Even snel een kijkje nemen in de Sixtijnse kapel is er meestal niet bij als je een weekendje in Rome bent. Eerst wacht je een enorme rij en vervolgens schuifel je achter ontelbaar veel medetoeristen langs de uitgebreide collectie van de Vaticaanse musea.
Als je dan eindelijk in de Cappella Sistina, de Sixtijnse Kapel, bent aanbeland, krijg je bijna geen gelegenheid om even stil te staan en het plafond op je in te laten werken. Je moet met de stroom mee, snel door de kapel heen, met een vluchtige blik naar boven en naar opzij, hup, naar buiten.
Foto’s maken, zodat je thuis in alle rust kunt nagenieten, is verboden en hardop je bewondering uiten mag ook al niet. Elke halve minuut hoor je een suppoost ‘Silenzio per favore!’ roepen, hetgeen de beleving niet ten goede komt.
Gelukkig kan het ook anders! Via deze link sta je binnen enkele seconden helemaal in je eentje midden in de Sixtijnse Kapel, zonder andere toeristen om je heen. Je kunt op je gemak alle details die Michelangelo er schilderde in je opnemen en honderden virtuele rondjes lopen zonder gestoord te worden door andere toeristen.
De eerste blik op Michelangelo’s meesterwerk
Op 31 oktober 1512 wordt het engelengeduld van paus Julius II beloond. Na vier jaar mag hij dan eindelijk het plafond van de Sixtijnse Kapel in volle glorie aanschouwen. Michelangelo had de laatste penseelstreek gezet – het werk was volbracht, al was dat bepaald niet zonder slag of stoot gegaan.
We gaan nog eens vier jaar terug in de tijd. De vele smeekbeden van de paus aan het adres van Michelangelo, om terug te keren naar Rome om aan de plafondschilderingen te beginnen, sorteren eindelijk effect. Michelangelo gaat overstag en tekent het contract voor de Sixtijnse Kapel, zei het met tegenzin. Hij ondertekent het contract dan ook, tegendraads als hij was, als ‘de beeldhouwer Michelangelo’.
Hij kon geen nee blijven zeggen tegen de paus, dat wist hij ook wel, maar hij zag de opdracht niet zitten. Zoals hij in een van zijn gedichten beschreef: ‘Ik ben geen schilder en mijn werk is lelijk.’
Michelangelo werkte uiteindelijk dus vier jaar aan het plafond, van mei 1508 tot oktober 1512. Dat duurde Julius II allemaal veel te lang en hij stuurde dan ook geregeld iemand die kwam kijken hoe ver Michelangelo gevorderd was – tot groot ongenoegen van de schilder. Uiteindelijk bracht de paus zelfs een bezoek aan de Sixtijnse Kapel en klom hij zelf de stellages op om te kijken hoe Michelangelo het ervan af bracht.
Michelangelo was dat op een gegeven moment zo zat, dat hij na drie jaar niemand meer in de Sixtijnse Kapel duldde om een kijkje te komen nemen. De vorderingen van de laatste twaalf maanden waren dan ook een enorme verrassing voor de paus en zijn gevolg. Julius II heeft overigens niet lang van Michelangelo’s meesterwerk kunnen genieten. Hij overleed vier maanden nadat het werk aan het plafond was voltooid – de kapel zelf moest toen nog grotendeels opgeknapt worden.
Salmon, Boaz en Obed
Dat Michelangelo zich enorm onder druk gezet voelde door de paus, blijkt onder andere uit zijn lunetschildering Salmon, Boaz en Obed (zie de foto hierboven, en in het echt ter hoogte van De schepping van zon en maan op het plafond). Hij laat de oude man namelijk een soort scepter vasthouden, met aan het uiteinde een hoofd dat een karikatuur is van het hoofd van Julius II. Het lunet bevond zich in die tijd precies boven de pauselijke troon.
de scepter met het hoofd van Julius II
Het blijkt ook uit de grootte van de afgebeelde figuren. Oorspronkelijk wilde Michelangelo het plafond beschilderen met de twaalf apostelen. Hij was al begonnen toen hij besloot dat dit toch niet het juiste idee was. Michelangelo was geen man van half werk; hij liet dus alles weghalen en begon gewoon opnieuw – dit keer met verhalen uit het Oude Testament.
Waarschijnlijk heeft hij eerst de verst van het altaar verwijderde scène geschilderd, De dronkenschap van Noach. Dit is nog te zien aan de kleine figuren die het fresco bevolken. Toen Michelangelo merkte dat hij zo niet echt opschoot, terwijl de paus hem vaak letterlijk in zijn nek hijgde, besloot hij de figuren dan maar wat groter te gaan schilderen. De grootste figuren hebben wel vier keer de omvang van een volwassen mens!
Het resultaat is schitterend, maar de vraag is of Michelangelo er zelf wel van heeft kunnen genieten. Waarschijnlijk was hij alleen maar opgelucht dat het werk af was. Vanwege de pose die hij moest aannemen – liggend op een steiger van wel twintig meter hoog – had hij voortdurend last van verkrampte ledematen en vreselijke rugpijn.
Bovendien droop de verf vaak over zijn armen en op zijn gezicht. Ook zijn ogen hadden het zwaar te verduren. Naar verluidt kon Michelangelo jarenlang alleen lezen door het document boven zijn hoofd te houden.
Als je dan bedenkt dat hij ook nog eens vreselijk slecht betaald werd voor deze bijna bovenmenselijke klus, kun je je misschien wel voorstellen dat hij niet bepaald stond te juichen onder zijn creatie. Hij had in ieder geval vast geen idee dat wij nu, ruim vijfhonderd jaar later, nog steeds met open mond onder zijn schilderingen doorlopen…
Michelangelo’s hand van God
Van de maar liefst driehonderdtachtig verschillende figuren die Michelangelo in de Sixtijnse Kapel schilderde, is het beroemdste tafereel de scène waarop God met uitgestrekte vinger naar de hand van Adam reikt – inmiddels wereldwijd een herkenbaar symbool. Maar zo is het niet altijd geweest…
Een van de eersten die over Michelangelo’s creatie schreef, was Vasari, die volgens De hemel van de paus van Ross King ‘een rechtstreekse vergelijking trok tussen Michelangelo’s scheppende werk met het penseel en Gods besluit tot scheppen, door te suggereren dat op het fresco de schepping van de mens niet zomaar wordt uitgebeeld, maar opnieuw wordt uitgevoerd.
Als Michelangelo’s Adam niet te onderscheiden is van de door God geschapen variant, volgt daaruit dat Michelangelo zelf een soort god is. Hogere lof is moeilijk voorstelbaar, maar de openingsstelling van Vasari’s biografie luidt dan ook dat Michelangelo Gods vertegenwoordiger op aarde was, die uit de hemel was gekomen om de mensheid ‘de volmaaktheid van de ontwerpkunst’ te tonen.’
Het is voor ons, gewend als we zijn aan dit detail van Michelangelo’s plafond in de Sixtijnse Kapel, lastig om ons voor te stellen dat deze afbeelding ook wel eens anders bekeken is. Zo vertelt Ross King dat het gebaar soms werd beschouwd ‘als de vermanende vingerbeweging van een autocraat.’
De simpele aanraking werd pas in de tweede helft van de twintigste eeuw als iets wezenlijks beschouwd. Een keerpunt lijkt het jaar 1951 te zijn geweest, toen er een driedelige geschiedenis van de schilderkunst verscheen waarin slechts dit detail van Michelangelo’s fresco werd afgebeeld:
Het is daarom juist zo ironisch dat de handen die nu op het plafond van de Sixtijnse Kapel te zien zijn, niet door Michelangelo zelf geschilderd zijn. Een aantal jaren nadat Michelangelo het plafond had voltooid, viel namelijk een stuk van het pleisterwerk naar beneden – helemaal aan gruzelementen.
Het gevallen gedeelte was juist het stuk waar de handen van God en Adam bij elkaar komen. Michelangelo kon de schade niet meer herstellen – hij was inmiddels overleden. De handen die nu te bewonderen zijn, zouden dan ook het werk zijn van een kunstenaar uit Modena, Domenico Carnevale. Deze schilder heeft zich vast niet kunnen voorstellen dat zijn handwerk tot ver na zijn dood over de hele wereld bekend en geliefd zou blijven…
Meer lezen over Michelangelo en de Sixtijnse Kapel? Check dan ons artikel met 50 weetjes over de Sixtijnse Kapel.
Wil je je kostbare tijd in Rome liever niet besteden aan uren in de rij staan? Reserveer dan nu alvast kaartjes voor de Vaticaanse Musea en de Sixtijnse Kapel. Zo heb je in Rome flink meer tijd om te genieten van wat er allemaal te zien is.
Ook leuk: de speciale Extra Time Tour in de Vaticaanse Musea, met als grande finale een bezoek aan de Sixtijnse Kapel zónder drommen toeristen!
Boekentip: De hemel van de paus
In het boek De hemel van de paus van Ross King lees je het kleurrijke en indrukwekkende verhaal over de totstandkoming van Michelangelo’s meesterwerk. King belicht Michelangelo’s artistieke keuzes, zijn problemen met de samenstelling van pigment en pleisterwerk en zijn bittere concurrentiestrijd met Rafaël, die de nabijgelegen pauselijke vertrekken aan het schilderen was.
Het boek biedt niet alleen een fascinerende kijk op de ontstaansgeschiedenis van het beroemdste plafond ter wereld, maar schetst ook een magnifiek portret van het leven in Rome in de zestiende eeuw. Elk detail wordt bijzonder interessant beschreven – een meesterwerk van formaat!
De hemel van de paus | Ross King | vertaald door Guus Houtzager | ISBN 9789023416425 | De Bezige Bij | bestel De hemel van de paus via deze link bij bol.com
Schitterend, wat is dat mooi! Of je er echt instaat!
Cari saluti!
We zijn net terug van een vijfdaagse schitterende reis naar Rome met bezoek aan Vaticaanstad en de Sixtijnse kapel. Het is 100 % zoals je hierboven beschreven hebt. Hartelijk bedankt voor de zeer interessante link waardoor we nu ten volle kunnen genieten van de Sixtijnse kapel, zonder die hele mensenmasse rondom je.
Hallo,
Ik ben vorig jaar in Rome geweest met een schoolexcursie.
Echt fantastisch, die Sixtijnse kapel!
Ze hadden echter de ramen verduisterd wat het fotograferen bemoeilijkte.
Toch lukte het me om in een rustig hoekje (zonder toeristenstroom) een paar prachtige foto’s te nemen. (flitser natuurlijk wel uit!) Ik ben niet opgemerkt en rustig verder gelopen.
Het uitzicht vanaf de Sint Pieter is overigens ook fascinerend.