We sluiten de Maand van het Spannende boek vandaag in stijl af met het boek Mafia – Misdaad in stijl, dat ons een kijkje geeft in de wereld van de maffia.
‘Maffia. Gangsters. Jazzclubs, knappe vrouwen, mooie maatpakken, echte mannen. Glitter en glamour. Als we aan maffia denken komen de aantrekkelijke beelden vanzelf. Beelden die we kennen uit films en series, van reclamecampagnes en posters. In de eerste zin van Goodfellas zegt het personage van Ray Liotta: ‘As far back as I can remember, I always wanted to be a gangster.’ (‘Ik wilde altijd al een gangster zijn, van zo lang ik mij kan herinneren.’).
De fascinatie gaat gelukkig niet bij iedereen zo ver, maar we kijken met z’n allen graag naar de sprankelende levens van misdadigers. Ergens weten we dat dit weinig realistisch is, dat de misdaad gedomineerd wordt door vuiligheid en miserie. En tóch spreekt deze betoverende wereld van pracht en praal tot onze verbeelding.’
Dat blijkt alleen al uit de populariteit van maffiafilms en –series. Die volgens het boek overigens een onbedoeld neveneffect hebben op de échte maffiosi: ‘Het hoeft niet te verbazen dat films ook reële gangsters beïnvloeden. Ze geven hen een nieuw zelfbewustzijn, nieuwe rolmodellen, een nieuwe kledingstijl. Vooral door The Godfather (1972) krijgen maffiosi het misplaatste idee dat ze mannen van eer zijn.
De prent stimuleert de trots en zelfverheffing van de bandieten, door ze als waardige heren te presenteren. Na de film verspreidt zich de misvatting dat Italiaanse gangsters en hun clans écht zo leefden. De filmindustrie neemt bestaande stereotypen in zich op. Misdadigers gaan zich op hun beurt gedragen naar dat rolmodel.’
Om in het teken van het taaltoerisme te blijven (zie ook mijn blog van gisteren), vandaag een stukje ‘gangstertalk’:
‘Gangsters hebben hun eigen vakjargon. Wij zijn het meest vertrouwd met het taalgebruik van de Cosa Nostra door films en televisie. Hun manier van spreken is ontstaan vanuit hun levenswijze. Maffiosi gebruiken hun taal om buitenstaanders uit te sluiten, om over illegale praktijken te kunnen spreken zonder dat een leek er iets van begrijpt. Gangsters gaan ervan uit dat hun telefoon wordt afgeluisterd en ze gebruiken dan ook vlotjes codes en een cryptische woordenschat. Kijk maar naar de vele synoniemen voor ‘iemand vermoorden’.
Bovendien is er een grote invloed van het Italiaans. De meeste gangsters maken hun school niet af en leren enkel uit het woordgebruik van hun ‘collega’s’. Hun grammatica is vereenvoudigd en ze gebruiken een overdaad aan krachttermen. Het aantal vloekwoorden in de gemiddelde gangsterfilm is niet te tellen. Vloeken is zo ingeburgerd, dat men meerdere verwensingen nodig heeft om de boodschap over te brengen.’
Een paar ganstertermen uit het boek die wellicht van pas komen:
Capo: lid van de familie dat de leiding heeft over een paar ‘soldaten’.
Capo di tutti capi (ook: Boss of bosses): baas der bazen, meest machtige hoofd van een stad of gebied.
Consigliere: raadgever van een familie. Zijn mening wordt gevraagd bij belangrijke beslissingen.
Made man (ook: wiseguy): ‘gemaakt’ lid van de maffia, na afleggen van rituele eed. Om in aanmerking te komen moet je moeder van Italiaanse origine zijn.
Omertà: eed van stilzwijgen. Overtreding wordt met de dood bestraft.
Va fa Napole: loop naar Napels (letterlijk), loop naar de hel (figuurlijk).
Waste Management Business: ‘afvalbeheer’, eufemisme voor georganiseerde misdaad.
Nog veel meer over de maffia vind je in het boek
Mafia – Misdaad in stijl
(met tekst in Engels, Nederlands en Frans)
Fien Meynendonckx
ISBN 9789079761791
€ 55,00
Tectum Publishers
Is “Va fa Napole” niet gewoon een variatie op Vaffanculo???