Download de gratis Ciao tutti app voor nog meer tips

In de zee zijn krokodillen – Fabio Geda

Heel af en toe vind ik het erg jammer dat ik Italiaans spreek en lees en de meeste van mijn Nederlandse vrienden niet. Vooral als ik net een heel goed Italiaans boek heb gelezen dat nog niet vertaald is, waardoor ik er nog met bijna niemand over kan praten en discussiëren. Het liefst zou ik dan zin voor zin voor ze vertalen, zeker als het verhaal zo mooi is als In de zee zijn krokodillen van Enayatollah Akbari.

Deze Afghaanse jongen wordt op de verkeerde plek en op het verkeerde moment geboren. Ook al is hij een kind zo groot als een geit en een van de besten in het Buzul-bazi-spel, op een dag is hij zijn leven niet meer zeker. Zijn moeder neemt hem mee naar Pakistan, waar ze hem alleen achterlaat.

Uit deze tragische daad van liefde komt de ongelooflijke reis voort die Enayatollah via Iran, Turkije en Griekenland naar Italië voert. Een odyssee waarbij hij de slechte maar ook de goede kant van de mens leert kennen:

‘De eerste moeilijkheid was de taal. Ik sprak heel weinig Italiaans. Allemaal hebben we ons erop gericht dat ik het beter zou leren. Ik las amper de Latijnse letters, en haalde de nul met de letter O steeds door elkaar. Ook de uitspraak was moeilijk.
‘Misschien is het beter dat je lessen gaat volgen,’ zei Damila.
‘School?’ vroeg ik.
‘School,’ zei zij.

Ik stak mijn duim op om te zeggen dat ik blij was, de school van Quetta schoot me weer te binnen, waar ik ging luisteren hoe de kinderen speelden. Bevangen door euforie koos ik drie cursussen uit, want ik was bang dat eentje niet genoeg was. Dus ging ik ’s morgens samen met Danila de deur uit, om acht uur als zij naar haar werk vertrok, en daarna was ik tot half tien onder de pannen.

Ik bezocht de eerste cursus bij het Ctp Parini. Ctp betekent Centro territoriale permanente, iets wat je in Turijn hebt, maar ook wel in andere steden, geloof ik. Daarna ging ik weg, kwam op een andere school, bezocht de tweede cursus, ging weer weg, kwam op Asai, bezocht ’s middags de cursussen Italiaans van Asai en op dat punt ging ik blij en uitgeput weer naar huis. Zo een half jaar lang.

Intussen bleef mijn vriend Payam voor me tolken als ik er zelf niet uit kwam, bijvoorbeeld thuis, als iemand iets wilde zeggen wat ik niet snapte, dan belden ze hem en vertaalde hij het. Het is wel gebeurd dat Danila hem belde om te weten te komen wat ik die avond wilde eten, al was wat we moesten eten voor mij geen probleem: als het de maag maar vulde.

In juni deed ik examen voor de middenschool (hoewel dit tegen de zin van de leraren van het Ctp was, volgens hen ging het te snel, maar dat komt door die kwestie met de tijd, die niet overal in de wereld hetzelfde is).

In september schreef ik me in bij de vervolgopleiding, een opleiding voor maatschappelijk werk, en ik sloeg meteen al een figuur. Of ik denk dat ik dat gedaan heb, want soms merk ik het niet als er iets grappigs of geks gebeurt, ook al omdat ik het niet zou laten gebeuren en me niet voor de gek zou laten houden en zo, als ik het merkte. De docente hygiëne roept me voor het bord en vraagt me dingen te doen, ik weet niet meer, iets wat te maken had met scheikunde, met rekenen, maar in plaats van getallen stonden er letters of zo. Ik zei dat ik er niks van snapte. Zij legde het uit, maar ik zei opnieuw dat ik er niks van snapte, ook haar uitleg niet.

Toen vroeg ze: ‘Op wat voor school heb jij gezeten?’
Ik zei dat ik niet naar school was geweest.
Zij zegt: ‘Wat?’
Ik zeg dat ik een half jaar Italiaans heb gevolgd en daarna het staatsexamen middenschool heb gedaan, dat was alles.
Zij zegt: ‘Maar daarvoor dan?’
Ik zeg dat ik daarvoor niks heb gedaan, dat ik in Afghanistan, in mijn dorpje, op school ben geweest, bij de meester die er niet meer is, en verder niet.

Ze was totaal van streek. Ze ging naar de rector om haar beklag te doen en even was ik bang van school gestuurd te worden, wat voor mij een drama zou zijn, want school was het enige wat me interesseerde. Gelukkig kwam er een andere docente bij die zei geduld te hebben, dat we één stap tegelijk zouden doen, dat hygiëne en psychologie wel konden wachten, en dat we prioriteit moesten geven aan de andere vakken.

Dus omdat er bij mij op school een jongen zat met een lichte handicap, en hij een ondersteuning kreeg, terwijl ik niet, kon ik daar een paar maanden lang van meeprofiteren door de uren van hygiëne en psychologie over te slaan en samen met hem te studeren.

De taal, Enayat. Terwijl je praat en vertelt, bedenk ik dat je niet de taal gebruikt die je van je moeder hebt geleerd. Nu studeer je op de avondschool geschiedenis, natuurkunde, wiskunde, aardrijkskunde, maar die vakken studeer je in een taal die niet de taal van je moeder is. De namen van de gerechten zijn niet in de taal die je van je moeder hebt geleerd. Je maakt grappen met vrienden in een taal die je niet van je moeder hebt geleerd. Je wordt iemand in een taal die je niet van je moeder hebt geleerd. Je hebt je eerste auto aangeschaft in een taal die je niet van je moeder hebt geleerd. Als je moe bent, rust je uit in een taal die je niet van je moeder hebt geleerd. Als je lacht, lach je in een taal die je niet van je moeder hebt geleerd. Als je droomt, weet ik niet in welke taal je droomt. Maar ik weet wel, Enayat, dat je zult liefhebben in een taal die je niet van je moeder hebt geleerd.’

Het verhaal van Enayatollah is opgetekend door Fabio Geda. Geda is in 1972 geboren in Turijn, waar hij nog steeds woont en werkt. Hij houdt zich bezig met jeugdzorg en culturele activiteiten, en schrijft over opvoedingskwesties voor Linus en La Stampa. Ook is hij een van de vaste medewerkers van de Scuola Holden in Turijn en van de Italiaanse Stichting voor Boek, Muziek en Cultuur.

Geda gaf Enayatollah een stem die nog lang door de hoofden van zijn Italiaanse fans zal weerklinken – en nu hopelijk ook door die van de Nederlandse lezers!

Ontdek onze digitale reisgidsen voor nóg meer tips

2 reacties

  1. Goedemorgen,
    wat een prachtige site heeft u toch! Ik heb vroeger een tijdje in Italië gewoond en als ik uw stukken lees dan voelt het alsof ik er weer even terug ben. Ik heb het boek van Alessandro Baricco gelezen, en was daar inderdaad zeer van onder de indruk, dank u voor de tip! Omdat ik graag iets terug doe, had ik ook nog een boekenideetje voor u: ik vond een roman die in de eerste instantie nogal bizar toescheen maar die ik, naarmate ik verder las, steeds sterker begon te vinden. Het gaat over een knotsgekke familie van Italiaanse afkomst, die in Nederland woont, een vrouw die met haar afwaskwast communiceert en die met haar kat naar een peperduur hotel vlucht, kortom een huishouden dat zo felliniaans aandeed dat ik het idee had een roman te lezen dat geschreven is door een Italiaan. Niets bleek minder waar, de auteur is gewoon Nederlands, hij heet Aristide von Bienefeldt en het boek ‘De zus die Anna Magnani niet was’. Ik ben erg benieuwd wat u ervan gaat vinden, ik ben in ieder geval helemaal fan. En ik heb zelfs besloten (niet lachen, hoor!), geinspireerd door de scenes die zich in die stad afspelen, om kerst met mijn verloofde in Napels door te brengen!
    Ondertussen dank ik u nogmaals voor uw prachtige site, die me (ik kan het niet vaak genoeg zeggen) keer op keer doet wegdromen, en alvast een prettig weekend. Groetjes, Sien.

  2. Ciao Sien!

    Allereerst dank voor je complimenten, fijn dat je van de artikelen en tips geniet! Dank ook voor je boekenidee, ik heb het boek kortgeleden gelezen en ga er in december (als ik de hele maand over Napels schrijf) zeker een artikel aan wijden!

    Hartelijks,
    Saskia

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *