Vroegboekkorting bij hu openair villages & campings

De celliste van Portofino

Portofino

Vandaag tippen we De celliste van Portofino, een boek dat zich afspeelt in Portofino, een kleurrijk havenstadje in Ligurië, tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Richman-De-celliste-van-Portofino

De jonge celliste Elodie komt doodsbang aan in de prachtige kustplaats Portofino. Ze is op de vlucht voor het fascistische regime van Mussolini en wordt daarbij geholpen door een mysterieuze dokter, Angelo Rosseli. Verscheurd door pijnlijke herinneringen en bittere verliezen, bloeit tussen beiden een warme verwantschap op in een kille, donkere oorlogstijd.

Ondanks het zware oorlogsthema verliest dit boek nooit de lichte toon die past bij de kleurrijke kustplaats Portofino. De beschrijvingen van dit stadje in Ligurië brengen je als lezer ter plekke. Richman toont een Italië in de Tweede Wereldoorlog dat we nooit eerder zagen…

Een fragment:

‘Haar rugzak bevat haar leven, tot slechts enkele voorwerpen gereduceerd. Hoewel het gewicht ervan onbeduidend is, voelt alles zwaar wat ze draagt. Ze probeert haar rok omlaag te houden, maar de aflandige wind is niet-aflatend, en het katoen bolt als een parachute rond haar op.

Ze doet haar ogen dicht en probeert zich voor te stellen hoe ze van het scheepsdek wordt opgetild, en zwevend in de koele lucht neerkijkt op het vaartuig terwijl dat door het water klieft. Genua, Rapallo en de westelijke kust van Italië steken messcherp tegen het water af. Vanaf de boot kan ze de lichtgekleurde gevels zien van de op de kliffen genestelde villa’s en de eeuwenoude hotels die uitkijken op zee.

De reis duurde dagen, maar het voelt als maanden. Met een grijze sjaal over haar donkere haar en een onopvallende, bescheiden marineblauwe jurk kan ze doorgaan voor een doorsnee Italiaans meisje van begin twintig.

Haar maag is leeg. Ze probeert de honger te vergeten door haar medepassagiers te bekijken. Aan boord zijn bijna dertig mensen. Zeven Duitse soldaten en een handvol oma’s gekleed in hun zwarte weduwenkleren. De andere zijn naamloze mannen en vrouwen, allemaal onopvallend in haar ogen.
Zoals zij hoopt onopvallend in hun ogen te zijn.

Meteen toen de oorlog begon, had ze geleerd zich onzichtbaar te maken, alledaags te lijken, niet de moeite waard om op straat aan te houden. Ze kan zich de laatste keer niet herinneren dat ze een fleurige jurk droeg of haar favoriete zijden blouse, die met de witte bloemen. Schoonheid is een wapen op zich, was ze gaan beseffen, dat beter verborgen kon blijven, om slechts dan tevoorschijn gehaald te worden als het absoluut noodzakelijk was.

Terwijl de boot de kade nadert, legt ze instinctief haar handen op haar buik. Het verbaast haar hier zo veel Duitsers te zien, aangezien ze had gemeend hier eindelijk veilig te zijn. Wekenlang heeft ze geprobeerd ze uit de weg te gaan, maar nu staan ze hier op de kade te wachten om de papieren van iedereen te controleren.

Ze voelt haar maag ineenkrimpen. Ze doet haar rugzak af en klemt die intuïtief tegen haar borst.
Ze staat op. Het voelt alsof haar benen het onder haar zullen begeven. Ze brengt haar handen naar haar gezicht en wrijft zacht om kleur te brengen op haar wangen, die bleek zijn van angst.

Ze is bang dat de soldaten misschien tot onder in haar rugzak zullen zoeken. Daarom haalt ze haar vervalste papieren eruit en klemt ze die tegen zich aan. Ze loopt langzaam achter een van de weduwen aan, die zo’n groot crucifix om heeft dat ze hoopt dat die haar ook een beetje zal beschermen – of anders de soldaten tijdelijk zal afleiden.

Voorzichtig loopt ze over het dek. Dan stapt ze de kade op. Hoog op de heuvel lijken de witte huizen net tanden. Ze ziet bougainville langs de terrassen klimmen en hibiscusbloemen die zich als een parasol naar de zon keren. Ze ademt de geur in van jasmijn, maar met elke stap voelt ze zich slapper worden van angst.

‘Ausweis!’ De Duitsers blaffen hun bevelen en grissen papieren uit zenuwachtige handen.
Elodie is de volgende. Ze houdt stijf haar valse papieren vast. Enkele weken geleden had ze het persoonsbewijs met haar echte gegevens vernietigd. Elodie Bertolotti is nu Anna Zorzetto.

Anna. Anna. Ze probeert zich op haar nieuwe naam te concentreren. Haar hart bonst.
‘De volgende! Jij!’ Een van de Duitsers graait de papieren uit haar hand. Hij doet dat zo ruw dat hij heel even haar vingers vastpakt. Ze huivert bij zijn aanraking.
‘Naam!’ bijt hij haar toe. Zijn stem is zo schril dat het voelt alsof ze kortstondig bevriest, en ze is niet in staat om ook maar een woord uit te brengen.
‘Naam!’

Haar mond gaat nu open, maar ze klinkt als een gedempt instrument. Ze begint te stotteren als er plotseling uit het niets een stem klinkt.
‘Nicht! Nicht!’ Vanuit de verzamelde menigte op de kade roept een stevig gebouwde man naar haar.
‘Nicht! Godzijdank, je bent er. Ik wacht al dagen op je!’ De man wringt zich naar voren en omhelst haar.
‘Ze hoort bij mij,’ zegt hij tegen de Duitse soldaat.
‘Nou… neem haar dan maar mee,’ mompelt de soldaat, terwijl hij de papieren van de volgende in de rij al wil pakken.

Elodie heeft de man nog nooit gezien, maar hij pakt stevig haar arm vast en loodst haar door de menigte. Hij duwt mensen opzij, zodat ze hem ongehinderd kan volgen.

Hij kijkt achterom en gebaart dan naar de heuvel. ‘Die kant op,’ fluistert hij. ‘Ik woon boven de haven, hoog boven op het klif.’
Ze blijft een ogenblik stokstijf staan. Ze kan de geluiden uit de haven nog horen: de blaffende bevelen van de Duitsers, roepende mensen die elkaar proberen te vinden en het gehuil van vermoeide kinderen.

‘Ik ben je nicht niet,’ zegt ze ten slotte. ‘Je moet je vergissen.’ Ze probeert langzaam en duidelijk te spreken. Het is haar opgevallen dat hij niet het dialect spreekt dat ze op de kade heeft gehoord. Hij klinkt hoogopgeleid. Toch wil Elodie dat haar woorden duidelijk overkomen.

Haar sjaal is losgegaan, zodat haar gezicht uit een zee van kleurloze stof tevoorschijn komt. Als water dat wegloopt en een glanzende steen blootlegt. Onmiddellijk valt hem het groen van haar ogen op en de intensiteit van haar blik. Zonder iets te zeggen kijkt hij haar aan. Dan zegt hij: ‘Dat weet ik.’

‘Maar waarom dan? Waarom heb je me gered?’
Ze hoort zijn adem, een fluistering van lucht die ontsnapt uit zijn borst.
‘Om de paar maanden kom ik hier om iemand te redden.’
Ze kijkt hem verbijsterd aan. ‘Maar waarom heb je mij uitgekozen?’
Hij bestudeert haar gezicht, en ziet bevestigd wat hij al weet.
‘Waarom? Dat is eenvoudig. Ik kies degene die er het bangst uitziet.’

Lees verder in

Richman-De-celliste-van-Portofino

De celliste van Portofino | Alyson Richman | vertaald door Stina de Graaf | ISBN 9789401603522 | €10,99 | Xander Uitgevers | bestel De celliste van Portofino via deze link bij bol.com (ook verkrijgbaar als e-book)

Download de gratis Ciao tutti app voor nog meer tips

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *