Download de gratis Ciao tutti app voor nog meer tips

Spaccanapoli – een wandeling dwars door het centrum van Napels

Het centrum van Napels wordt letterlijk in tweeën gespleten door de Spaccanapoli, een lange nauwe sliert van opeenvolgende straten. Vanaf de top van de Vomero-heuvel zie je duidelijk hoe deze straten het oude centrum in twee helften verdelen.

De naam Spaccanapoli is dan ook overduidelijk de enige juiste aanduiding voor deze straat: het betekent ‘gespleten Napels’.

Wist je dat de Spaccanapoli al deel uitmaakte van het vroegere Romeinse stratenplan, dat nog goed terug te vinden is in de kaarsrechte straten en steegjes in het centrum? De Spaccanapoli volgt nu de Via Pasquale Scura, de Via Capitelli, de Via Benedetto Croce, de Via San Bagio dei Librai, de Vicara Vecchia, de Via Giudecca Vecchia en de Via Tupputi.

Piazza del Gesù Nuovo

Via deze straten loop je regelrecht het Napolitaanse leven in. Naast een blik op de Napolitaanse cultuur biedt de Spaccanapoli ook veel bezienswaardigheden. Wanneer je vanaf de Vomero afdaalt, kom je allereerst op het Piazza del Gesù Nuovo. De kerk waar het plein zijn naam aan ontleent, is een van de mooiste barokkerken van Napels. Van binnen althans, want aan de buitenkant is de kerk nauwelijks als zodanig te herkennen.

De façade van de kerk was oorspronkelijk de gevel van het Palazzo Sanseverino, geheel voorzien van grijze piperno-stenen. In 1584 werd het paleis door de jezuïeten omgebouwd tot een rijk gedecoreerde kerk, met ontelbare fresco’s en veel marmer. Het duurde maar liefst veertig jaar voordat elk stukje muur bedekt werd door een beeld, een fresco of een schildering.

Tijdens de aardbeving van 1688 stortte de hele koepel in, waarna een groot aantal pilaren werd neergezet om het dak te ondersteunen.

De kerk maakte grote indruk vanwege de dagelijkse devotie die de bezoekers uitstralen. Bijna geen enkele Napolitaan verlaat de kerk zonder gebiecht te hebben. Soms staan er zelfs lange rijen voor een biechtstoel: absolutie vragen is blijkbaar een populaire bezigheid in een stad waar de verleiding op elke straathoek op de loer ligt…

De kloostertuin van Santa Chiara

Even verderop ligt de veel rustigere Santa Chiara, een gotische kerk die bij toeristen vooral bekend is vanwege de bijzondere kloostertuin. De tweeënzeventig achthoekige zuilen en de bankjes die daartussen zijn gebouwd, zijn van boven tot beneden betegeld met majolica.

De majolicategels vertellen verhalen uit een ver verleden, met vergane landschappen. Daartussen strengelen druivenranken, bloemen en olijven om de zuilen. Ook de kloostertuin zelf is een oase van groen, met zijn sinaasappel- en citroenbomen.

De fresco’s op de muren van de kloostergang en een fonteintje maken de tuin helemaal af en bieden het perfecte decor voor de honderden bruidsreportages die hier worden geschoten. Geniet maar even van de weldadige rust, want zodra je je op weg begeeft naar de volgende kerk word je overspoeld door de chaos van de Spaccanapoli.

Palazzo Filomarino

Het mooiste gedeelte van de Spaccanapoli loopt misschien wel vanaf de Via Benedetto Croce naar de kruising met de Via Duomo. Aan het begin van de Via Benedetto Croce, op nummer 12, bevindt zich het Palazzo Filomarino, een van de vele onderkomens van de Napolitaanse aristocratie en tot in 1952 het onderkomen van Benedetto Croce, de filosoof en historicus naar wie de straat is vernoemd.

Piazza San Domenico Maggiore

Op de kruising met het Piazza San Domenico Maggiore staat hoog boven op een zuil een bronzen standbeeld van de heilige Dominicus. De kerk op het plein is eveneens aan San Domenico gewijd. Karel I van Anjou liet de kerk bouwen voor de steeds belangrijker wordende Dominicaner orde.

Tijdens de middeleeuwen bood het klooster onderdak aan de invloedrijke filosoof en theoloog Thomas van Aquino. In de kerk hing tot een aantal jaren geleden Caravaggio’s Flagellazione di Cristo (De geseling van Christus), die nu een paar kilometer verderop in het museum van Capodimonte te bewonderen is. In de San Domenico hangt nog een kopie die in de zeventiende eeuw door Andrea Vaccaro werd gemaakt.

Neem na je bezoek aan de kerk tijd voor een culinaire stop bij Scaturchio (Piazza San Domenico Maggiore 19). Bij deze kleine, altijd drukke bakkerij eet je de lekkerste Napolitaanse specialiteiten: sfogliatelle, babà of ministeriali. Het allerlekkerst vinden wij de sfogliatelle, envelopjes van bladerdeeg gevuld met ricotta, vruchtjes, vanille en kaneel. Heel kleverig en superzoet, maar erg lekker.

Babà zijn kleine cakejes in de vorm van een hoge koksmuts, gedrenkt in rum. In Napels bestrijken ze de babà vaak ook nog met sinaasappelmarmelade, extra zoet dus.

Hoe lekker al deze zoetigheden ook zijn, met de ministeriali, kleine pure chocolaatjes met een crème van ricotta en rum, is Scaturchio pas echt beroemd geworden. Nu worden ze door de hele stad gemaakt, maar Scaturchio heeft nog steeds de lekkerste.

Cappella Sansevero – Cristo Velato

Niet direct aan de Spaccanapoli, maar te mooi om niet te noemen, is de Cappella Sansevero. De kapel is in 1590 gebouwd als grafkapel voor de leden van de familie Sangro, in opdracht van prins Raimondo di Sangro. Deze Raimondo was tevens een vrijmetselaar en alchemist, hetgeen duidelijk in de kapel is terug te zien.

Zo worden aan hem twee macabere experimenten toegeschreven waarvan de resultaten in een zijruimte van de kapel worden tentoongesteld. De prins zou twee proefpersonen een speciale conserverende vloeistof hebben laten drinken, dat het totale vlechtwerk van hun aderen mummificeerde – en waaraan ze dus overleden.

Het meest spectaculaire dat in de Cappella Sansevero te zien is, is echter de Cristo Velato (Gesluierde Christus) van de hand van de Napolitaanse beeldhouwer Giuseppe Sanmartino. Met een onwaarschijnlijke verfijning is het dode lichaam van Christus afgebeeld onder een flinterdunne sluier.

De gelaatstrekken en de armspieren zijn nog heel goed onder de sluier te zien, waardoor het net lijkt alsof het beeld later is toegedekt. Ongelooflijk dat iemand zo’n levend kunstwerk uit één blok marmer kan creëren…

Piazzetta Nilo

Eenmaal terug in de Spaccanapoli wacht je de Piazzetta Nilo. Hier bevindt zich de kerk Sant’Angelo a Nilo, die ook wel de Kapel van Brancaccio wordt genoemd, naar de kardinaal die de kerk heeft laten bouwen.

Het grafmonument van de kardinaal, dat zich in de kapel bevindt, is een van de vroegste uitingen van de renaissance in Napels – alhoewel het niet in Napels werd gemaakt. Donatello en Michelozzo voltooiden het grafmonument in Pisa, van waaruit het per schip naar Napels werd gebracht.

Het beeld dat een beetje weggestopt in een hoekje van het plein staat, moet de Nijl verbeelden. Ook dit beeld is niet gemaakt in Napels; het zou dateren uit een van de eerste eeuwen van het Romeinse Rijk.

Ten tijde van de Romeinen woonden in deze wijk in Napels veel kooplui en handelaren uit Alexandrië. Zij hebben als herinnering aan hun vaderland dit beeld laten maken, dat verwijst naar de Nijl en haar zijrivieren, die door de Nijl worden gevoed.

Toen de Egyptenaren uit Napels vertrokken, raakte het beeld al gauw in de vergetelheid. Pas in de vijftiende eeuw werd het teruggevonden – zonder hoofden. Het huidige hoofd van de Nijl is er in de zeventiende eeuw opgezet, de andere hoofden zijn nog steeds spoorloos en blijkbaar ook niet zo belangrijk dat ze moeten worden nagemaakt.

Altaar voor Maradona

Bij Bar Nilo, zoals de bar op de hoek van het Piazzetta Nilo en de Via San Biagio dei Librai heet, schittert een altaar voor niemand minder dan Diego Maradona. Voor Napolitaanse mannen is Maradona immers minstens zo heilig als Maria, zo niet heiliger.

Bij zijn komst naar Napoli waren de voetbalfans – en dat zijn in elk geval alle mannelijke inwoners van Napels – al dolblij, maar toen Napoli in 1987 voor de eerste keer in de geschiedenis de titel landskampioen en de bijbehorende scudetto in ontvangst mocht nemen, kreeg Maradona de status van godenzoon.

Via San Biagio dei Librai

Achter het Piazzetta Nilo bevinden zich de gebouwen van de universiteit van Napels. Wie van boeken houdt, moet zeker even de tijd nemen om een bezoekje te brengen aan de universiteitsbibliotheek. Ook de naam van het straatje waardoor de Spaccanapoli verder loopt, de Via San Biagio dei Librai, verwijst naar boeken.

Vroeger waren hier, om de hoek van de universiteit, talrijke boekhandels gevestigd waar studenten hun leesvoer kwamen halen. Inmiddels hebben de boeken plaatsgemaakt voor juwelen, heiligenbeelden en andere souvenirs. Voor wie ervan houdt: hier kun je je hart ophalen aan manshoge heiligen, medaillons, kaarsjes, lichtjes en natuurlijk aan ontelbaar veel Maria’s.

Via San Gregorio Armeno – kerststallen kijken

Als je geen genoeg kunt krijgen van (heiligen)beeldjes, sla dan linksaf de Via San Gregorio Armeno in, die ook wel de ‘kerststraat’ wordt genoemd. Het waarom van deze bijnaam wordt direct duidelijk als je je een weg baant door het nauwe straatje, met aan weerszijden tienduizenden kerstfiguren. Maria’s en Jozefs in alle soorten en maten, engeltjes, herders en koningen.

Maar dat is nog niet alles, want in de Napolitaanse kerststal figureert het hele dorp. Pizzabakkers, timmermannen, wasvrouwen, herbergiers, scharenslijpers, landlopers, slagers…

Lees ook: Kerststallen kijken in Napels

Je kunt het zo gek niet bedenken of er is wel een oude, tandeloze Napolitaan die er een beeldje van heeft gemaakt. Ook de meest uiteenlopende dieren krijgen een plekje in de stal, net als bekende Italianen.

Afgelopen december kon je niet om Berlusconi met een bloedneus heen, maar ook Maradona en Obama zijn in allerlei verschillende formaten en uitvoeringen te koop. Zelfs midden in de zomer kun je niet om de kerststallen heen: in de Via San Gregorio Armeno is het elke dag 25 december!

Chiesa San Gregorio Armeno

Halverwege de Via San Gregorio Armeno ligt de Chiesa San Gregorio Armeno, met een prachtig kloostercomplex. Het klooster werd in de achtste eeuw opgericht door nonnen die werden vervolgd om hun geloof in Christus. Ze breidden het klooster langzaam maar zeker uit tot het huidige complex. Een van de originele elementen die me erg aangreep was de zogenaamde draaiton naast de kerkdeuren.

Moeders konden op deze manier hun kind te vondeling leggen: ze legden de pasgeboren baby in zo’n draaiton, belden aan en maakten dat ze wegkwamen. De zusters draaiden het kindje dan zo naar binnen – waarna het werd opgenomen in het klooster. Ook de zusters die er nu nog wonen vangen weeskinderen uit de hele stad op en geven hen onderwijs. De kerk heeft een zeer barok interieur en overdondert wel een beetje na de rust in de kloostertuin.

Het ‘paradijs op aarde’, zo noemde Carlo Celano deze kerk in zijn gids over Napels. Bijzonder zijn vooral het houten plafond en de fresco’s van Luca Giordano boven de ingang, die verhalen van de inscheping, reis en aankomst van de Armeense nonnen met de relieken van de heilige Gregorius.

Palazzo Monte di Pietà

Terug naar de Spaccanapoli. In de Via San Biagio dei Librai ligt namelijk nog een aantal paleizen dat je niet mag missen. Ik noem hier het enorme Palazzo Monte di Pietà, waar in de zestiende eeuw een charitatieve instelling gehuisvest was die leningen aan de armen verstrekte. De huidige eigenaar, het hoofdkantoor van de Banca di Napoli, zet deze traditie min of meer voort.

Archivio di Stato di Napoli

De bijbehorende Cappella di Pietà is in het weekend ’s ochtends te bezichtigen. Neem zeker even een kijkje in de sacristie, die wel wordt beschouwd als een hoogtepunt in de Napolitaanse kunst uit de achttiende eeuw. Even verderop huist het Archivio di Stato di Napoli (met de hoofdingang aan het Piazzetta Grande Archivio), dat sinds de heerschappij van Ferdinand II dienst deed als staatsarchief en miljoenen boeken, manuscripten en dossiers bevat.

Museo Civico Filangieri

Als laatste boekenuitje aan de Via San Biagio dei Librai (of eigenlijk net om de hoek, aan de Via Duomo) is de bibliotheek van het Museo Civico Filangieri, met vijftienduizend boeken en een zeer uitgebreide collectie munten. Het museum herbergt daarnaast meubels, schilderijen, porselein, wapens en kostuums én een groot model (helaas van plastic) van het zestiende-eeuwse Napels. Hier zul je zien dat het Romeinse stratenplan (en dus ook de Spaccanapoli) door de eeuwen duidelijk te herkennen zijn gebleven!

Decumano Inferiore

Na het oversteken van de Via Duomo bereik je het laatste gedeelte van de Spaccanapoli, De Decumano Inferiore, zoals de Spaccanapoli door de Napolitanen ook wel wordt genoemd vanwege de ‘lagere’ ligging ten opzichte van de andere twee decumani (straten die de stad van oost naar west doorkruisen) wordt hier duidelijk minder toeristisch.

Wil je de hele Spaccanapoli aflopen, steek dan in een rechte lijn door naar de Via Tupputi, waar de Spaccanapoli uiteindelijk doodloopt. Geniet op dit laatste stukje vooral van het Napolitaanse leven, van de frisse geur van wapperende was en de harde klanken van het dialect.

Drink in een koffiebar een espresso en bereid je voor op de terugtocht door de Spaccanapoli, waaraan ook een van de beste pizzeria’s van Napels gelegen is.

Slapen aan de Spaccanapoli

Wil je blijven slapen aan of bij de Spaccanapoli? We tippen onze favoriete adresjes aan deze Napolitaanse slagader:

*MelRose Napoli
*Casa Honesto
*B&B Nilo
*La Casa Sul Nilo
*Palazzo Toledano
*Terrazza Duomo
*Miracolo al Duomo
*Parthenope Suite
*Santa Chiara Boutique Hotel

Ontdek onze digitale reisgidsen voor nóg meer tips

Een reactie

  1. Heel leuk, dank daarvoor! CAS

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *