Vroegboekkorting bij hu openair villages & campings

Alles wat licht is – kwetsbaar evenwicht in het circus

Met een cover om in te lijsten en een verhaal om een aantal keren te herlezen, om alle details en lagen goed in je op te nemen, is Alles wat licht is een van de mooiste boeken over Italië die we dit jaar hebben gelezen.

De twee figuurtjes die hun kunsten vertonen aan de trapeze, zijn Berio en Luca. Ze maken deel uit van een reizend circus, dat probeert het hoofd boven water te houden onder het fascistische bewind van Mussolini.

De jongens treden op met een adembenemende act aan de trapeze. Gevaarlijk, maar niet zo gevaarlijk als de beslissing die Luca neemt als de jonge fotografe Yulia wordt gezocht door de zwarthemden. Hij besluit haar te verstoppen, onder het oog van de fascisten, die het circus nauwlettend in de gaten houden.

Luca’s gevoelens voor Yulia zorgen voor een barst in de verstandhouding tussen hem en Berio, die elkaar hoog in de nok van de tent blindelings zouden moeten kunnen vertrouwen…

Een fragment
‘We vertrokken met de trein naar Iseo op een kille novemberdag in 1928, of Anno VII, volgens de nieuwe telling, het zevende jaar van Mussolini’s macht. Berio was net zestien geworden, en ik was misschien veertien, maar niemand wist het precies en het was ook niet van belang.

We zouden de winter doorbrengen bij het meer van Iseo, omdat daar het hele jaar door toeristen kwamen. Oom Lorenzo hoopte in de slappe maanden open te kunnen blijven.

De wielen van de trein dreunden met een ritmisch geluid over de rails, de locomotief pufte. Het regende al dagen aan een stuk. Ik keek verrukt naar buiten. De wolken joegen. Naast het spoor kolkte een buiten zijn oevers getreden bergrivier, hij woelde wortels bloot en sleurde aarde, stenen en struiken met zich mee. Alles was in beweging.

‘Hondenweer,’ mopperde Berio. Hij veerde op en begon zich een weg te banen door de overvolle wagon, met een air alsof hij ergens een belangrijke zaak af te handelen had. Het leverde hem geërgerde blikken op. Na een paar minuten keerde hij terug.

Mama sliep. Ze had de kap van de goochelaarsmantel over haar hoofd getrokken. Op haar schoot stond de kooi met Konijn. Het dier was op zijn hoede, zijn neusje bewoog even druk als de rusteloze benen van Berio.

Toen de trein over een hoge brug denderde, viel een straal licht door een opening in het wolkenpak, en hij lichtte als een lantaarn een meer uit.

‘Word wakker,’ zei Berio en hij stootte mama aan. ‘We zijn er bijna.’ Hij nam het bakelieten kammetje uit zijn achterzak en haalde het met twee, drie snelle bewegingen door zijn haar.

Het meer van Iseo was groter dan ik had verwacht, en mooier dan ik had gehoopt. Aan de ene kant rezen bergen op en langs de andere oever strekten oneindige rijen olijfbomen en wijngaarden zich uit over glooiende heuvels.

De trein versnelde bij het afdalen, het gekrijs van de remmen sneed door merg en been. Berio en ik verdrongen elkaar bij het raam. Opgewonden wezen we elkaar dingen aan: het kasteel aan de rand van het stadje, de dobberende boten, het eiland voor de kust.

We reden door een kastanjebos, en daar voorbij lag een drassig veen. Een vlucht ganzen vloog gakkend met ons mee.

We stoomden langs de achterkanten van huizen, oude gevels met zwijgende ramen en balkonnetjes waar waslijnen waren gespannen. Stapvoets tufte de trein het station binnen; hij werd naar een zijspoor geleid en kwam sissend en zuchtend tot stilstand.

Een paar tellen bleef het stil en toen begonnen de circusdieren allemaal tegelijk te huilen, te hinniken en te stampen. De stationschef kwam uit een witgekalkt gebouwtje. Zijn dikke lichaam schommelde heen en weer terwijl hij glimlachend en met uitgestoken handen naar oom Lorenzo toe liep. Hij werd op de voet gevolgd door drie zwarthemden, die glimmende knuppels aan hun koppelriemen droegen.

We laadden de trein af met krikken, takels, lieren en mankracht. Onze olifant Elsa hiep ons met de zwaarste circuswagens. Haar gegroefde huid hing slobberig om haar flanken. We waren nog maar net aan het werk of er barstte opnieuw een harde plensbui los.

De regen kletterde op ons neer. Elsa spreidde haar oren wijd, trompetterde mismoedig en ging bijna boven op een wagen zitten.’

Alles wat licht is | Marleen Nelen | omslagbeeld: Deborah van der Schaaf | ISBN 9789045123622 | € 16,99 | uitgeverij Querido | bestel Alles wat licht is via deze link bij bol.com (ook verkrijgbaar als e-book)

Download de gratis Ciao tutti app voor nog meer tips

Een reactie

  1. dit kleine stukje nodigt je uit om meer te willen lezen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *