Download de gratis Ciao tutti app voor nog meer tips

Blader door driehonderd pagina’s nalatenschap van Leonardo da Vinci

Zelfs meer dan vijfhonderd jaar na zijn dood blijft Leonardo da Vinci inspireren. Zijn schilderijen, tekeningen en schetsen laten zijn genialiteit zien, zijn kennis over filosofie, religie en wetenschap. Voor alle liefhebbers van Da Vinci is er nu een prachtig naslagwerk, met meer dan honderdzestig paginagrote afbeeldingen in heldere kleuren waarin deze unieke uomo universalis tot leven komt.

Kunsthistorici Martin Kemp en Fabio Scaletti lichten Da Vinci’s werken toe, met bijzondere aandacht voor de details en de interpretatie van zijn nalatenschap. Natuurlijk ontbreken bekende werken als de Mona Lisa, de Mens van Vitruvius en het Laatste Avondmaal niet, maar er is ook volop oog voor Da Vinci’s minder bekende schilderijen en zijn intrigerende schetsen.

Samen vormen al deze kunstwerken een kleurrijk en inspirerend testament van een van de grootste kunstenaars aller tijden. Met dit testament duik je uren in Da Vinci’s nalatenschap, om de mysteries van zijn denken – al is het maar een beetje – te kunnen ontrafelen.

Een klein voorproefje, uit de introductie van Fabio Scaletti: ‘Om het werk van Leonardo da Vinci (1452-1519) te begrijpen, of althans te kunnen laten binnenkomen, is het cruciaal om te onthouden dat hij kunstenaar was met zijn handen en wetenschapper met zijn hoofd.

Wetenschap en kunst gaan bij hem hand in hand en zijn niet van elkaar te scheiden. Zijn werken reflecteren een traject van wetenschappelijke en experimentele onderzoeken die zijn gedocumenteerd in codices.

In dit perspectief is kunst tegelijkertijd kennis en expressie. Schilderen, jezelf als kunstenaar beperken tot deze volgens Leonardo autonome discipline, betekent het bestuderen en doorgronden van de mechanismes van de werkelijkheid die je wilt weergeven; deze ontcijferen en onderling vergelijken, om zo inzicht te krijgen in de intrinsieke wetten, dynamieken, motieven en principes die de structuur van elk van deze mechanismes bepalen, om uiteindelijk tot de conclusie te komen dat ‘filosofie en schilderen één zijn’.

Je zou haast kunnen zeggen dat praktijk en theorie bij elkaar horen als twee kanten van dezelfde medaille, want voor Leonardo gaat theorie altijd samen met praktijk, experiment en toepassing.

Kennis mag alleen zo heten als ze gebaseerd is op ervaring en observaties (en daarom raakt het in de vergelijking meer aan Aristoteles’ empirisme dan aan platonisch of neoplatonisch idealisme, dat ten tijde van de renaissance, en in zijn Florentijnse milieu, favoriet was), maar tegelijkertijd is de praktijk altijd doordrenkt van theorie.

Als je niet in het duister wilt blijven tasten, moet het verrichte onderzoek en de concrete benadering van feiten trouw zijn aan een leidend idee dat kan functioneren als een kompas om je weg te vinden door de onuitputtelijke verscheidenheid van fenomenen.

Dit alles, de eenwording van kunst en wetenschap, van theorie en praktijk, verklaart waarom elk van Leonardo’s schilderijen een met het penseel geschreven verlichtende gedachte is; en dat vind je alleen bij de aller-, allergrootste kunstenaars.

Over het penseel, dat schilderwerktuig bij uitstek, gesproken: Da Vinci heeft het met al zijn genialiteit gebruikt om de sfumato uit te werken, de bijzondere techniek die kenmerkend is voor zijn stijl. Deze techniek bevestigt wat tot dusver is opgemerkt en spreekt door vervliegende contouren, achtergronden die in elkaar overlopen en herhaaldelijke overlappingen van glazuurlaagjes van de microscopische kleurvariaties (denk aan zijn rotsen, met de penseel op dezelfde manier opgebouwd als de natuur doet, namelijk eindeloze, met ultieme zorg weergegeven laagjes).

Dit geheim, atmosferisch perspectief, creëert en identificeert taferelen door ze in ruimte en afstand zo in verhouding te verdelen dat ze voor het oog van de kijker gescheiden zijn. Dit gebeurt niet zozeer op basis van geometrische berekening, maar door de hoeveelheid atmosfeer, of lucht die is ingevoegd tussen wat hier en wat eronder is (we durven nog net niet op zijn Einsteins ‘licht’ te zeggen, maar met een dergelijk professionele pionier als Leonardo is de verleiding groot).

Om het werk van Leonardo (die zelfs een half millennium na zijn dood een ‘eeuwige tijdgenoot’ blijft) correct te kunnen beoordelen, helpt het ook om zijn persoonlijkheid voor ogen te houden en dan vooral zijn onderzoekende geest, die in alles geïnteresseerd is.

Dit in combinatie met het gegeven dat ieder mens maar een beperkte hoeveelheid tijd heeft om zich aan iets nieuws te wijden wanneer de huidige focus (vaak een baan) volledig, of naar zijn besliste oordeel in elk geval effectief genoeg is onderzocht en in kaart gebracht, zodat er op dat gebied geen geheimen meer zijn.

Deze volgens vele bronnen legendarische onrust, die naar onze mening niet werd ingegeven door een neiging naar perfectionisme, heeft soms geleid tot falen om iets te voltooien. Toch brengt ze ons hoe dan ook dichter bij deze grootse kunstenaar, die de held is in een sympathieke anekdote waarmee we deze inleidende regels willen besluiten.

In 1504 schrijft Angelo del Tovaglia in zijn voortgangsrapportage over schilderingen die door de markiezin Isabella d’Este aan Leonardo en Pietro Perugino zijn opgedragen: ‘Ze lijken beide zeer veelbelovend en verlangend om Uwe Hoogheid te dienen, hoewel ik vrees dat ze qua traagheid nauwelijks voor elkaar onderdoen; maar als het op een wedstrijd aankomt geloof ik toch echt dat Leonardo die gaat winnen. Ik zet mijn geld op hem, wat dat betreft!’

Leonardo da Vinci – de nalatenschap van een genie | Martin Kemp & Fabio Scaletti | ISBN 9789043532891 | € 75,- | Kok Boekencentrum | bestel Leonardo da Vinci – de nalatenschap van een genie via deze link bij bol.com

Ontdek onze digitale reisgidsen voor nóg meer tips

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *