Download de gratis Ciao tutti app voor nog meer tips

De eerste ontmoeting met Dan Brown

Dan Brown is even in Nederland, onder andere ter promotie van de recent verschenen Friese editie van Inferno. Gisteravond gaf hij een lezing in de Stadsschouwburg in Amsterdam – en Ciao tutti was erbij!

Dan-Brown-lezing

Speciaal voor alle fans organiseerde uitgeverij Luiting-Sijthoff in samenwerking met het John Adams Institute een Engelstalige avond met Dan Brown, onder leiding van Tracy Metz, directeur van het John Adams Institute.

Het leek wel alsof er een beroemde hiphopster of filmacteur de avond zou vullen, zoveel mensen stroomden er de zaal in. Maar nee, gelukkig kun je ook nu nog altijd een miljoenenpubliek fascineren door boeken te schrijven. Tracy Metz verwoordde het mooi, waardoor ons hart – ons schrijvershart – meteen harder ging bonzen. Want ja, hoe indrukwekkend is het als je boek wereldwijd wordt gelezen, talloze bestsellerlijsten bestormt en tot talloze discussies leidt?

Dan-Brown-1 (2)

Het schrijverschap blijkt het terugkerende thema van de avond. Dan Brown is een geboren verteller (een goede eigenschap voor een schrijver) en deelt met verve – en met humor – zijn ervaringen tijdens zijn schrijversbestaan. Hij blikt met ons terug op zijn allereerste boek, dat hij schreef toen hij vijf jaar oud was. Of schreef, hij dicteerde en zijn moeder schreef alles netjes op, met als resultaat een eerste druk, bestaande uit één exemplaar, met als titel The giraffe, the pig and the pants on fire. Het begon dus veelbelovend 😉

Vanaf dat moment bleef de kleine Danny schrijven. Met een moeder die veel werk verzette voor de kerk (onder meer als organist) en een wiskundeleraar als vader bewoog Dan zich vooral op het snijvlak van beide, waar de tegenstellingen tussen religie en wetenschap zich het duidelijkst manifesteren.

Brown vertelt dat hij geïnteresseerd was in beide. Maar hoe rijm je nu het ontstaan van de wereld volgens de Big Bang-theorie met een God die de wereld in zes dagen vormgaf? Hij vroeg het ooit aan een priester, maar kreeg als antwoord: ‘Nice boys don’t ask that question.’

Gelukkig werd Dan Browns nieuwsgierigheid hiermee niet de kop ingedrukt. Sterker nog, deze opmerking was een aanmoediging om door te gaan met onderzoeken, lezen, vragen stellen en kritische kanttekeningen plaatsen bij wat anderen beweren. Dat leidde onder andere tot De Da Vinci Code, zijn grote doorbraak (ondanks dat hij andere – inmiddels eveneens razendgoed verkopende boeken – eerder schreef).

Maar Dan Brown praat niet over het grote succes van zijn boeken, nee, hij vertelt over het proces daarvoor. Hoe hij als auteur te werk gaat, vaak in alle vroegte, alleen achter zijn schrijftafel, met talloze notities, ideeën, feiten om te checken… Dan Brown: ‘Schrijven is hard werken. Wil je dit volhouden, dan moet je een onderwerp kiezen dat je na aan het hart ligt, dat je écht raakt en waar je helemaal in wil duiken.’

Brown krijgt van veel burgemeesters, promotiebureaus en andere lobbyvoerders uitnodigingen om over hún stad te komen schrijven. Maar zo werkt het niet. Brown: ‘Ik moet echt gefascineerd zijn door een stad. Zo kreeg ik het idee voor Inferno door Florence zelf, door de schoonheid van de stad, de schat aan geschiedenis die daar op een kleine oppervlakte is verzameld.’

Battistero San Giovanni (Florence)

Hij vertelt hoe hij in het Battistero (de doopkapel) stond, en zijn blik langzaam over het plafond liet glijden. ‘Ik zag die driekoppige duivel, die met elke muil een mens verslindt. En ineens realiseerde ik me dat Dante dat precies zo moet hebben gezien. Hij werd hier gedoopt, hij kwam hier regelmatig – de duivel moet hem hebben geïnspireerd.’ Dat gevoel herkennen we – een bijna niet in woorden uit te drukken ontzag voor de historie van deze stad, voor wat achter elke steen, elke schildering, elk beeld verborgen ligt.

Vanuit het publiek komt de vraag hoe Dan Brown te werk gaat, als hij eenmaal in een stad is. Lachend vertelt Brown dat hij zijn eerste bezoek altijd incognito aflegt, met een grote zonnebril en een baseballpetje. Maar als hij meer wil weten, moet hij toch met experts, gidsen en onderzoekers praten. Met glimmende pretoogjes maakt hij ons deelgenoot van zijn strategie. Hij gaat tal van gesprekken aan, ook met experts op een gebied dat helemaal niet zijn interesse heeft voor het boek. Juist met die mensen praat hij uitgebreid en tijdens deze gesprekken maakt hij driftig notities. Als hij daarentegen interessante dingen hoort voor het boek waar hij mee bezig is, maakt hij slechts een mentale notitie en vraagt hij niet verder door.

Zo heeft Brown al verschillende mensen op het verkeerde spoor gezet. Toen hij onderzoek deed in Florence, dachten veel Florentijnen dat het nieuwe boek over Macchiavelli zou gaan, bijvoorbeeld. Niets bleek minder waar – Dante was Dan Browns grote drijfveer.

Inferno

Dus als je hem komende dagen in Amsterdam rond ziet lopen, druk aantekeningen makend, weet dan dat dat niet voor zijn nieuwe boek is. Overigens is Dan Brown erg gecharmeerd van Amsterdam, hij heeft de afgelopen 24 uur van elk moment genoten. Of hij al gefietst heeft? ‘Nou, nee, ik weet niet of mijn verzekering dat ziet zitten,’ grapt hij.

Vrijdag reist Brown van Amsterdam naar Friesland, om daar als eregast aanwezig te zijn bij de prestigieuze Hengstenkeuring en de show It Faderpaard in Friesland, het jaarlijkse evenement dat wordt georganiseerd door de Koninklijke vereniging van het Friesch Paarden-stamboek. Dan Brown en zijn vrouw zijn beiden liefhebber van dit bijzondere paardenras, en in Inferno komt hoofdpersoon Robert Langdon oog in oog te staan met Friese paarden.

Brown maakt de reis naar Friesland per historische trein, en Saskia mag mee om verslag te doen van deze bijzondere reis. Wordt vervolgd dus!

Ontdek onze digitale reisgidsen voor nóg meer tips

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *