Download de gratis Ciao tutti app voor nog meer tips

ADI Design Museum in Milaan – prijswinnend design van Italiaanse bodem

Aan het begin van deze zomer opende in Milaan een langverwachte culturele instelling: het ADI Design Museum, een van Europa’s grootste designmusea met maar liefst vijfduizend vierkante meter aan expositieruimte.

In het nieuwe museum zijn alle winnaars van het Compasso d’Oro (‘gouden kompas’) uit de geschiedenis verzameld. Liza nam er een kijkje en licht een aantal van de opvallendste museumstukken voor je uit.

Liza: ‘Wat hebben een mini-stofzuiger uit 1955, een automatisch koffieapparaat uit 1979, een Fiat 500 uit 1959 en een plastic emmer uit 1956 met elkaar gemeen? Ze wonnen allemaal het felbegeerde Compasso d’Oro: een designprijs die al bijna zeventig jaar lang wordt uitgereikt aan het beste ontwerp van Italiaanse bodem.

Dit gouden kompas was een idee van de beroemde architect Gio Ponti. De eerste tien jaar werd de prijs uitgereikt door warenhuis La Rinascente, waarna het stokje werd overgedragen aan de Associazione per il Disegno Industriale (kortweg ADI), een vereniging van meer dan duizend vooraanstaande, Italiaanse ontwerpers, producenten, scholen en onderzoekers.

Het Compasso d’Oro was niet alleen de allereerste, maar inmiddels ook de meest erkende onderscheiding die je als ontwerper kunt bemachtigen. Na zesenzestig edities beschikte de vereniging over een historisch archief van maar liefst 2500 projecten en kon een overzicht in de vorm van een expositie dan ook niet uitblijven.

Zo werd het idee voor een ADI Museum geboren, maar zoals dat vaker gaat in Italië, had de opening van het museum wat voeten in de aarde: vele jaren verbouwen, twee ministers van Cultuur, drie wethouders, drie burgemeesters en een flinke financiële ondersteuning van de overheid waren ervoor nodig voordat het museum deze zomer dan eindelijk geopend kon worden.

Het gebouw stamt uit de jaren dertig en was oorspronkelijk een tramdepot (die in die tijd nog door paarden getrokken werden), waarna het gebruikt werd als elektriciteitscentrale. De gigantische tandradwielen, metalen pilaren en enorme glaspartijen herinneren nog steeds aan die tijd.

De grote hoeveelheid glas in het dak en de hoogte van het gebouw komen de collectie ten goede: het zorgt voor een fijne lichtinval en een ruimtelijk gevoel in heel het museum.

Een tijdlijn vol design
De vaste collectie is vormgegeven als een tijdlijn van het Compasso d’Oro. Als een rode draad loopt deze door het museum, beginnend bij de allereerste uitreiking in 1954.

De eerste decennia zijn als het kijken naar een oude film, maar hoe verder je richting het heden loopt, hoe meer het een feest der herkenning wordt. Waarschijnlijk komen veel ontwerpen je bekend voor uit oude films, uit de huizen van je (groot)ouders en/of uit je eigen jeugd.

Sommige voorwerpen zien er ouderwets uit, maar de meesten ogen zeventig jaar later nog opvallend modern. Behalve de voorwerpen zelf kun je originele schetsen, krantenartikelen, foto’s en citaten van de ontwerpers bekijken.

Opvallend is de verscheidenheid aan ontwerpen: van kinderspeelgoed tot huishoudelijke hulpmiddelen en van meubels tot auto’s. Wie een collectie van experimenteel en moeilijk te begrijpen design verwacht, komt van een koude kermis thuis: dit zijn voorwerpen die mensen decennialang in hun dagelijks leven gebruikt hebben – en soms nog steeds gebruiken.

Zo is er de elektrische borstelstofzuiger die Giuseppe de Goetzen en Fratelli Chiminello in 1955 ontwierpen voor Elchim. Het Milanese bedrijf ontwikkelde professionele apparaten voor kappers, zoals haardrogers en elektrische borstels, maar maakte hier een uitstapje naar een huishoudelijk apparaat. Het ontwerp werd, naast zijn functionaliteit, geprezen om zijn design: de mini-stofzuiger ziet eruit als een leuke gadget en was verkrijgbaar in verschillende, heldere kleuren.

Ook de emmer met giettuit van Roberto Menghi voor Smalterie Meridionali uit 1956 tovert een glimlach op mijn gezicht: het is zo’n simpel en pretentieloos ontwerp met een huishoudelijke toepassing, maar hoeveel Italiaanse huisvrouwen zouden hier door de jaren heen baat bij hebben gehad?

De prijswinnaar van 1964 lijkt een vreemde eend in de bijt – niet alleen omdat het geen object is maar een compleet transportsysteem, maar ook omdat een van de prijswinnaars over een Nederlands paspoort beschikte. In dat jaar wonnen architecten Franco Albini en Franca Helg samen met grafisch ontwerper Bob Noorda namelijk het Compasso d’Oro voor hun ontwerp van de Milanese metrostations.

Hun architectonische coördinatie en grafisch ontwerp van de bewegwijzering verdiende een prijs, zo oordeelde de jury. Noorda, aanhanger van het rationalisme, elimineerde al het overbodige om de bewegwijzering en het stationsmeubilair zo duidelijk en comfortabel mogelijk te maken voor de Milanesi. Het ontwerp zou een voorbeeld worden voor andere steden over de hele wereld.

De tijdlijn is verder gevuld met tientallen meubels die veel designliefhebbers bekend voor zullen komen: van de tafellamp Eclisse van Vico Magistretti voor Artemide uit 1967 tot een meer recente winnaar, de modulaire lampencollectie Arrangements van Michael Antastassiades voor Flos uit 2018.

Uiteraard mogen ook meerdere modellen van Fiat niet ontbreken: zowel de Fiat 500 uit 1959 als de Fiat Panda uit 1981 wonnen een Compasso d’Oro.

Een kleurrijk aandenken
Naast de vaste tentoonstelling biedt het ADI Museum een aantal wisselende expo’s. De tentoonstelling Manifesto alla Carriera is bijvoorbeeld een eerbetoon aan Italiaans grafisch ontwerp en beeldt de ruim honderd winnaars van het Compasso d’Oro alla Carriera-prijs uit.

Deze prijs bekroont een individuele ontwerper, een bedrijf of een instantie (meestal van Italiaanse bodem, maar ook internationale namen die voor een groot deel in Italië opereren of iets betekend hebben voor de Italiaanse designindustrie maken kans op de prijs) die/dat zich heeft onderscheiden op het gebied van design, onderzoek, onderwijs, productie of distributie.

De uitverkorenen worden op creatieve wijze – soms met een citaat, soms met een portret, soms met een grafische weergave – verbeeldt op kleurrijke posters. Het leukste? Je mag als bezoeker één poster per persoon uitkiezen en mee naar huis nemen. Leuk om in te lijsten en als aandenken op te hangen. Zo heb je toch ook een uniek stukje Italiaans design in huis!

Praktische informatie
Je vindt het ADI Design Museum aan het Piazza Compasso d’Oro 1 in Milaan. Het museum is dagelijks (behalve op maandag) geopend van 10.30 tot 20.00 uur en is leuk voor het hele gezin.

Voor de kleintjes is er het Junior Design Lab, waar op zaterdag en zondag leuke workshops worden gegeven voor kinderen (wel even van tevoren boeken via de website).

Tussendoor kun je even opladen in het museumcafé – uiteraard nadat je bent neergeploft op een van de designstoelen van Italiaanse makelij – of even rondneuzen in de museumwinkel.

Ontdek onze digitale reisgidsen voor nóg meer tips

3 reacties

  1. Voor iedereen die op het moment niet naar Milaan kan.. óf … meer dan 1 poster wil… 😉
    De posters staan ook op de site waar men ze kan opslaan en uitprinten.

  2. TOP TIP 🙂 !!!!
    zeker voor zo’n regenachtig weekend

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *