar naar je toe trokken. Later begreep je dat ze een sterk lichaam had en, misschien in iets mindere mate, een sterke geest.

Jouw naam, Giovanni, zou voor jou geen enkele betekenis meer hebben zonder de hare ernaast, een naam waarvan alleen de klank al je hart met vreugde vervulde: Selvaggia. Want voordat zij er was, was jij niets, een jongen als zo vele, die onopgemerkt bleef en opging in de massa.

Iedereen die jou kende zou zeggen dat je intelligent was, welopgevoed, een beetje apathisch en al met al rustig. Iemand die op zaterdagavond iets ging drinken met vrienden, die een grote passie had voor zwemmen en ervan droomde om ooit mee te doen aan de Italiaanse kampioenschappen. Meer niet. Maar na haar was Giovanni door een onstuitbare metamorfose Johnny geworden. En Johnny was precies als Giovanni maar dan levenslustiger. Hij leek een man die zijn weg had gevonden, een soort uitverkorene aan wie het leven zich wonderbaarlijk had geopenbaard, vol gevaar en tegelijkertijd voorbestemd tot het opperste geluk.

In die honderd dagen dat jullie nu van elkaar hielden was Selvaggia alles voor jou geworden. Zij was jouw reden van bestaan, zij was de reden waarom je ademde, het motief voor extreme keuzes, de bron van ongekend verdriet en ongekende vreugde. Vanaf jullie eerste ontmoeting wisten jullie allebei dat je van dit alles doordrenkt zou worden, haast alsof jullie dankzij de hartstocht die jullie deed bestaan, op de wereld waren gekomen met als enig doel van elkaar te houden.

En misschien zou er niets vreemds aan jullie en jullie hopeloze liefde zijn geweest, als het meisje dat naast je lag te slapen en dat haar hoofd op jouw borst liet rusten en dat jou deed smelten van geluk telkens wanneer je haar op de mond kuste, niet je zus was.’

Lees verder in

Chemische-affiniteiten

Chemische affiniteiten | Gaia Coltorti | vertaald door Etta Maris | ISBN 9789048816767 | uitgeverij Lebowski | bestel Chemische affiniteiten via deze link bij bol.com

Ontdek onze digitale reisgidsen voor nóg meer tips

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *