Download gratis de Ciao tutti app

Altijd terug naar de zee

Vanmiddag een boekentip: Altijd terug naar de zee, het meeslepende verhaal van drie zussen en datgene wat hen bindt, de zee die alle zorgen, verdriet en jaloezie wegspoelt en hen altijd weer verwelkomt.

In de Italiaanse havenstad Piombino drijft de dichter Alessandro een wig tussen drie dochters uit één gezin. Een van hen zal hij huwen, maar wie? Trouwt hij met de oudste, Roberta, die hij in een Toscaanse kapel leerde kennen, of met Lucia, de succesvolle zakenvrouw? Of met de opstandige Nannina, die in München haar familie probeert te ontvluchten?

De drie zussen hadden niet meer van elkaar kunnen verschillen, maar ze delen hun liefde en haat, ze steunen en verloochenen elkaar, hullen zich in stilzwijgen en keren ten slotte alle drie terug naar huis, naar hun ouders en de zee.

Altijd-terug-naar-de-zee-detail

Een fragment:

‘De eerste zwangere Madonna,’ fluisterde plotseling een diepe stem in Roberta’s nek. Ze schrok lichtelijk, maar draaide zich niet om.
‘Bijna een schande.’
Roberta keek strak naar het beroemde fresco.
‘Ultramarijn. Gewonnen uit lapis lazuli uit Afghanistan of uit Venetië. Dat kon niet met zekerheid vastgesteld worden.’
De stem kwam dichter bij haar linkeroor.
‘Mooi en gelijkmatig. De wereld volgens wiskundige structuur en maten. Het principe van de symmetrie.’

Ze boog haar hoofd lichtjes naar rechts.
‘Die twee engelen, bijvoorbeeld.’
Zijn adem streek bijna schaamteloos langs haar.
‘In zeven werkdagen geschilderd.’

Ze boog zich naar voren alsof ze het bovenkleed van de Madonna, opengespleten over de buik tot op het onderkleed, wilde bekijken. Of wilde vluchten voor zijn stem.
‘Alsof ze iets weet wat wij niet weten. Een werkelijkheid achter de werkelijkheid.’

En toen kwam hij eindelijk voor Roberta staan, hij bedekte het meesterwerk met zijn rijzige lichaam en glimlachte naar haar, zijn smalle hoofd vol bruine krullen.
‘Alessandro Lang.’
‘Nee. Piero della Francesca,’ zei Roberta, ze draaide zich snel om en liep de kapel uit. Ze hoorde hem hardop lachen. Voor de kapel brandde de middagzon op het gras. Een buitengewoon eenzame cipres als een klokkentoren gaf nauwelijks schaduw. Roberta zette haar hoed op en liep resoluut naar de auto. Een olijfgroene tweedehands Fiat 127 die haar vriend Marcello van zijn ouders had gekregen toen hij twee jaar geleden naar Siena ging om te studeren. Kunstgeschiedenis.

Zijn grote voorkeur ging uit naar de renaissance. Daarom stond Roberta nu hier in Monterchi, in deze droge hitte, en lag ze niet op het strand van Elba om naar de zee te luisteren en over de herfst na te denken en haar toekomst. Haar nieuwe leven. Ze voelde het zweet over haar hals lopen. Over haar rug. En haar benen.
‘Verdorie,’ vloekte ze zachtjes en ze zocht in haar rugzak naar een zakdoek. ‘Verdorie,’ zei ze nog een keer toen ze hem niet vond. Maar haar klamme vingers vonden wel de autosleutel.

‘Hier,’ zei de diepe stem en hij gaf haar een zakdoek aan. Zijde, was Roberta’s eerste gedachte, wat direct bespottelijk op haar overkwam. Verkeerde eeuw. Maar de zakdoek was inderdaad glad en zacht en glansde zelfs zilverig in het witte licht van augustus.
‘Bedankt.’
Roberta nam de zakdoek aan en voor de eerste keer keek ze hem werkelijk aan, recht in de ogen, hun vingers raakten elkaar licht.’

Lees meer in

Altijd terug naar de zee | Nataša Dragnić | vertaald door Janneke Panders | ISBN 9789023481911 | € 19,90 | uitgeverij Cargo | bestel Altijd terug naar de zee via deze link bij bol.com

Schrijf je (gratis) in voor de Ciao tutti nieuwsbrief

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *