Download de gratis Ciao tutti app voor nog meer tips

De badkuipen op het Piazza Farnese in Rome

Rome biedt niet alleen een aantal mooie spa’s, maar ook twee enorme badkuipen. Deze waterbekkens staan nu op het statige Piazza Farnese, maar bevonden zich oorspronkelijk in de Thermen van Caracalla.

De badkuipen van Caracalla zijn verbouwd tot twee Farnese-fonteinen; ze dragen beide de iris die ook het wapen van de Farneses siert. Het schijnt dat de waterbekkens in de tijd dat er op dit plein nog stierengevechten werden gehouden wel eens werden gebruikt als laatste ontsnappingsmogelijkheid. Als het de stierenvechter te heet onder zijn voeten werd, sprong hij simpelweg een van de badkuipen in – die toen nog niet op een verhoging stonden.

stierenvechten op Piazza Farnese

De fonteinen zijn overigens niet het enige dat de Farneses uit de Thermen van Caracalla lieten halen om de eer van hun familie te vergroten. Ook het aan het plein gelegen Palazzo Farnese, dat het grootste palazzo van heel Rome is, werd gebouwd met stenen die uit de keizerlijke thermen werden ontvreemd.

De thermen leverden echter niet genoeg bouwmateriaal op voor de omvang van het palazzo dat de Farneses voor ogen hadden. Ze moesten hun toevlucht dus nog tot andere bouwwerken nemen, maar ja, waar begin je dan in Rome? De Farneses besloten, onverschrokken als ze waren, meteen hoog in te zetten. Ze vroegen aan de paus toestemming om wat stenen van het Colosseum te mogen gebruiken.

In plaats van dat de paus de Farneses voor gek verklaarde, stemde hij in met het verzoek. Iets wat we ons nu nauwelijks kunnen voorstellen, maar goed, dat geldt wel voor meer pauselijke besluiten. Hoe dan ook, de Farneses mochten hun gang gaan. De paus stelde echter wel een beperking: men had slechts vierentwintig uur de tijd om het benodigde materiaal uit en van het Colosseum te halen.

De Farneses zouden de Farneses niet zijn geweest als ze ook hier niet iets slims op hadden bedacht. Ze schakelden een enorm aantal hulptroepen in (sommige bronnen spreken van maar liefst vierduizend arbeiders!) die een flink deel van het Colosseum afbraken en naar de bouwplaats van het Palazzo Farnese verhuisden.


schets van het Palazzo Farnese | Piranesi

Voor ons is dit wellicht een vreemde gang van zaken, maar de pausen waren zelf ook niet zo’n lieverdjes. Als ze een stuk Romeins erfgoed konden gebruiken voor eigen eer en glorie, lieten ze dat niet na. Zo verdween al het brons van de cassetten in het Pantheon-plafond – het werd omgesmolten voor het enorme bronzen baldakijn in de Sint-Pieter. Dit ontlokte Pasquino, het sprekende beeld, de uitspraak: ‘Quod non fecerunt barbari, fecerunt Barberini’ (Wat de barbaren niet deden, dat hebben de Barberini wel gedaan).

Maar het was nog erger, want volgens Rafaël zijn er vele honderden antieke gebouwen geplunderd, (deels) afgebroken of geruïneerd. En dan stelde deze kunstenaar alleen nog een lijst samen van de plunderingen die hij zelf had meegemaakt of gezien. In dat opzicht is het eigenlijk verbazingwekkend dat er nog zoveel Romeins erfgoed op zijn oorspronkelijke plek staat…

Ontdek onze digitale reisgidsen voor nóg meer tips

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *