Download de gratis Ciao tutti app voor nog meer tips

Romeinenbruin geschminkte benen – carnaval in Maastricht

Saskia: ‘Vorige week was ik even terug op mijn geboortegrond. Terwijl ik samen met Willemijn langs de lekkerste Italiaanse adresjes van Maastricht wandelde, ging mijn hart met elke stap verheugder kloppen en mijn bloed steeds sneller stromen. Want hoewel ik mijn hart heb verloren aan het nog diepere zuiden, werd op de dag van mijn geboorte, morgen 32 jaar geleden, voor mij bepaald dat carnaval voor altijd in mijn bloed zit.

Ik was namelijk de eerste baby die met Carnaval werd geboren (32 jaar geleden viel 18 februari op Rosenmontag, carnavalsmaandag) – en dat is in het zuiden een hele eer. Hoewel ik er zelf uiteraard niets meer van weet, lag ik als hummeltje van een paar uur oud in de armen van de toenmalige prins Carnaval.

Vanaf dat moment kan ik de muziek van een zaate herremenie niet meer weerstaan en grijpt de carnavalskoorts me – waar ik op dat moment ook ben – onverwacht bij de kladden.

Zo ook vorige week in Maastricht. De stad maakte zich verwachtingsvol op voor de komende dagen. Overal domineerden de vastelaovend-kleuren rood, geel en groen, hingen maskers en slingers en figuren van papier-maché en werden biervaten naar binnen gerold. Drie dagen en drie nachten gaat de stad uit zijn dak.

Toch wel een beetje spijtig keek ik naar dat vrolijke gebeuren. Ik zou immers, mijn roots ten spijt, dit jaar geen pekske aantrekken, schmink opsmeren en koukleumen tijdens de optocht. Mijn verjaardag vier ik morgen niet te midden van hossende Maastrichtenaren maar in het gezelschap van liefhebbers van het Italiaanse leven. Ook omdat mijn lieve oma vijf jaar geleden op mijn verjaardag overleed, en het toch wel een beetje gek is om op die dag uitbundig door de stad te dansen.

Precies op dat moment van dat ietsiepietsie spijt viel mijn oog echter op een bijzonder boekje dat in een echte Maastrichtse kiekoet (etalage) lag te pronken. De titel, Drie dagen en drie nachten, maakte direct duidelijk dat in dit boekje de geneugten van het Maastrichtse carnaval werden bezongen.

Toen ik de naam van de schrijver zag, moest ik glimlachen. Ad van Iterson, Maastrichtenaar in hart en nieren, maar bovenal de favoriete columnist van mijn oma. Tot een week voor haar dood stuurde ze me regelmatig zijn column uit De Limburger op. Zorgvuldig uitgeknipt, de datum in haar gelijkmatige handschrift erboven gezet, en altijd vergezeld van een kaartje of briefje met haar eigen visie op het geschrevene. En ik kan jullie vertellen, die eigen visie was vaak uitgebreider en soms zelfs gevatter dan de column die de aanleiding gaf.

Uiteraard kocht ik een exemplaar van Drie dagen en drie nachten. De afgelopen dagen genoot ik zo op afstand al een beetje van het op handen zijnde feest. Vandaag laat ik jullie meegenieten.’

illustratie: Elise van Iterson

‘Cowboy of indiaan. Een bruine vilthoed of een bonte verentooi op je hoofd. Stoppels of oorlogsstrepen op je wangen. ‘Hands up!’ of ‘Ugh ugh’. Als jongen van een jaar of zeven stond je met Vastenavond voor de keuze. Je kon cowboy worden of je kon indiaan worden – de twee kampen van de eerlijke, mannelijke strijd op de prairie en beneden in de Dodenvallei.

De vraag was: wie is sterker? Wie slimmer? Wie de overwinnaar? De ene keer wonnen de jongens die cowboy waren, de andere keer de jongens die indiaan waren. Op Aswoensdag, als de pastoor met zijn grove duim een askruisje op ons voorhoofd wreef, kwam pas een einde aan de strijd. Volgend jaar, ’s morgensvroeg op carnavalszondag, werden de wapens weer opgepakt. Tussen cowboys en indianen bestond er eeuwig ruimte voor revanche.

Cowboy of indiaan, dat was de kwestie. Knakkers om mee te schieten of tomahawks om mee te klieven. De reuk van solfer of de reuk van rubber. Liefst allebei, maar je moest kiezen. […]

Cowboypistool en indianenbijl. Ongelijke wapens. Het ene reikte verder dan het andere, maat het andere was sneller dan het ene. Dus toch een eerlijke strijd, net als in de arena van Rome, waar de ene gladiator vocht met dolk en schild, de andere met drietand en net.

Ja, en Romein? ‘Ha Julius Caesar, jij ook weer erbij? Je hebt confetti in je schuim, proef je dat niet?’ ‘Zo Nero, wat drink jij daar? Een engelander of een sneeuwwitje?’ Romein was ook iets voor als je groter was. Zilveren haren, witte jurk met gouden biezen, linten om je romeinenbruin geschminkte benen gedraaid.’

Het hele verhaal met de titel En Romein en vele andere carnavalsscènes lees je in

Drie dagen en drie nachten – Carnaval in Maastricht | Ad van Iterson & Elise van Iterson | ISBN 9789490687342 | € 12,50 | Azul Press

Drie dagen en drie nachten is een eigenzinnige lofzang op de Maastrichtse vastenavond. Ad van Iterson neemt de lezer mee door de steegjes en over de pleinen van de enige Nederlandse stad waar het carnaval op straat wordt gevierd. In Drie dagen en drie nachten biedt Van Iterson, samen met Elise van Iterson die de illustraties verzorgde, een feestelijk podium aan carnavaleske thema’s als spot, omkering, uitvergroting en de lof van het aardse en lichamelijke.

Ontdek onze digitale reisgidsen voor nóg meer tips

4 reacties

  1. Leuk, Saskia, en een hele fijne verjaardag morgen, op carnavalszaterdag!

    Alaaf!

  2. Ik liep tegen dit leuke stuk aan. Ja, ik ben de favoriete columnist van de oma’s. En aan deze oma in het bijzonder koester ik goede herinneringen: ben bij haar, en haar gezin, om de hoek opgegroeid.
    dank
    Ad van Iterson

  3. Dank voor je mooie reactie Ad! Zeker in deze tijd is het fijn te horen dat ook jij alle goede herinneringen aan haar koestert. Alvast een fijne carnaval!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *