Download de gratis Ciao tutti app voor nog meer tips

Sardijnse seadas – ricottapasteitjes om je vingers bij af te likken

Op Sardinië stuitten we op heerlijke soorten honing, waaronder een bittere variant, miele di Corbezzolo. Deze honing is afkomstig van de aardbeiboom. Bittere honing is vrij zeldzaam omdat de corbezzolo van november tot februari bloeit; een periode waarin het regelmatig regent en de temperatuur flink kan dalen. Wanneer het nat en koud is, vliegen bijen niet uit, waardoor de honingopbrengst beperkt blijft.

De kleur van de bittere honing is over het algemeen licht goudbruin, de structuur compact, de geur fris maar vrij scherp en de smaak karakteristiek bitter. Het is een onmisbaar ingrediënt in de Sardijnse keuken.

Seadas – hét klassieke Sardijnse toetje

Het is ook een onmisbaar ingrediënt voor het maken van seadas (gefrituurde ricottapasteitjes), hét klassiek Sardijnse toetje dat overal op het eiland gegeten wordt. In sommige streken wordt er jonge pecorino in verwerkt in plaats van ricotta. Voor dit gebak werd traditioneel reuzel gebruikt omdat iedereen dat bij de hand had. Reuzel geeft een heel schilferige structuur en is bij veel mensen favoriet, maar desgewenst kun je boter gebruiken.

Kookboek-Sardinie3

Het recept voor deze ricottapasteitjes

Voor deze gefrituurde ricottapasteitjes met honing heb je (voor ca. 16 stuks) nodig: 50 gram rozijnen | voor het deeg: 500 gram bloem, plus wat extra om het aanrecht en de schaal mee te bestuiven, een mespunt fijn zeezout, 200 ml warm water en 50 gram reuzel op kamertemperatuur | 500 gram goed uitgelekte verse ricotta | 1 eierdooier | 100 gram fijne kristalsuiker | geraspte schil van 2 citroenen | plantaardige olie om te frituren | bittere honing

Giet zoveel warm water bij de rozijnen dat ze onderstaan en week ze dertig minuten. Laat ze uitlekken en dep ze droog.

Maak intussen het deeg. Zeef de bloem en het zout in de kom van een keukenmachine met een deeghaak. Giet er bij draaiende motor het water bij en meng tot een elastisch mengsel is ontstaan. Voeg dan de reuzel toe en maak er met je handen een glad, stevig deeg van. Leg het op een schoon, licht met bloem bestoven aanrecht en kneed het vijf minuten met de muis van je handen. Maak er een bal van, wikkel hem in plasticfolie en leg hem een minuut of dertig in de koelkast.

Werk de ricotta door een fijne zeef. Klop er met een garde de eierdooier door, gevolgd door de suiker en daarna de citroenrasp (doe dat niet in de keukenmachine, want als je te lang mengt, kan de ricotta gaan schiften). Spatel er de rozijnen door.

Snijd het deeg in tweeën en plet beide helften een beetje met de deegroller. Haal elk stuk door de pastamachine op de wijdste stand, vouw het in tweeën, haal het opnieuw door de machine en ga zo door. Verklein de stand steeds iets; het deeg moet circa 2 mm dik worden.

Leg een lap deeg op een schoon, met wat bloem bestoven aanrecht. Markeer met een steker van tien centimeter doorsnee een rij ronde schijven langs een van de zijkanten van het deeg: je moet iets meer dan de helft van het deeg over de vulling kunnen vouwen.

Leg midden op elke schijf twee eetlepels kaasvulling. Bedek ze helemaal met de andere helft van het deeg en druk zachtjes op elk bergje vulling om zo veel mogelijk lucht kwijt te raken. Markeer met dezelfde steker een cirkel rond elke hoopje vulling en snijd met een pastawieltje de seadas los. Leg ze op een met bloem bestoven schaal en verwerk ook de rest van het deeg en de vulling.

Verhit de frituurolie tot 160°C (steek er ter controle de steel van een houten lepel in: als er meteen belletjes ontstaan, is de olie heet genoeg).

Verwarm intussen de honing in een pannetje op laag vuur, maar laat hem niet koken. Leg de seadas voorzichtig in de hete olie en frituur ze met een paar tegelijk zo’n vier minuten, of tot de onderkant goudbruin is; keer ze en frituur de andere kant drie minuten.

Laat ze op keukenpapier uitlekken. Bedruppel ze met warme honing en dien ze op. Om je vingers bij af te likken zo lekker!

Nog veel meer heerlijke Sardijnse gerechten vind je in

Kookboek-van-Sardinie

Kookboek van Sardinië | Giovanni Pilu & Roberta Muir | fotografie: Anson Smart | ISBN 9789021553665 | Kosmos Uitgevers

Ontdek onze digitale reisgidsen voor nóg meer tips

Een reactie

  1. Ik ben de gelukkige bezitter van ook zo´n heerlijk potje honing! De honing is heel apart van smaak en gaat inderdaad naar de bittere kant. Maar ik vind hem heerlijk en leuk dat je er ook recepten zijn waarin je het kan verwerken!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *