Download de gratis Ciao tutti app voor nog meer tips

Velours uit Prato – Edoardo Nesi

Pisa is verruild voor Prato, textielhoofdstad van Toscane. De regen kwam ook hier even met bakken uit de hemel, maar gelukkig vond ik een fijne koffiebar. Daar verdiepte ik me in een boek dat zich hier in Prato afspeelt: Storia della mia gente, dat vorig jaar de Premio Strega won, de meest prestigieuze literaire prijs in Italië – en dat nu ook in het Nederlands is verschenen, met als titel Velours uit Prato.

Na zijn studie komt Edoardo Nesi, kleinzoon van een textielbaron, te werken in het familiebedrijf in Prato. De Toscaanse stad is hét centrum van de stoffenindustrie, met gespecialiseerde bedrijven, met vaklui. Maar Made in Italy wordt Made in China; de toestroom van goedkope Chinese arbeidskrachten brengt de Italiaanse industrie aan het wankelen.

Edoardo ziet de winsten verminderen, en besluit het bedrijf, dat nog door zijn grootvader werd opgericht, te verkopen aan Chinese ondernemers. Zijn eigen mensen worden ontslagen en het werk wordt overgenomen door illegale Chinezen die het werk tegen een hongerloon willen doen.

In zijn eentje kan hij de globalisering en de vooruitgang niet stoppen, maar ís dit vooruitgang? Nesi neemt ons mee naar leegstaande fabriekshallen, stilgevallen weefgetouwen en familie-etentjes, gesprekken met zijn dochter en bespiegelingen over het schrijven.

Een fragment:

‘Geen moment heb ik het idee gehad dat ik na de verkoop van het bedrijf zonder werk zou zitten.
Terwijl ik in de wolfabriek werkte had ik er altijd naar verlangd – vurig naar verlangd – om alleen maar schrijver te kunnen zijn in het leven: en ik hen me ook altijd schrijver gevoeld terwijl ik praatte met klanten en leveranciers, met banken en vertegenwoordigers, met de belastingadviseur en de werknemers, vandaar ook dat mijn eerste drie romans grotendeels op het bedrijf zijn geschreven, onder het welgezinde oog van Alvaro die deed of hij het niet doorhad, tijdens de vrije momenten van een dag die om negen uur begon en zich vaak uitputtend voortsleepte tot zeven uur ’s avonds omdat het niet goed was als het bedrijf openbleef zonder dat er een eigenaar aanwezig was.

[…]

Omdat het niet in me zit iets op te willen geven, heb ik dus jarenlang, heen en weer geslingerd tussen een vurige passie en een vaag plichtsbesef, mijn best gedaan om geen keuze te maken, of beter gezegd om mijn keuze voor onbepaalde tijd uit te stellen – zoals me was aangeraden door Agostino Cesaroni, de geweldige zen-boekhouder uit Pesaro die af en toe naar Prato kwam om de boekhouding van mijn schoonvader in orde te maken en die me tijdens het avondeten vertelde over de successen van hun meubelmakersdistrict en me daarna dwong om nog tot laat met hem te basketballen, een tegen een, op het terras bij mij thuis – in de hoop dat de juiste beslissing vanzelf voor mijn ogen zou opdoemen en dan ook de enige mogelijke optie zou lijken te zijn.

[…]

Nu het bedrijf er al meer dan vijf jaar niet meer is – of beter gezegd, nu het er voor mij niet meer is omdat het in andere handen is overgegaan, waardoor het uit mijn ogen en uit mijn gedachten is verdwenen –, snap ik eindelijk dat dat verlangen, dat reikhalzend uitkijken naar de dag waarop ik me aan de literatuur zou kunnen wijden en de zorg over draden en stoffen en weefgetouwen aan anderen zou kunnen overlaten, waarschijnlijk een essentieel onderdeel vormde van mijn kijk op het leven: een noodzakelijk, infantiel streven naar een veelheid van doelen, dichtbij en veraf, belangrijk en futiel, die ik onwillekeurig uit alle macht moet najagen, zonder er ooit bij stil te staan wat ik zal doen als en wanneer ik die bereikt heb.

En vandaar dat ik nu – op het historisch dieptepunt voor de textielindustrie in Prato, en dus in Italië en dus in heel Europa, […] toch onwillekeurig bijna elke dag een soort lege hunkering voel die me bij de keel grijpt en me beangstigt, en die geen naam heeft, en die me nooit toestaat om me dan misschien niet met trots, maar toch in elk geval opgelucht te voelen omdat ik mezelf en mijn familie een aftakeling heb bespaard de langzaam en uiterst pijnlijk zou zijn geweest, en die, de Nesi-inborst kennende, ook de herinnering aan alle goede dingen die we in het verleden hebben bewerkstelligd zou hebben uitgewist.’

Lees al Nesi’s herinneringen, dromen, ervaringen en nachtmerries in

Velours uit Prato – De geschiedenis van een Italiaanse textielfamilie | Edoardo Nesi | vertaald door Manon Smits | ISBN 9789045021461 | € 19,95 | uitgeverij Atlas-Contact | bestel Velours uit Prato via deze link bij bol.com

Ontdek onze digitale reisgidsen voor nóg meer tips

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *